Recepties zijn eigenlijk altijd leuk. Soms zijn het de verrassende toespraken die klinken. Soms is er een uitgekiend programma of een bijzondere locatie. Maar het zijn toch vooral de toevalligheden die je letterlijk toevallen die een receptie zo aardig maken. Je zet je antennes en radar uit en het is altijd verrassend wat er dan gebeurt. Eigenlijk begint die speurtocht al eerder, al voor je bij de locatie aankomt. Dat was bij de receptie van Emile Duijsens vrijdag 26 juni in Haarlem ook zo.
Al bij aankomst op het centraal station is de receptie en de verkenning begonnen. Er loopt een monnik op sandalen naast een man in driedelig kostuum; je vermoedt dat ze ook naar Emile gaan. Er is de gewaarwording dat het station Haarlem een heuse stationsbibliotheek heeft. En op een tafel vlakbij de ingang ligt daar pontificaal de Bijbel in Gewone Taal, geen toeval, maar gewoon omdat de veertig best lopende boeken van Nederland daar per definitie te leen zijn.
Dichterbij het bisschoppelijk paleis is er een aankondiging breed over de weg: je bent er bijna. Enig speurwerk laat vermoeden dat het niet op het paleis slaat, maar op een sportieve tocht die hier één dezer dagen eindigt. In het paleis staat een lange rij van mensen die wachten voordat ze door het bisschoppelijk paleis heen in de tuin de hand konden drukken van Emile Duijsens. Je staat er maar zo een half uur, driekwartier in de rij. Maar vervelen doet het niet. De social talk maakt het wachten lonend.
‘Wist je dat het paleis een tijdlang in de verkoop stond? Ze konden het niet kwijt. Een hotel zou het overnemen, maar het ketste af’.
‘Hé, een foto van mgr. Punt tijdens de bisschoppensynode in Rome’.
‘Hé, mgr. Jan Hendriks is er ook. Is ook hulpbisschop, nietwaar? En de uitgever van Adveniat. En de accountant van het bisdom’.
En zo gonst het van herkenning en verrassing. Als de social talk op is, gaan de gesprekken over naar meer maatschappelijk terrein. ‘Zou het goed komen met Griekenland? Zouden de Grieken zich aanpassen aan de rest van Europa?’ ‘Eigenlijk vind ik helemaal niet dat de Grieken zich bij ons moeten aanpassen met hun pensioenen vanaf 50 jaar’, zegt een ander, ‘De rest van Europa moet juist het systeem van de Grieken overnemen. Is er tegelijk meer vraag naar jonge mensen op de arbeidsmarkt’. ‘Het is maar goed dat er nog economen zijn, die ons voor dit soort logica behoeden’, mengt een derde zich in het gesprek.
En dan is het tijd om stil te zijn. Want de stoet is langzaam vooruit geschoven. En daar midden in de tuin achter het paleis staat de man om wie het eigenlijk gaat op deze dag: Emile Duijsens, de algemeen econoom van het bisdom Haarlem – Amsterdam. Hij staat glunderend voor een tafel met onnoemlijk veel wijnflessen, genoeg om een jaar Gall en Gall te kunnen mijden.
Hij is inmiddels opgevolgd door Thom van der Steen MBA, die overgekomen is van Brinks Nederland. Duijsens was ook jarenlang lid van de Financiële Commissie van de Raad van Kerken. En jawel, te midden van alle flessen wijn staat er het afscheidscadeau van de Raad: een witte kaars met het oecumenische embleem.
Foto’s:
1. Een vrolijke Emile Duijsens
2. Een hint onderweg
3. De opvolger Thom van der Steen