Zorg voor vluchtelingen

Van diverse kanten zijn er in de achterliggende periode brieven verstuurd naar overheidsinstellingen om zorg uit te spreken over het regeringsbeleid inzake de vluchtelingen. Het op 22 april bereikte compromis biedt geen adequate oplossing voor de vluchtelingen om wie het begonnen is, aldus de kerken.

‘We moeten u zeggen, dat de uitwerking naar ons idee onvoldoende is en we vragen u dan ook als verantwoordelijke overheid om de thematiek verder ter hand te nemen’, aldus de Raad in een brief aan de vaste Kamercommissie voor veiligheid en justitie en de betrokken minister en staatssecretaris. ‘We denken dat er met enige welwillendheid wegen te vinden zijn die enerzijds uw vermeende politieke belang niet hoeven te schaden, en die anderzijds meer recht doen aan humanitaire beginselen waartoe we als ontwikkeld en beschaafde natie geroepen zijn en waar ook vele Nederlanders naar verlangen’.

Het voorliggende compromis – aldus de brief – houdt naar ons idee nog onvoldoende rekening met de onmenselijke situatie waarin vele vreemdelingen zich noodgedwongen bevinden. Het doet geen recht aan de feitelijke situatie, waarbij ze – ook al zijn ze onrechtmatig hier – simpelweg niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst, terwijl ze ook niet in de gelegenheid zijn elders heen te gaan. ‘We vinden dat dit humanitaire perspectief en het toekomstperspectief voor betrokkenen meer in het uiteindelijke beleid moet worden meegenomen’, zegt de brief.

De brief trekt de conclusie dat het compromis van het kabinet als een voorlopig politiek compromis moet worden gezien. Het kan in essentie geen operationele oplossing bieden, omdat het een bevestiging betekent van de huidige praktijk, met alle schrijnende gevolgen die deze steeds veroorzaakt. Er is blijkbaar nog geen tijd geweest om concrete ervaringen van lokale bestuurders en van maatschappelijke organisaties en kerken bij de finale keuzes te betrekken. Gezien de tijdsdruk die met een voorlopig spreken gepaard ging, was dat blijkbaar niet haalbaar. Maar uiteindelijk moet het er wel van komen dat u met een werkelijk operationeel realistisch en humaan beleid naar buiten treedt.

De Raad stelt vast, dat de landelijke politiek nog onvoldoende gebruik maakt van de doorleefde wijsheid die te vinden is bij lokale overheden, maatschappelijke organisaties en kerken. Hierdoor ontstaat het risico dat men blijft steken in een bureaucratische werkelijkheid die slechts beperkt verband houdt met de werkelijkheid zoals deze door betrokkenen wordt ervaren. Daarbij dreigt het menselijke perspectief achter de horizon te verdwijnen. Uiteindelijk wordt bij zo’n beleid de kloof tussen overheid en individuele burger groter.

Zuid-Limburg

Vanuit Zuid-Limburg hebben kerken zich sterk gemaakt voor een schrijven aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en aan de vaste Kamercommissie. Deze kerken gaan in op de afschuwelijke beelden van verdrinkende mensen in de Middellandse Zee, mensen, met een naam en een gezicht! Ze zijn op de vlucht voor de afschuwelijke oorlogsdreigingen in hun landen van herkomst. ‘Ieder mens heeft zo zijn eigen verhaal en reden om huis en haard te verlaten. Om opzoek te gaan naar geborgenheid, vrede en vrijheid. Naar een plek waar je als mens waardig mag leven. Als gelovigen uit de Limburgse samenleving vinden we het onze plicht om u te vragen, mede ook vanuit uw politieke verantwoordelijkheid, oog en oor te hebben voor deze vluchtende medemensen’, aldus deze brief.
 
De tekst vervolgt met: ‘We mogen niet wegkijken! Als beschaafde Europese samenleving hebben we een verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die ook betrekking heeft op de grenzen van de Europese Unie die daarmee ook onze grenzen zijn. Hier in de Limburgse grensstreek van Nederland ervaren we dat in het bijzonder zo’.
 
De kerken wijzen op het model van de Pauluskerk als voorbeeld van hoe je zou kunnen omgaan met ongedocumenteerden.