Oecumene zit in het DNA van de Protestantse Kerk in Nederland. Dat blijkt uit een notitie ‘Kerk naar 2025: een verkenning’, waarin de leiding van de kerk enkele kernthema’s aanreikt die profiel geven aan de PKN. Het gaat om een tussentijdse bespreking die later dit jaar verder zal worden voortgezet.
Over oecumene schrijft de scriba van de PKN: ‘De Protestantse Kerk is ‘gestalte van de algemene (katholieke), christelijke kerk’. Deze algemene christelijke kerk vertoont een gebroken gestalte, wereldwijd en ook in ons land. Er is één Heer en één lichaam van Christus. De gebrokenheid is daarom niet iets waar in berust kan worden. Daarom wordt ernaar gestreefd landelijk en plaatselijk kerk te zijn met anderen. Te lang en te zeer hebben christelijke gemeente elkaar plaatselijk genegeerd, veracht of verketterd. Ontmoeting, het geloofsgesprek, het gezamenlijke getuigenis met andere kerken hoort helemaal bij plaatselijk kerkzijn. Samenwerking wordt gestimuleerd. Deze samenwerking kan plaatselijk leiden tot verregaande vormen van eenheid’.
Bij de verklaring horen ook twee gespreksvragen:
• Hoe bevorderen we de ontmoeting en het geloofsgesprek met broeders en zusters uit andere kerken, en wat is nodig om plaatselijk tot verdere samenwerking en eenheid te komen? Dit gesprek en deze samenwerking zijn niet alleen in lijn met het woord van Christus ‘opdat zij allen één zijn’, maar helpt ook de missionaire opdracht van de kerk te verlevendigen.
• Hoe krijgen de ontmoeting en samenwerking met zogenaamde migrantenkerken verder gestalte?
De PKN werkt samen in het geheel van de Raad van Kerken als één van de participanten van oecumene. Daarnaast voert de PKN een eigen oecumenische agenda, met onder meer bilaterale gesprekken en initiatieven om de onderlinge vertrouwdheid van kerkelijke leiders te bevorderen. Voor de kleinere protestantse kerken is het een aandachtspunt hoe die initiatieven van de eigen kerk zich verhouden tot de interkerkelijke solidariteit. Insteek daarbij is steeds dat het één het andere moet versterken.