Lintjes voor kerkmensen

Het dagblad Trouw mag er dan beschamend en neerbuigend over hebben geschreven, over de actieve PKN-leden die ‘overbelast en ongeïnspireerd’ zijn, – alsof de kwaliteit bij uitstek van de kerk, namelijk het meer dan gemiddeld actief zijn voor geloof en samenleving, door de criticasters van de grachtengordel nog eens moest worden getoetst, – wie de lintjesregen analyseert en kijkt hoe andere, misschien niet de beste kranten van Nederland, gedecoreerden typeren, vindt bijna steevast de zinsnede ‘decennialang zetten ze zich als vrijwilliger in; voor de kerk, het goede doel, het dorp of de wijk’. Het citaat komt uit de bladen van Wegener en is de openingszin van het verhaal over het aan 2838 mensen uitgereikte lintje; 317 minder dan vorig jaar.

Voordat we nog iets zeggen over de duiding van Trouw, iets over de lintjesregen. Er waren onder de gedecoreerden dus veel mensen die aan het grondvlak van de kerk zich sterk hebben gemaakt en nog steeds sterk maken voor kerk en (vanuit de kerk) voor de gemeenschap, want velen hebben geen last van spirituele metaalmoeheid. Uit de kringen van de landelijke Raad was er een lintje voor dr. Jan Peter Schouten. Hij kreeg op vrijdagmorgen in de Grote Kerk van Naarden het kleinood op zijn borst gespeld en is nu ridder in de orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg het lintje onder meer vanwege zijn pionierswerk op het gebied van de interreligieuze dialoog, met name die tussen hindoes en christenen. Hij schreef boeken, artikelen en andere bijdragen, zowel wetenschappelijk als populair. Als hij spreekt, wordt er meestal goed geluisterd, omdat hij iets te vertellen heeft, aldus een lid van de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting, waarvan Jan Peter voorzitter is. ‘Op dit gebied is hij inmiddels een van de meest vooraanstaande theologen van Nederland geworden’.

Ook op plaatselijk niveau kregen talloze mensen een lintje, omdat ze actief waren en zijn in de raad van kerken. We hebben geen uitputtend overzicht, daarom gewoon een voorbeeld. Aaltje en André Booijink uit Raalte zijn beiden lid geworden in de orde van Oranje Nassau. Het is een beloning voor het vele vrijwilligerswerk dat ze hebben gedaan en nog altijd doen. ‘Aaltje ontving de onderscheiding voor haar vele werk voor o.a. de kerk en de Raad van Kerken, de diverse scholen, Freedom, het CDA en de Oranjevereniging’, aldus de laudatio.

Wie een quick scan maakt van de lintjesregen komt allerlei oude bekenden tegen van het kerkelijke erf. Ds. Wim Beekman uit Koudum, ooit voorzitter van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, kreeg een lintje opgespeld in de Martinikerk in Sneek. Hij is op veertien punten actief en als eerste wordt genoemd – daar is ie weer -: ‘Hij was 8 jaar lid van de Generale Synode. Hij was twee jaar lid van het breed moderamen en van het moderamen (dagelijks bestuur van de Synode)’.

Ook een lintje was er voor ds. Harry Donga. Hij wordt omschreven als – en we beperken ons weer tot de eerste zin: ‘Harry Donga is 41 jaar lang met enorm veel plezier predikant geweest in de Oude Lutherse Kerk op het Spui’. En ds. Ynte de Groot uit Selwerd kreeg een lintje, hij is 32 jaar predikant geweest en heeft zich onder meer ingezet voor de homo-emancipatie. 

Toegegeven: Soms heeft een lintje iets obligaats en gaat het om publieke figuren, die door hun publieke optreden toch al wel voldoende publieke aandacht hebben gekregen. Toch blijft het aardig als Paul Haenen, schaduw-dominee, een lintje krijgt en ook Jürgen Raymann, schaduw-minister voor Pax.

In enkele gevallen kan je je niet aan de indruk onttrekken, dat het lintje een goedmakertje is voor oud verdriet. Dat op het nippertje afgewezen ombudsman Guido van Woerkum, destijds van de ANWB, de hoogste onderscheiden krijgt (officier) zal ongetwijfeld door hemzelf ook als een publieke genoegdoening worden ervaren. En filmmaker Emile van Rouveroy van Nieuwael uit Genne zegt het zelfs expliciet. De man die bekend is van films als ‘Houdt God van vrouwen’ stelt dat het oranje-blauw door hem niet wordt gezien als een erkenning van zijn werk, maar als een accepteren van zijn achtergrond, zijn ouders golden als fanatiek pro-NSB in de Tweede Wereldoorlog.

Even terug nog naar de openingszin: Hoe komt het dat het dagblad Trouw zo sikkeneurig doet en waarom schrijft ze niet iets innemender over de talloze vrijwilligers die in de kerk actief zijn? En waarom onderkent de redactie niet dat de kerk zich juist daarin blijft onderscheiden van vele andere organisaties? Is het een vorm van nestvervuiling? Is het een vorm van zichzelf willen bewijzen als zogenaamd onafhankelijke bron? Voor het dagblad Trouw was vrijdag het feit dat tweederde van de leden van de PKN geen trek heeft in een nog actievere inzet voor de kerk het meest opvallende nieuws uit de enquête die de PKN heeft georganiseerd en waar 18.000 kerkleden op reageerden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat kwantitatief onderzoek altijd iets zegt over degene die de cijfers interpreteert, op het moment dat je een duiding geeft. Want je weet wel qua percentage hoe mensen denken, maar hun motieven verschuilen zich onder de cijfers en wie ze naar boven graaft, zegt dus vooral iets over de schep die hij of zij zelf ter hand heeft genomen. Voor de website van de Raad van Kerken was het meest in het oog springende punt de hoge score van de oecumene, voor de azijnpissers uit Amsterdam was het de passiviteit die ze de kerk blijkbaar willen toeschrijven. Dan ook wel terecht dat we tot nu toe de namen van de scribenten van Trouw niet zijn tegengekomen bij de mensen die een lintje hebben ontvangen. 

Foto’s:
1. De groep die in Naarden werd gedecoreerd, Jan Peter Schouten staat vierde van links
2. Wim Beekman
3. De krantenkop in Trouw vrijdag met een zeer inspirerende foto erbij.