Is het mogelijk om onze toekomst duurzamer te maken? Over die vraag werd deze week een bijeenkomst gehouden in De Driehoek in Utrecht, waar onder meer Jan Jorrit Hasselaar, voorzitter van de taakgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken, na oud-minister Jacqueline Cramer, een inleiding hield. Hieronder zijn bijdrage, waarin hij hoop verbindt met bijbelse noties van onder meer de exodus.
Parafrase van het verhaal van Jan Jorrit Hasselaar
Inleiding
Dank dat jullie hier allemaal zijn. Dank ook dat ik een eerste reactie mag geven op de lezing van Jacqueline Cramer. Bewust zeg ik geen professor Cramer, maar Jacqueline Cramer uit respect voor haar inzet voor duurzame ontwikkeling, ook anders dan haar hoogleraarschap. In de jaren ’60 en met name ’70 van de vorige eeuw toen de eerste bewustwording rond milieuproblemen ontstond, was u al betrokken bij milieuvragen. Het woord ‘probleem’ heeft wortels in het oude Grieks. Het heeft daar de betekenis van iets dat zich opwerpt, πρό-βλημα. Iets waar we hinder van ondervinden.
Tegelijkertijd kan het ook wel betekenis van hebben van προβάλλω. Dan is het iets voor ons uitschuiven. Inspirerend dat u de vraagstukken waar in de jaren ’60 en ’70 al hinder van werd ondervonden, niet voor u uit hebt geschoven. U hebt er werk van gemaakt hebt in wetenschap, bij Shell, in de Sociaal-Economische Raad, als minister en vanavond bij ons.
Alleen al uw eigen CV lijkt een mooi voorbeeld van governance. Dit is een benadering waarin aanhoudende milieuvragen niet alleen een taak zijn van het overheid (het klassieke milieubeleid), maar de inzet vragen van ons allemaal: bedrijfsleven, onderwijs, maatschappij, en ja ook de religieuze wijsheidstradities. Het is mijn overtuiging dat we elkaar allemaal nodig hebben. Ik voel me verbonden met uw inzet en ben als econoom en theoloog, in onderwijs en proefschrift met deze vragen bezig.
Transitie-management
In de lezing van Jacqueline Cramer kwam naar voren dat ‘onze toekomst duurzaam maken’ gepaard gaat met verandering van lineair naar circulair, van fossiele energie naar duurzame energie. Tegelijkertijd wijst u op de obstakels: institutioneel, organisatorisch, juridisch, economische, technisch en cultureel. De transitie van A naar B lijkt geen eenvoudig opgave. In de wetenschap zien we op dit moment dat er een heel nieuw, maar ook complex en ingewikkeld, onderzoeksveld aan het ontstaan is, transitie-management. Hoe komen we van A naar B? En wat is A en wat is B? Als response op het verhaal van Jacqueline Cramer wil ik me verhouden tot dit nieuwe veld over een samenleving in transitie met misschien wel het oudste verhaal over sociale transformatie. Een verhaal dat een kind van zeven kan navertellen. Enig idee over welk verhaal ik het heb?
Hoop
Het thema van vanavond is: Onze toekomst duurzamer maken – lukt dat? Het lijkt nogal geen opgave. Ik noem die drie mogelijke antwoorden.
1. Het lijkt niet zo moeilijk om hier ‘nee’ te zeggen op de vraag van de organisatie en pessimistisch te zijn, ook als we luisteren naar wake up calls als die van Al Gore. Vaak is het 5 voor twaalf als het gaat om aanhoudende milieuvragen als klimaatverandering. Alarm, haast en urgentie zijn dan bepalende woorden.
2. Ik zou ook volmondig ‘ja’ kunnen zeggen, dat zou ik dan willen duiden als ‘optimisme’. Optimisme zit sterk in onze cultuur, met veronderstellingen dat morgen beter zal zijn dan vandaag.
3. Er blijkt echter nog een derde variant te zijn: hoop. Vaclav Havel schrijft in een essay:
“Hoop is niet hetzelfde als optimisme; evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Het is de zekerheid dat iets zinvol is onafhankelijk van de afloop, onafhankelijk van het resultaat.”
Hoop is volgens Havel ‘a state of the mind and not of the world’. Religieuze tradities als het jodendom en christendom bieden ons een schatkist aan verhalen en reflecties over ‘the state of the mind’, individueel en collectief. Vanavond verdiep ik mijn reactie aan de hand van een verhaal. Uiteraard, niet zomaar een verhaaltje, daarvoor zijn de vragen te serieus. Volgens de voormalige opperrabijn van Groot-Brittannië, Jonatan Sacks, hebben we een klassieker over hoop in ons midden.
Exodus
Het is het verhaal van de Exodus. Als u het verhaal niet uit de Hebreeuwse bijbel kent, dan ongetwijfeld uit de bioscoop. In de kerstvakantie draaide in veel bioscopen de film Exodus: Gods and Kings. In deze film gaat het over een god die met tekenen en wonderen zijn volk uit de slavernij van Egypte bevrijdt. Ik zou dit willen duiden als de gangbare en zeer oppervlakkige lezing van dit verhaal.
Onder de oppervlakte ligt echter een veel herkenbaarder en spannender verhaal en dan maakt het opeens niet zoveel meer uit of je al dan niet gelovig bent. Het is één ding om uit de slavernij te gaan al dan niet met spektakel en wonderen, maar het is een ander ding om de slavernij uit jezelf te laten gaan. Volgens Jonathan Sacks, voormalig opperrabbijn van Groot-Brittannië, gaat het verhaal juist over een groep mensen die zich bevrijdt uit slavernij, juist en alleen door participatie, commitment, learning by doing en daarmee het veranderen van de eigen perceptie.
Het Exodus verhaal is een verhaal over verandering van percepties, van slaaf naar vrij mens, van een samenleving met slavernij, naar een vrije samenleving voor een ieder. We weten allemaal dat we een beperkte perceptie op de werkelijkheid hebben en daarom diverse verbanden in die werkelijkheid (nog) niet zien. Dit is mooi zichtbaar in de optische illusie. We zien één werkelijkheid en hebben vaak moeite om die andere werkelijkheid te zien en vast te houden. Mevrouw Cramer had twee mannen, ik doe het met twee vrouwen.
Duurzame ontwikkeling In het Exodus-verhaal gaat het over het individueel en collectief eigen maken van een andere manier van zien. Nieuwe verbanden kunnen zo een bevrijdend perspectief opleveren. Ook in het proces van duurzame ontwikkeling komen we eenzelfde proces tegen. De vraag is natuurlijk of je deze twee zo op elkaar mag betrokken. Maar volgens rabbijn Sacks is het verhaal van de Exodus de meta-narratief van hoop in onze Westerse samenleving. In elke tijd en context is het opnieuw verteld, altijd net even anders. Zo vertelde Martin Luther King het in zijn strijd voor gelijke rechten En stel je eens voor hoe de wereld eruit had gezien als Martin Luther King een ‘I have a nigthmare’-speech had gegeven in plaats van ‘I have a dream’-speech. Zou Barack Obama ook al in 2008 de eerste afro-Amerikaanse president zijn geweest als King niet had gezegd: “I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood”? De verhalen die we elkaar vertellen over de werkelijkheid dragen bij aan het vormgeven van die werkelijkheid.
Het Exodus-verhaal heeft heel veel lagen in zich met soms verbazingwekkende inzichten over transitie-management. Tot slot sta ik stil bij één zo’n inzicht. Duurzame ontwikkeling vraagt dan misschien wel om een andere manier van kijken. Maar hoe doen we dat? Hoe komen we van A naar B?
Toen de farao het volk had laten vertrekken, liet God hen niet door het gebied van de Filistijnen gaan, hoewel deze weg korter was. Want als het volk aangevallen zou worden, dacht God, zou het spijt kunnen krijgen en teruggaan naar Egypte. (Exodus 13: 17-18)
Rabbijn Sacks stelt dat dit de sleuteltekst is in één van de meest fascinerende hoofdstukken uit het Joodse denken in de Middeleeuwen. De Middeleeuwse Joodse wijsgeer Maimonides wijst erop dat volk meteen afbuigt naar het Zuiden ipv dat het koers zet naar het Noorden, waar het beloofde land is. Er is volgens Maimonides geen short-cut als het gaat om verandering in de menselijke natuur. Volgens Maimonides is er tijd nodig is om interne beelden en percepties te veranderen. Of we het nu leuk vinden of niet, interne verandering heeft tijd nodig. In dit geval 40 jaar in de woestijn. Bij de burgerrechtenbeweging gaat het erom om beelden te veranderen van blank en zwart. Beelden over jezelf en de ander. Hier gaat het om andere relaties te leggen met bijvoorbeeld de natuur. Het vraagt echter tijd om opnieuw te leren zien en van daaruit de samenleving opnieuw vorm te geven. In Duitsland spreekt men over het omschakelen naar duurzame energie als over een ‘Generationsprojekct’.
Ik sluit af
In ons huidige zoeken naar nieuw perspectief rondom klimaat en duurzame ontwikkeling zien we al nieuwe aanzetten. In mijn eigen praktijk werk ik samen met een bedrijf dat brandstof uit afval maakt. Oftewel, de vuilniswagens rondom Schiphol rijden op hun eigen afval. Het openbaar vervoer van Zeeland, Den Haag en Nijmegen rijdt op afval uit hetzelfde gebied. In die zin bestaat afval bijna niet meer en leidt het tot een reductie van de uitstoot van CO2 met 80%. Zo zijn er veel meer aansprekende voorbeelden die we nu al in onze lerende samenleving zien. Hoe het beloofde land er precies uitziet dan zullen we pas weten als we er zijn. Maar tot die tijd is het van cruciaal belang met welk verhaal we onderweg zijn in tijden van klimaatverandering en duurzame ontwikkeling.
Uiteraard geef ik mijn verhaal voor beter. Maar een governance perspectief op deze manier ingevuld vraagt de inzet van ons allemaal en op onze eigen manier als lid van een lerende samenleving. Vanavond in bed zou je zelfs eens kunnen bedenken wat dat zou kunnen betekenen. Mocht er vanavond een filmmaker of componist in de zaal zitten … Natuurlijk niet weer een film over de Exodus als toen en daar. Al helemaal niet de zoveelste film over klimaatverandering met een scenario van angst en apocalypse. Ik doe de suggestie: een film of concert over klimaat en duurzame ontwikkeling als een hedendaagse hervertelling van dit aloude verhaal.