De protestantse gemeente te Hoek heeft van alle kanten steun ervaren, na de brand die de kerk op nieuwjaarsdag helemaal in de as heeft gelegd. Ds. Arie van der Maas geeft op de faceboekpagina van de gemeente inzage in de ontwikkelingen voorafgaand en volgend op de teloorgang van het kerkgebouw. Het is ontroerende informatie, waarin geloof, nuchterheid en oecumenische creativiteit met elkaar wedijveren.
Een deel van de gemeente komt geregeld bij elkaar voor een middaggebed in een geïmproviseerde leegstaande winkel van de buren van de kerk. Ze zingen er, lezen uit de Bijbel, en delen ervaringen uit naar aanleiding van de brand. Natuurlijk is er ook ruimte voor gebed en stilte.
De kerkdienst van 4 januari is gehouden in de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Hoek. Alle kerkdiensten vinden voorlopig plaats in dit gebouw. Op de website van de gemeente is de liturgie met de overdenking opgenomen. Al bij de inleidende woorden vertelt de predikant hoe goed de oecumene functioneert. ‘We willen graag kerk zij voor het dorp. We willen dat steeds meer zijn. (…) En dat willen we niet alléén. Dat willen we, zo is één van de mooie ontwikkelingen van de laatste tijd, ook steeds meer samen met andere christenen van het dorp. Zeker niet in de laatste plaats de broeders en zusters van deze kerk, de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt’.
‘Johan Harmanny, belde mij op de fatale Nieuwjaar middag al om kwart over één op, toen we nog in grote hurry over de Sloeweg reden: Voel jullie vrij om anders te beslissen maar jullie zijn zondag welkom bij ons. Die snelle uitnodigging kwam niet uit de lucht vallen. Want we hadden voor het eerst in de geschiedenis van Hoek samen kerst gevierd. En niet alleen als protestanten maar zoveel mogelijk samen met alle gezindten, gelovigen, zoekers, twijfelaars en al wat daar tussen zit. ‘Kerstnachtviering voor het dorp’. In de kerk aan de Langestraat, aan de rand van de Koudepolder waar sinds 1608, toen het dorp na de overstroming van Vremdieke net gesticht was aan de rand van de Koudepolder op Den ‘Oek van twee dieken, ieder jaar met het kerstfeest mensen bijeenkwamen rondom het evangelie van de geboorte van Christus. En de kerk deze kerstavond. Sinds jaren niet zo vol geweest. En het deed veel mensen goed, zo samen. In de vloed van berichten die er in de afgelopen dagen waren op allerlei media las ik wat iemand schreef over die kerstnachtdienst: ‘een kippenvelmoment’.
Ds. Arie van der Maas refereert vervolgens aan de ontwikkelingen in de oudejaarsnacht. De korte nacht. En de daarop volgende nieuwjaarsdag. Inmiddels is het vuur gedoofd. Maar de brand heeft ‘buitengewoon verwoestende schade’ aangericht. De kerkruimte is compleet verbrand en weg gesmolten. Er is bijna niets over. ‘De vijf koperen kandelaren die op de avondmaalstafel stonden zijn uit het puin gehaald. Op donderdagmiddag al drie en op vrijdagmiddag de andere twee. Alle vijf flink beschadigd overigens. Maar Jan Hollebek heeft er van twee één gemaakt’.
Ook het doopvont is geschonden maar gered. ‘Het vont, weliswaar aangetast, geblakerd en deels verbrand, maar het staat nog op de plek waar het stond, voor de, wel volledig verdwenen, Avondmaalstafel. En wie weet, ook nu hebben we nog van die houtprutsers in ons midden die niet op een uurtje zien, dus je weet maar nooit welke wonderen er nog gaan gebeuren’.
Aan het slot van zijn overweging komt de predikant met enkele punten, die een grens aangeven van de jammerklacht. ‘Misschien ben ik voor een aantal mensen vandaag te vroeg, misschien voor mezelf ook wel, maar toch, ik waag het er op:’, leidt de predikant zijn analyse voorzichtig in.
‘Ten eerste. De kerk, het kerkgebouw is wel vernietigd afgelopen donderdag, maar de kerkgemeenschap, de gemeente leeft. Wat zeg ik: springlevend! (…)’.
‘Ten tweede, en dat is het dragende punt van dit eerste: De Heer van de Kerk, Christus leeft. Hij is de Levende. Hij gaat voor ons uit, hij voert ons naar de vreugde van Gods huis (….)’.
‘En dan is het derde, de combinatie van die twee: Christus leeft, te midden van een levende gemeenschap. De avondmaalstafel is helemaal verbrand. Maar over enkele weken zullen we hier op deze, voor ons vreemde, plek het brood breken en delen en de beker laten rondgaan (….)’.
‘(….) Belangrijk is dat de gemeente, dat zijn wij dus, en wij niet alleen, maar wij met allen met wie we samen kunnen optrekken, of wij vorm en inhoud kunnen en willen geven aan het nog altijd doorgaande verhaal van de Levende Christus’.
‘En dan tenslotte, als we echt naar buiten kijken, de wereld in, dan zien we ook andere nood in die wereld. Nood die in veel gevallen echt nog weer van een heel andere orde is dan wat ons nu overkomen is met de brand van de kerk (….)’.
Bij de heenzending aan het einde van de dienst citeert de voorganger Openbaring 21: 5a en hij zegt: ‘Op zondag 8 januari 1905, op een paar dagen na 110 jaar geleden, was de laatste kerkdienst in de toen te klein geworden en in slechte staat verkerende kerk van Hoek. De weken erna begon de sloop en in december, vlak voor kerst, werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. Op de achtste januari 1905 bouwde ds. Raams zijn preek op rond enkele woorden uit Openbaring, woorden die ik hem nu, vanuit het verre verleden, aan ons laat meegeven de komende tijd in. In Openbaring 21, het vijfde vers staat: Zie ik maak alle dingen nieuw’.
Foto’s: Van website en facebook-pagina Protestantse Gemeente Hoek