Zo’n zestien procent van de predikanten kan zich vol bevlogenheid overgeven aan oecumenische activiteiten. Anderen ervaren de opdracht tot samenwerking meer als last dan als lust. Vrouwen zijn er over het algemeen ook meer vertrouwd mee dan mannen. Dat blijkt uit onderzoek van de Protestantse Kerk in Nederland, waarvan een handzame brochure is uitgebracht in combinatie met het kaderblad Kerkinformatie.
Het onderzoek maakt klip en klaar dat predikanten toch het meest bevlogen zijn over voorgaan in kerkdiensten, pastoraal werk en de geestelijke toerusting van de gemeente. Dat zijn activiteiten die veertig procent of meer predikanten waarderen. Zaken die onderlinge samenwerking raken of direct verbonden zijn met diaconale, missionaire en jongeren-thema’s liggen gecompliceerder en scoren elk tot maximaal 20 procent. Predikanten lijken daarbij het contact met allerlei samenlevingsgeledingen nog makkelijker te vinden dan het contact met collegae van andere kerken. In een barometer van bevlogenheid scoren de onderdelen respectievelijk zo’n 19 en 16 procent.
De PKN heeft diverse mensen in eigen huis gevraagd te reageren op de cijfers. Vincenza la Porta van het jeugdwerk heeft begrip voor de lage score. ‘Als predikant hoef je ook niet alles te doen en te kunnen’. Hans van Ark van missionair werk kan ook het geringe engagement voor missionair werk wel begrijpen. Missionair werk zit door alles heen. ‘Het is niet zo dat je op vrijdagmiddag twee uurtjes reserveert om missionair werk te doen’. Tegelijk is het schrikken. En hij legt een verbinding met het gebrek aan oecumenische openheid, wat ook wijst op een te sterke fixatie op de eigen organisatie. Evert-Jan Hazeleger ziet met zorg het lage engagement bij diaconaat. ‘Het kan zijn dat deze aspecten niet voldoende terugkomen omdat er een zekere angst is om meer politieke zaken aan te pakken zoals armoede, werkgelegenheid en ontwikkelingssamenwerking’.
Blijft de vraag hoe je de score van de oecumene moet duiden. Zou het zoiets kunnen zijn als: ‘Oecumene scoort in populariteitsonderzoeken meestal bescheiden, net zoals het diaconaat. En dat is begrijpelijk. Want oecumene vraagt om enerzijds het vermogen zichzelf te kennen en de eigen verhouding tot het evangelie en anderzijds de vaardigheid om samen te werken en het leven vanuit het professionele perspectief van een ander recht te doen. De opdracht is er één met verschillende lagen. Dat vraagt veel van mensen. Vandaar dat men bijvoorbeeld als jong predikant het advies krijgt om in een gemeente te beginnen waar slechts één predikant van het eigen kerkgenootschap werkt. Dat is relatief eenvoudig. Voor samenwerking komt er veel meer om de hoek kijken, niet alleen het vermogen om het evangelie te doorgronden, maar ook inschikkelijkheid naar anderen en het onderscheidend vermogen tussen enerzijds concurrentie en anderzijds collegialiteit’.
‘Het is opvallend dat er in managementboeken van westerse signatuur relatief veel aandacht wordt besteed aan persoonlijke vorming. Een boek als dat van Daniël Ofman gaat in op persoonlijke bezieling om kwaliteit in organisaties te verbeteren. Dat is eigenlijk maar de helft van het verhaal. De betere manager is in staat om ook de ziel van personeelsleden aan te voelen en een bedrijfscultuur te ontwikkelen’.
‘Op een zelfde manier mag je van een professioneel pastor interne en externe communicatieve vaardigheden en interesses verwachten. Zoals je bij de verkondiging en de bijbeluitleg inderdaad de eigen spirituele weg naar je eigen ziel hebt af te leggen; – je kunt niet iets uitleggen als je zelf niet geraakt bent. Maar daarnaast is er voor leiderschap en opbouw van organisaties ook een weg naar buiten nodig. Die weg naar de ander is het begin van een oecumenische route en daar komen niet alleen introverte vaardigheden om de hoek kijken, maar ook extraverte capaciteiten. Oecumene is misschien wel iets voor gevorderden. Je kan je er pas aan overgeven als je een aantal andere zaken op orde hebt’.
Foto:
1. Foto van Internet, ooit geplaatst in het RD/ANP.
2. Foto van de PKN-brochure, het achtste balkje van links is van oecumene.