Eucharistie

De Raad van Kerken wil het gesprek voeren over de beleving van eucharistie en avondmaal. Als eerste verkenning is de vastenbrief van mgr. Wim Eijk genomen en aan diverse mensen gevraagd daarop te reageren. Er hebben diverse mensen vanuit de lidkerken van de Raad gereageerd. Vervolgens heeft hier een artikel gestaan van een freelance journalist. We willen ook wat breder kijken naar andere organisaties en kerkelijke verbanden. Hieronder is het de beurt aan het LOP, het Landelijk Oecumenisch Platform. Daaronder zijn diverse oecumenische groepen met elkaar verbonden. Jeannette van Andel heeft de brief  op persoonlijke titel geschreven. Zij is afgevaardigde van de Zeister Raad van Kerken in het LOP, oud-voorzitter van het LOP en webredacteur en uitgever van de LOP-nieuwsbrief.

Aan de secretaris van de Raad van Kerken
ds. Klaas van der Kamp

Zeist, mei/juni 2012

Beste Klaas,

onlangs hadden enkele afgevaardigden van het Landelijk Oecumenisch Platform (LOP) een gesprek met jou en Henk van Hout  over de mogelijkheid van een nauwere samenwerking. We spraken af elkaar meer te betrekken bij onderwerpen mbt oecumene aan de basis.Jij vroeg ons nu een bijdrage te willen geven aan de gedachtewisseling die de Raad van Kerken heeft opgezet n.a.v. de vastenbrief van kardinaal Eijk over Eucharistie.Ik denk dat het aardig is als nu een niet-theoloog een reactie geeft vanuit het oogpunt van oecumene aan de basis.  ‘De keek van de leek’  zou je het kunnen noemen. 

De vastenbrief van kardinaal Eijk is gericht aan parochianen. Ik ben afkomstig uit een gereformeerd domineesgezin en ben wel wat gewend aan theologische kost. Toch moest ik de brief een aantal malen lezen omdat ik steeds weer afdwaalde. Ik vroeg me wel af : ‘welke parochianen lezen dit en kúnnen dit lezen (zonder hogere opleiding)? Ik heb een paar parochianen gevraagd of ze de brief gelezen hadden, de meeste niet, een enkeling wel, maar hij vond de brief veel te lang en te ingewikkeld.

Eerlijk gezegd vond ik het meer een college over Eucharistie, maar misschien was dat ook wel zo bedoeld.Ik was ook verrast door de vele verwijzingen naar Bijbelteksten ( dat doen dus niet alleen protestanten!) en de verwijzing naar mystici. Deze gedeelten las ik met plezier.De woorden die mij echt raakten waren ‘ontmoeting en gemeenschap’ . Christus is onze gastheer, de Levende brengt ons samen. Dat geloven wij ook. We zijn geroepen om eenheid en gemeenschap te brengen. Binnen het LOP zijn we – in al onze rijke diversiteit – al jarenlang bezig die eenheid gestalte te geven. We zoeken die in de ontmoeting,  in de wetenschap dat we alleen beeld van God zijn. En omdat het onze roeping is ‘dat wij allen één zijn’.

Maar als wij dan geroepen zijn eenheid te zoeken en Christus nodigt ons aan zijn tafel vinden wij het zo moeilijk te begrijpen dat we die eenheid juist niet aan die tafel mogen beleven. Als Christus ons nodigt is het toch niet aan zijn gasten om de tafelregels te bepalen en te vertellen wie er wel en niet welkom is? Wij struikelen daar steeds weer over.

Ik wil graag 2 voorbeelden noemen van situaties waarin ik de pijn van die verdeeldheid en verscheurdheid heel duidelijk gevoeld heb (en de mensen uit de andere LOP-gemeenschappen kunnen die met talloze voorbeelden aanvullen):

1.  In 2000 bestond het Kerkelijk Centrum in Zeist-West 25 jaar. In al die 25 jaar hadden protestanten en katholieken – huisgenoten in hetzelfde huis- aan aantal malen per jaar samen vieringen van schrift en tafel gehouden, in de kerstnacht, in de drie dagen van Pasen, de gebedsweek voor de eenheid (…!), de vredesweek. Prachtige vieringen, inspirerend en opwekkend  tot verder zoeken naar eenheid, maar ook tot meer verbondenheid en naar elkaar omzien. We gingen er heel zorgvuldig mee om: tevoren was bekend welke kerk de verantwoordelijkheid voor de tafelviering had.

Die viering bij het 25 jarig bestaan was erg mooi, inspirerend en feestelijk. Iedereen deed mee aan de tafelviering, ook gasten uit meer behoudende protestantse kringen. ‘Wij  voelen ons  één en bidden tesaam; allen deelgenoot aan het nieuwe verbond; ooit verscheurd, gescheiden van tafel en huis , terug uit de ballingschap nu samen thuis ‘ (een door mij geschreven lied) zongen we . Zo sloten wij een  feestweek af met een viering en vierden zo onze verbondenheid, alsof het nooit meer kapot kon.

Niet alleen in de vieringen, ook daarnaast bloeide de oecumene: in diaconaat, pastoraat, catechese en vorming. ‘Gluren bij de buren’ is bij ons uitgevonden als een manier om meer te leren van elkaars tradities;  het ging daarbij over bidden, Maria, sacramenten , ambt etc. We hebben dat ervaren als een verrijking en een verbreding van onze eigen geloofsvisie en kerkopvatting.

Groot was het verdriet toen de parochianen het Kerkelijk Centrum moesten verlaten vanwege fusie van de parochies. De afsluitende viering van de parochie was een Eucharistieviering. Wij als huisgenoten en als verbondenen in de oecumenische samenwerking werden van harte uitgenodigd voor die viering. Een van onze predikanten had tevoren aangegeven dat hij in een dilemma zat:’als ik niet meedoe aan de communie verbreek ik voor mijn gevoel de eenheid die er is, als ik wel meedoe breng ik de voorganger in verlegenheid. Wat moet ik doen’?   Hem werd duidelijk gemaakt dat hij toch maar niet…

Om problemen te voorkomen is hij toen maar helemaal niet naar die viering gegaan. Zijn collega kwam wel en bleef in de bank zitten tijdens de communie. Het viel wel op! Ik was in verwarring: voor het eerst in al die jaren dat we hier samengewoond, gewerkt en gevierd hadden en in mijn vertrouwde kerkgebouw met zoveel bekende en vertrouwde gezichten om mij heen wist ik niet wat te doen. Bevriende parochianen namen mij mee ter communie. ‘kom, je gaat met ons mee’. Ik voelde me verdrietig, om deze ervaring en om het vertrek van de parochianen.  Om welke eenheid gaat het dan?

2.  In een kloosterweekend met een oecumenische groep uit Zeist waren we te gast in een oecumenisch klooster. Gevraagd naar de zondagsviering werd ons duidelijk gemaakt dat de voorganger niet wilde dat protestanten aan de communie zouden deelnemen. We mochten wel naar voren komen om de zegen te ontvangen. Groot was mijn verbijstering toen ik de voorganger na de communie in het dankgebed  hoorde zeggen: ‘gesterkt door de gaven van brood en wijn kunnen we de week weer in en kunnen we weer verder’. Voor ons gold dat blijkbaar niet. Heel pijnlijk vond ik dat. Om welke eenheid gaat het dan vroeg ik me weer af?

Tenslotte: ‘de Eucharistie is een hoogtepunt’ lees ik vaak.  Ik kan de tafelviering ook als een topervaring beleven. Er is een gevoel van eenheid en verbondenheid, met God en mensen. Maar een hoogtepunt bestaat niet in zichzelf, een topervaring kan er alleen zijn dankzij een fundament, een basis. Waar je vandaan komt en waarnaar je kan terugkeren. Met beide benen op de grond.

Naar mijn gevoel is die basis de gemeenschap van gelovigen. En als wij die gemeenschap ervaren, onder geloofsgenoten  of over kerkgrenzen heen wat kan er dan op tegen zijn om dit te willen vieren, met brood en wijn, tot Zijn gedachtenis?

Beste Klaas, ik heb respect voor de manier van geloven en de kerkopvatting van anderen, maar ik merk ook dat deze dwars door alle kerkgrenzen heenloopt. Soms voel ik me op deze punten meer verbonden met mensen uit andere kerken dan met mijn eigen kerkgenoten. En toch kan ik juist door dat respect voor elkaar met al die mensen aan één tafel zitten.

‘Geroepen om eenheid en gemeenschap te brengen’: in het LOP blijven we ondanks de vele problemen die we tegenkomen toch aan die roep gehoor geven. Omdat het onze opdracht is maar ook ons vurig verlangen.

Met vriendelijke groet,

Jeannette van Andel , op persoonlijke titel

Eerder verschenen er in deze rubriek bijdragen van:
Rudolf Scheltinga (oud-katholiek) en Klaas van der Kamp (raad van kerken); klik hier.
Athenagoras Peckstadt (orthodox); klik hier.
Spontane reacties van bezoekers van deze site; klik hier.
Dick van der Zwaag, (christelijk gereformeerde predikant); klik hier.

Maarten Das, freelance-journalist die schreef voor het Martinus Magazine in Utrecht; klik hier.

De oorspronkelijke vastenbrief van Wim Eijk; klik hier.