Doel van oecumene

De lofprijzing is inderdaad een doel van de oecumene, maar voor orthodoxen is de eucharistie misschien nog wel wezenlijker. Dat was één van de opmerkingen die gemaakt werden bij de bespreking van het onderwerp ‘Zegen van de kerk’, het zevende hoofdstuk uit het boek ‘Raven’, maandag 6 oktober in de beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap.

Het thema was geagendeerd, omdat de plenaire Raad van Kerken zich op 8 oktober over hetzelfde thema buigt. De beraadgroep functioneert als een denktank voor de plenaire Raad en kreeg dus als eerste de gelegenheid om zich over het doel van de oecumene uit te spreken. Klaas van der Kamp schrijft in Raven over oecumene als ideaal, waarbij hij de vraag stelt of het als operationeel doel ooit gerealiseerd zal worden. Enkele leden van de beraadgroep opponeerden met klem tegen deze gedachte. ‘Sinds ik me met theologie bezighoudt, is de feitelijke vereniging van de kerken een principieel gegeven voor mij. En dat de optie dan niet haalbaar is, doet er niet toe. De Bergrede realiseren we ook niet, maar daarom schaffen we de tekst nog niet af’, reageerde iemand.

‘Ik vind het goed om de lofprijzing als doel te hanteren. Maar die lofprijzing is niet naïef van aard; het mengt zich met confessionaliteit en identiteit. Het ideaal van de verenigde kerk als stip op de horizon mag wat mij betreft best wel wat meer ingekleurd worden’. ‘Koinonia overstijgt het instituut’.

Aan de andere kant waren er mensen die begrip hadden voor de realistische benadering die onder de beschrijving van het doel aan Raven ten grondslag ligt. We kunnen ons beter concentreren op datgene wat we wel samen kunnen doen, reageerde Hanno Uittenbogaard, nieuw als afgevaardigde vanuit de Orthodoxe Kerk in Nederland en in het dagelijks leven docent klassieke talen. Hij stelde verder dat de kerk naar orthodox begrip toch ook de plek is waar materie en God één worden en als zodanig overstijgt de eucharistie de betekenis van de lofprijzing.

Enkele theologen benoemden het belang van het Koninkrijk Gods als doel van de oecumene; en daarin zijn de ecclesiologische vragen nog niet de ultieme vragen. ‘We moeten de kerk niet te veel op een voetstuk plaatsen’, zei iemand, ‘zoals Albert van den Heuvel al zei, dat hij na een carrière bij de Wereldraad er uiteindelijk niet aan moest denken dat er één grote megakerk zou zijn ontstaan’. Een ander reageerde: ‘Het gaat volgens mij bij Gods Koninkrijk vooral om de ethische waarden vrede en rechtvaardigheid. De oecumene zal zich ook tot deze waarden moeten verhouden. Ik zou wat dat betreft het begrip Koninkrijk Gods nog wat meer ingevuld willen zien. We kunnen in de oecumene niet zonder deze ethische waarden. Ecclesiologie én ethiek zijn als twee zijden van dezelfde munt’, aldus Margarithe Veen, lid van de beraadgroep vanuit de PKN.

Klaas van der Kamp stelt in zijn boek dat de interreligieuze vragen een wezenlijk onderdeel zijn van de oecumene. Naar zijn idee moeten kerken samenwerken in het gesprek met de andere religies, omdat het anders wel heel erg onoverzichtelijk wordt en je ook een gemeenschappelijk belang hebt waar het gaat om de ruimte voor religie in het publieke domein. Er werd ter vergadering gereserveerd op gereageerd. De één vreesde een oprekking van het begrip oecumene. De ander zei te hopen dat moslims dan ook deze gedachte ter harte zouden moeten nemen, omdat zij nog weinig gericht zijn op continuïteit in de contacten.

Leo Koffeman, voorzitter van de beraadgroep, sloot aan bij de metafoor van Antoine de Saint-Exupéry. ‘Als je een schip wilt bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de enorme eindeloze zee’. Hij stelde, dat mensen dan wel het gemis moeten voelen en ook verwoorden. De vraag die je kan opwerpen is of mensen wel echt het gebrek aan eenheid als een gemis ervaren. Koffeman citeerde een gebed, waarin staat: Geef ons de genade meer verontrust te zijn over het gebrek aan eenheid.
Klaas van der Kamp stelde in een reactie dat hij geprobeerd heeft in het hoofdstuk over het doel van de oecumene een begrip te introduceren dat de tegenstelling tussen ‘beweging’ en ‘instituut’ overstijgt; een begrip dat verder reikt dan ‘aanvankelijk enthousiasme’ en ‘bereidheid samenwerking te organiseren’. Hij hoopt die verbinding te leggen in het begrip ‘lofprijzing’ en waar het om  mensen onderling gaat in het begrip ‘sympathie’.

Hij refereerde aan het shema, de meest essentiële geloofsbelijdenis van Israël. De basisbelijdenis uit Deuteronomium vind je in het Nieuwe Testament alleen volledig weergegeven in het evangelie van Markus in de discussie met een wetgeleerde als het gaat over het belangrijkste gebod. De andere evangelisten Matteüs en Lukas kennen wel de discussie, maar ze laten het meest belangrijke citaat weg, het eerste deel: ‘Shema Israël’ en ze beginnen bij; Je zult de Here God liefhebben….’. Dat is merkwaardig. Daarbij komt dat Jezus als eerste twee geboden combineert die tot op dat moment niet in de traditie zijn verbonden: het gebod God lief te hebben en daarbij je naaste als jezelf.

Klaas van der Kamp meent, dat het weglaten van het Shema moet worden gezien als een verplaatsen van de doelgroep. Markus schrijft nog voor joodse christenen. De andere evangelisten zijn al een stap verder en kennen niet meer het ‘Shema Israël’, maar het ‘Wie oren heeft om te horen, hore’. De combinatie van de twee liefdesgeboden laat zien dat Jezus als eerste de liefde van God en de liefde voor mensen laat samenvallen; en dat is precies wat er in zijn persoon gebeurt. Het evangelie van Johannes werkt die gedachten verder op een bijna midrashachtige wijze uit. Johannes laat zien dat de eenheid van God en Jezus bij elkaar komen; dus onder de eenheidsvraag ligt de godsvraag; vervolgens laat hij zien dat de gemeente in die eenheid zijn beslag krijgt. ‘Zoals de Vader en ik één zijn, zo u…’ De eenheid is dus niet een aanvulling; het is de essentie van het geheimenis van God en de essentie van het geheim van de kerk. Daarbij is de liefde steeds weer het verbindende element. Vandaar dat Johannes ook wel de apostel der liefde wordt genoemd.

Foto:
Drie leden van de beraadgroep, v.l.n.r. pr. Joop Albers (Anglicaan), Hanno Uittenbogaard (Orthodox) en Margarithe Veen (PKN).