Ik ben Koos Smits, sinds een maand werkzaam als priester van de Rooms-Katholieke Ludgerusparochie in Utrecht-Noord. Als priester ben ik wezenlijk verbonden met de eucharistie. Het is de viering waarin wij het laatste avondmaal herinneren en waarin we het lijden en sterven van Jezus gedenken. Maar bovenal dat hij leeft.
Ik denk aan een bijzondere viering ter gelegenheid van mijn afscheid van de parochie van Arnhem. Het was door anderen gepland op donderdagavond. Dat was voor mij heel bijzonder, omdat ik vooral tijdens mijn tijd in de Lambertusbasiliek in Hengelo, maar ook daarvoor aan het seminarie altijd het heilige uur hebben gevierd. In het heilig uur stallen we de hostie uit in een monstrans. We eten hem niet op, maar zijn erbij aanwezig om te kijken, te bidden, te zingen, stil te zijn en Jezus te voelen; hij is daar. Hij is aanwezig bij ons.
Het heilig uur herinnert ons aan het verhaal uit het Evangelie dat Jezus zelf het laatste avondmaal viert. Hij deelt brood en wijn uit aan zijn apostelen en zegt: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed. Dit ben ik, zo ben ik bij jullie omdat ik van jullie houd.” Dan neemt hij afscheid en loopt hij door Jeruzalem naar de tuin van Gethsemané.
Die bijzonder donderdagavond dacht ik aan dit verhaal. Maar ook aan mijn pelgrimstocht naar Jeruzalem. Twee keer heb ik daar in stilte en afzondering bij de zaal gezeten. En de weg van Jezus gevolgd, lopend door Jeruzalem naar de Hof van Olijven; de doodsangst, pijn, verdriet. Roepend en biddend tot de Vader. Uit liefde voor ons. Om gevangen genomen te worden, te worden gekruisigd en om weer op te staan en te leven. Dat heb ik daar in Jeruzalem heel sterk beleefd.
Dat kwam allemaal weer boven op die donderdagavond in de st. Martinuskerk in Arnhem. We mochten de eucharistie vieren met bijzondere lezing, die passen bij een nieuw feest in de Katholieke Kerk: het feest van Christus de Hogepriester. Dan denken we natuurlijk aan hoe de Hebreeënbrief vertelt hoe de priesters ook voor hun eigen zonden dieren offerden. Dat is afgelopen: Christus is het ene offer voor al onze zonden.
Die avond zag ik mezelf weer in Jeruzalem. En Jezus in de Hof van Olijven en aan het kruis; de Middelaar, de Hogepriester. En ik dacht: “Wie ben ik? Ik mag als mens, als zondaar, als priester in zijn dienst staan. Maar eerst mag ik het nú beleven. En ja, dan mag ik het weer doorgeven aan de mensen. Het was een unieke eucharistieviering. Jezus was heel dichtbij.
GESPREKSVRAGEN
- Onderstreep de uitspraak van Koos Smits die u het meest opvallend vindt. Leg aan uw gespreksgroep uit waarom u deze zin gekozen hebt.
- Koos Smits spreekt over de aanwezigheid van Jezus in het sacrament. Op welke manier ervaart u die aanwezigheid? Ziet u overeenkomsten en/of verschillen met de beleving van Koos Smits?
- Heeft u ook gepelgrimeerd? Hoe heeft dit uw beleving van eucharistie/avondmaal beïnvloed?
Heeft u niet gepelgrimeerd? Denkt u dat een pelgrimage uw beleving zou kunnen beïnvloeden?
Zie ook:
Interview Samuël Dogan (Syrisch-Orthodox)