Moslims, joden en christenen waren zondag 14 september in Utrecht samen in gebed om vrede onder de titel: “Onze God is een God van Rechtvaardigheid”. Het programma zette de toon voor de vredesweek. Yosé Höhne – Sparborth van de Basisbeweging stuurde daarover een bericht.
Het gebedsuur werd dit jaar opgebouwd vanuit de pijnlijke realiteiten in het Midden Oosten: “De hemel is donker gekleurd in het afgelopen half jaar. Naast de brandhaarden die er al waren in de wereld, is plotseling de vlam in de pan geslagen in de Oekraïne, in Irak en in en rond Gaza”.
De spanningen in het Midden Oosten raken een ieder op een bijzonder manier, zo werd gezegd, velen van de bezoekers hebben daar familie of bekenden, hebben een band met die landen. Voor de gemeenschap van de Ulumoskee geldt, dat ze met Turkije banden heeft, en dat ze op verschillende manieren nauw betrokken is bij de spanningen in de regio. Voor de Liberaal Joodse Gemeente geldt, dat haar leden nauwe banden hebben met Israël en wat er gaande is in Gaza. Voor de Antoniusgemeenschap geldt, dat de leden zich verbonden voelen met de Dominicaanse parochies in Irak, die midden in het gebied liggen dat nu getroffen is door de veroveringen van IS.
Voor alle drie geldt, dat het Midden-Oosten een regio is met heilige plaatsen. Voor alle drie geldt, dat zij dat gebied als bakermat zien van de profeten en het ontstaan van de geloofsgemeenschappen. En ze moeten met lede ogen aanzien, dat mensen de godsdienst gebruiken om hun geweld te legitimeren.
Er zijn lichtpunten aan die donkere hemel. Zo schreef Rabbi Edgar Nof uit Israël, hoe een groep religieuze leiders in Israël samenkomen om te bidden om vrede. Zij komen samen met moslim sjeiks, rabbijnen, een sjeik van de Droezen, priesters.
Ook uit Irak zijn er berichten, dat de verschillende geloofsgroepen elkaar helpen om nu te overleven.
Zij leven en lijden in die brandhaarden. Zij bidden samen en laten zich niet tegen elkaar opzetten.
De Antoniusgemeenschap in Lombok, Utrecht, bidt al vijftien jaar samen met de Liberaal Joodse Gemeente te Utrecht en de Ulumoskee te Lombok op 4 mei en in de vredesweek. Sinds enkele jaren vieren ze ook samen de langste dag. Ditmaal was het vredesgebed verplichtender nog dan anders. Tegen de achtergrond van het geweld in het Midden-Oosten dat door sommigen religieus wordt gelegitimeerd, is gezocht naar een vorm om zichtbaar te maken.
Eén tekst werd uit elke traditie gelezen, terwijl de drie voorgangers samen voor het altaar stonden. En de drie voorgangers stonden weer samen voor het altaar toen allen samen het Onze Vader baden, en elk van de voorgangers de zegen uitsprak over alle aanwezigen.
De voorgangers waren: Tirtzah Middleton (JLG), Suleyman Talha (ULUM.), Gerrit Jan Westerveld en Pia Wagenaar (Ant.)
Suleyman Talha reciteerde uit de Koran:
Daarom hebben wij de mensen voorgeschreven dat voor wie een ziel doodt – het is alsof hij alle mensen doodde en dat voor wie iemand laat leven, het is alsof hij alle mensen deed leven. Onze boodschappers kwamen tot hen met duidelijke tekenen, velen van hen waren daarna overtreders op aarde. (Soerah 5, 32)
Tirtzah Middleton las uit de Talmoed:
Ieder die veroorzaakt een verlies van een mens het is alsof hij heeft een hele wereld verloren, en ieder die redt een mens het is alsof hij heeft een hele wereld gered.
Gerrit Jan Westerveld las uit Jesaja 2, 4b:
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.