Er heeft een omslag plaatsgevonden in het oecumenisch denken binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Dat signaleert de preses van de PKN, ds. Karin van den Broeke, in een interview met het blad Vredesspiraal van Kerk en Vrede.
In de jaren tachtig werkte de PKN vooral samen met de katholieken. ‘We waren oecumenisch diaconaal geëngageerd’, vertelt Karin van den Broeke. De oecumene stond hoog op de agenda en de maatschappelijke betrokkenheid was groot. ‘Nu is er een ander soort oecumene’, aldus de preses van de PKN, ‘met reformatorische kerken; dit zoeken naar eenheid is ook een mooi proces, maar er is een andere toon en spiritualiteit…’. De oecumene met de protestanten onderling gaat veel meer over de geloofsleer, op zich ook belangrijk, meent Karin van den Broeke, ‘maar kerk-zijn houdt meer in dan een geloofsleer hebben’.
In een gesprek voor Vredesspiraal gaat de preses verder in op het thema van de pelgrimage van gerechtigheid en vrede, waartoe de Wereldraad van Kerken heeft opgeroepen. ‘Er wordt nu nog te veel gekeken naar een geseculariseerde wereld alsof die ons hindert. Als we deze pelgrimstocht gaan, kijken we allereerst naar hoe we mogelijk onszelf in de weg staan. De secularisatie kunnen we leren zien als een kans. Neem een Ruben van Zwieten, die op de Amsterdamse Zuidas werkt als dominee. Hij heeft nu de inzichten van econoom Piketty gepresenteerd in zijn dienst, de econoom die bestudeerde hoe in ons geldsysteem de rijken rijker en de armen armer worden’.
Op de vraag of ze beren op de weg ziet, waar het gaat om de pelgrimage uit te bouwen reageert ze: ‘Het zal een klus zijn om mensen het gevoel te geven dat er iets gaande is. De onverschilligheid is zo’n beer. Veel gemeenschappen zijn vooral naar binnen gericht, op zichzelf. In stand houden van de kerk lijkt het belangrijkste. Dat is echter niet onze opdracht. Onze opdracht is om met elkaar een leven voor Gods aangezicht te leiden, desnoods op de markt als er geen gebouwen meer zijn. In Busan heb ik sterk ervaren, hoe verrijkend het is als we over de grenzen van ons eigen kleine (kerk-)wereldje heenkijken. Voor mij was het positieve van Busan: dat wereldwijde perspectief, de directe verbondenheid wereldwijd. Je wordt op een prachtige wijze uit je dorp getrokken. Missionering vanuit de marge, dat werd voor mij daar heel helder. Ons laten onderbreken door het Zuiden. Dat is een kernwoord voor me geworden. De zending deze kant op, onszelf herzien. Het is de theologie van het Kruis: Jezus leert ons kijken door de ogen van de slachtoffers. Onze blikrichting moet gekeerd. Ik hoop echt dat zowel de Evangelische Alliantie als de R.K.Kerk, die beiden als waarnemer meededen in Busan, intensief zullen meegaan in deze pelgrimstocht. Dan kan de oecumene winnen aan kracht. We kunnen samen zoeken naar vormgevingen. Het is een kans om samen te gaan benoemen wat er op veel plekken gebeurt, waar die pelgrimstocht al gelopen wordt’.