Elk jaar worden er in Nederland honderden vreemdelingen, vaak voor langere tijd, opgesloten in een detentiecentrum. Anders dan bij criminelen komt daar nauwelijks een rechter aan te pas. Een ‘administratieve maatregel’.
Je moet in Nederland als crimineel heel wat op je kerfstok hebben om tot meer dan drie maanden celstraf veroordeeld te worden. Voor gedetineerde vreemdelingen is acht of negen maanden geen uitzondering – zonder dat ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Sommigen zijn al een aantal malen opgesloten geweest, vrijgekomen en opnieuw opgepakt. De meesten verlaten na verloop van (vaak lange) tijd het detentiecentrum weer via de voordeur, omdat ze onuitzetbaar zijn of omdat ze alsnog een verblijfsvergunning krijgen. Ook kinderen belanden soms in detentie – hoewel minder dan een paar jaar geleden, dankzij acties van onder meer kerken. De meeste bewoners van Vluchthuis, Vluchtkerk of Vluchtgarage hebben minstens één keer een aantal maanden vastgezeten.
Fysieke en vooral psychische schade
Het regiem in de detentiecentra is dat van een zware gevangenis, waarin niets gedaan wordt om de ingesloten mensen een stap verder te brengen naar een zinvolle toekomst. Verloren tijd. En mensen komen er fysiek, maar vooral ook psychisch veel slechter uit dan ze erin gingen. Dat is in veel onderzoeken glashelder aangetoond.
Ja, in het kader van de meer humane aanpak mogen ze nu wel twee uur per week(!) bezoek ontvangen. Tot voor kort was dat één uur. Ook zullen de fysieke visitaties misschien minder worden… Zelfs voor kleren wordt niet gezorgd; dat wordt gezien als een taak van de diaconie. In de voorstellen van staatssecretaris Teeven voor een meer humane ‘vreemdelingenbewaring’ – vreemd woord voor het opsluiten van mensen – gaat het regiem meer lijken op dat van een ‘gewone’ gevangenis.
Beroofd van de meest elementaire rechten
De vraag aan kerk en samenleving is hoe dit zich verdraagt met ons christelijk of algemeen mensbeeld en met de universele rechten van de mens. Of het werkelijk geoorloofd is om mensen op deze manier te beroven van een menswaardig bestaan, hen voor lange tijd te scheiden van hun gezin of familie, hen zeer lange tijd in onzekerheid te laten over hun lot. En ze op geen enkele manier in staat te stellen te werken aan hun toekomstperspectief. Het is geen vraag. We kennen het antwoord. Kerken hebben dat ook regelmatig aan bewindslieden en politiek laten weten.
Maar waar blijft de brede verontwaardiging dat dit in ons land kan? Dat mensen hun meest elementaire rechten worden onthouden? Omdat ze ooit veiligheid zochten, wegtrokken uit een situatie die ze niet konden verdragen. Om hier terecht te komen in rechteloosheid… We zijn in Nederland trots op mensenrechten en komen er graag voor op als ze elders in onze ogen geschonden worden. Maar als ze in Nederland geschonden worden, blijft het pijnlijk stil.
Jan van der Kolk,
voorzitter van de projectgroep Vluchtelingen
van de Raad van Kerken in Nederland.
Bron: Woord en Dienst, mei 2014.
Foto: Autonomen Den Haag, mei 2014.