Europa pakt pelgrimage op

De contouren van de pelgrimage, waartoe de Wereldraad oproept in de periode 2014 – 2021, worden steeds duidelijker. De Wereldraad zelf faciliteert het proces, verricht lobby-werk in dat kader, verbindt nuttige initiatieven wereldwijd met elkaar en probeert er een gezamenlijke profiel aan te geven.

Dr. Hielke Wolters, plaatsvervangend secretaris-generaal van de Wereldraad, was vrijdag 23 mei in Egmond bij de Europese raden van kerken om een toelichting op de voortgang van de pelgrimage te geven. Hij legde uit dat het gezamenlijk oppakken van hetzelfde thema en het per regio een eigen contextualisering maken de oecumene als zodanig een steviger profiel kan geven. De pelgrimage kan de strategie versterken, een eigen getuigenis oproepen, bemoedigen, relaties uitbouwen en een eigen communicatie geven.

Hielke Wolters vertelde dat men bewust voor het woord pelgrimage heeft gekozen. Aanvankelijk zong het woord ‘decade’ rond, zoals destijds bij de decade tegen geweld. Nadeel van dat woord is het profane gebruik. Daarmee is het onvoldoende onderscheidend. Een pelgrimage brengt de hoorder onmiddellijk in het eigen jargon van de kerken en daar is wereldwijd behoefte aan. ‘We merken dat bij de Verenigde Naties’, vertelde Hielke Wolters. ‘Men zoekt contact met ons en vraagt expliciet om niet het vocabulair van de NGO’s (niet-gouvernementele organisaties) te gebruiken, maar om als kerken te praten vanuit onze eigen spiritualiteit’.

De pelgrimage probeert de kerken voorbij de spagaat te brengen van enerzijds de onderlinge eenheid en anderzijds de sociale programma’s. Er is sprake van ‘een pelgrimage van gerechtigheid en vrede’. Dat is iets anders, aldus Wolters, dan ‘een pelgrimage voor….’ of ‘een pelgrimage in de richting van….’. Het eerste is alleen juist en dat maakt duidelijk wie de eigenaar van het proces is. Dat is niet de Wereldraad, dat zijn niet de lidkerken, dat zijn de zaken van gerechtigheid en vrede. Zij bepalen de aard van de pelgrimage. Wolters citeerde in dit verband psalm 85: 11, waar staat dat gerechtigheid en vrede elkaar begroeten met een kus.

Wolters onderstreepte het belang van de samenwerking tussen Wereldraad en landelijke (raden van) kerken. ‘Je moet in elk land de boodschap contextualiseren. In elke staat, in elk dorp hopen we op een groep die met frisse ogen kijkt naar de eigen context en zich de vraag stelt: wat is er aan gerechtigheid en vrede in de eigen omgeving aanwezig?’ Het gaat eerst om het benoemen (naming), dat kan leiden tot verbondenheid (engaging) en dat kan weer leiden tot verandering (transforming).

Een pelgrimsreis maak je niet alleen als individu, het gaat om een groepsproces. We worden daarbij niet uit de eigen omgeving gehaald, maar lopen juist samen op met de eigen omgeving en kijken rond in de eigen omgeving. Vandaaruit leidt het tot spirituele reflectie. Wolters refereerde aan de ‘boodschap’ van de tiende assemblee in Busan, die begint met de opmerking ‘We intend to move together’. Die tekst wijkt af van een oudere boodschap van een eerdere assemblee die begon met ‘We intent to stay together’. De tekst is letterlijk een stap verder.

Onmiddellijk na afloop van de tiende assemblee heeft de staf van de Wereldraad zich teruggetrokken en op basis van de inbreng van de honderden kerken zich bezonnen op de eigen taak. Wolters signaleerde een verdere reflectie binnen de kringen van de Wereldraad. In het verleden was er een sterke focus op de ideologie. Dat is niet weg, maar hij merkte tegelijk in Busan een meer praktische, bijna pragmatische insteek bij de mensen. De ietwat antagonistische benadering ontbrak in Busan. We herkennen elkaar als medechristenen. Aanvankelijk was er nog iets van de oude tegenstellingen, doordat er buiten de assemblee talloze evangelische christenen demonstreerden tegen ‘het spook’ van de oecumene. Maar gaandeweg de conferentie raakten deelnemers van de assemblee en de buitenwacht met elkaar in gesprek en Wolters signaleerde dat diverse groepen met elkaar in gebed gingen en dat demonstranten zelfs een dagkaartje kochten om een deel van de assemblee bij te wonen. Na afloop zei iemand: ‘Ik ben tot de oecumene bekeerd’.

In reactie op het verhaal van Wolters gaven verschillende secretarissen-generaal een doorkijkje op de ontwikkelingen rond de pelgrimage in het eigen land. Landen als Noorwegen en Duitsland hebben het thema op de agenda staan en gebruiken de terugkoppeling van Busan-gangers om het thema verder in beeld te brengen. In een land als Schotland was er nog weinig terugkoppeling geweest. ‘Soms gaan mensen’, verzuchtte een deelneemsters uit Centraal-Europa, ‘naar een assemblee, maar ze komen niet eens op het idee om na afloop iets te rapporteren en dan komt het niet echt verder’. De secretarissen-generaal uit Europa maakten de afspraak dat ze het thema ‘pelgrimage’ als kernmotief zullen nemen voor de ontmoeting die over een jaar plaatsvindt in Duitsland.

Foto’s:
1. Dr. Hielke Wolters
2. Kaars bij afscheid in de oud-katholieke kerk
3. Twee deelnemers die de afscheidsliturgie invulden; links Marianne Andréas (Zweden) en rechts Mervyn McCullagh (Ierland)
4. Afscheid bij de deur; links Anneke Vercruysse – De Raaf (België) en rechts Rudolf Scheltinga (gastheer vanuit de oud-katholieke kerk)
5. Een kunst werk in Egmond tegen de achtergrond van de vuurtoren; de vuurtoren werd door de deelnemers regelmatig aangehaald tijdens de conferentie als beeld voor Christus die in het leven een koers aanreikt