Het wordt tijd voor een update van de locale oecumene. Dat betoogde ds. Jaap van der Linden, als oecumenisch ambassadeur actief voor de Raad van Kerken in Nederland. Op verzoek van het bureau verzorgt Van der Linden af en toe een presentatie over de mogelijkheden om de oecumene plaatselijk verder uit te bouwen. Jaap van der Linden heeft er veel ervaring mee, zowel in zijn werk als gemeentepredikant als ook in de functie van secretaris van de taakgroep convenanten.
Jaap van der Linden heeft onlangs een analyse gegeven van de locale mogelijkheden in de plaatsen Geldrop en Mierlo. Onder het motto ‘oecumene is altijd locaal’, ging hij in op twee vragen, hij inventariseerde de plaatselijke mogelijkheden en hij benoemde mogelijke impulsen vanuit de landelijke Raad. Hij had te voren de kerkbladen bekeken en kwam tot een lijst van oecumenische activiteiten: Bijbelleesgroep, groepsgewijze rouwverwerking, marriage course, Taizé vieringen, gebedsvieringen rond advent en de 40 dagen, een meditatiegroep, een pelgrimswandeling, een wereldmaaltijd.
Hij adviseerde om locaal te onderzoeken welke andere mogelijkheden er nog zijn en verwees daarbij naar het themanummer Gebundelde krachten in de oecumene. Van der Linden ging verder in op de zes impulsen die vanuit de landelijke Raad aan het oecumenische werk worden gegeven. Hieronder in blauw een fragment uit zijn presentatie.
1. Missionaire presentie
Versterking van de missionaire presentie van de kerken in getuigenis en dienst door gezamenlijk op te trekken en gezamenlijk te spreken in de Nederlandse samenleving: in Busan is besloten te starten met een Pelgrimage voor recht en vrede. Ook in Nederland gaat de landelijke |Raad die pelgrimage starten. Hoe kunnen we locaal bijdragen aan recht en vrede?
2. Gesprek over eucharistische beleving
Na de gesprekken over de doop die resulteerden in oecumenische dooperkenningen die door de landelijke kerken zijn ondertekend en die men ook plaatselijk met elkaar kan ondertekenen, wordt nu een nieuwe poging gestart om toenadering te vinden rond de Maaltijd van de Heer. De leer verschilt vaak nog, maar kan men plaatselijk niet aan elkaar gaan vertellen wat ieder beleeft bij de viering van de Maaltijd van de Heer binnen de eigen traditie? Dus breng (opnieuw?) het gesprek op gang over eucharistische beleving met het oog op onderlinge (h)erkenning. Benoem daarin: wat je beleeft, wat jou raakt, wat je ter harte gaat, waar je twijfel zit.
3. Oecumene als gezamenlijke leerschool
aandacht blijven vragen op alle niveaus voor de oecumenische beweging zelf als gezamenlijke leerschool van kerken en christenen: vrijwilligers in het pastoraat bijeenbrengen om ervaringen uit te wisselen, idem met vrijwilligers in het jeugdwerk, verkenningscatechese: groepen bezoeken en bevragen elkaar, bekijken elkaars kerkgebouwen en gewoonten, pastores bespreken samen de lezingen uit het leesrooster, wandeling langs gebedshuizen, Kerkennacht.
4. Inzet voor sociale cohesie
Gemeenschappelijke inzet voor sociale cohesie en sociale verantwoordelijkheid binnen eigen stad of dorp of wijk vanuit het Evangelie van Jezus Christus: gezamenlijk contact met de overheid, inloophuis – samen eten, debatten organiseren voor hele bevolking over samenleven met elkaar.
5. Ontmoeting tussen de godsdiensten organiseren over alledaagse vragen die ieder mens heeft.
Daarmee bijdrage leveren aan: ontmoeting en begrip tussen mensen met evrscillende achtergronde (culturen, godsdiensten, leefwijzen); ontmoeting en ebgrip tussen godsdiensten en; samen vragen om vanzelfsprekende ruimte voor godsdienst en religie in onze samenleving.
6. Verder groeien naar zichtbare eenheid
Verder werken aan gemeenschappelijke visie op zichtbare eenheid en op het doel en de weg van de oecumene:
Overweeg om plaatselijk een convenant te sluiten met geloofsgemeenschappen die al met elkaar samenwerken, die de samenwerking willen verdiepen of willen starten.
Een convenant is een overeenkomst waarin plaatselijke geloofsgemeenschappen met elkaar een commitment aangaan. Een oecumenisch convenant kun je het beste vergelijken met een verbondsluiting. Daar zit een formele en een inhoudelijke kant aan.
Jaap van der Linden ging in zijn bijdrage ook in op de wens naar een nieuw paradigma van oecumene. Hij citeerde een drietal mensen. Hieronder in blauw weer een fragment uit zijn presentatie.
Dr. Erik Borgman pleit voor een oecumene die niet op zoek gaat naar de grootste gemene deler, waarbij je alleen overhoudt wat je in verschillende geloofstradities gemeenschappelijk hebt, maar voor een oecumene waarin ieder ook zijn eigen specifieke tradities en gewoonte mag inbrengen en je elkaar daarmee verrijkt.
En Dr. Mechteld Jansen spreekt daarom in de oecumenische samenwerking liever naar verbindingen dan naar consensus over alles: “Hoewel mensen al te drammerige eenheid afwijzen, wil dat niet zeggen dat ze op een bepaalde manier niet op zoek zouden zijn naar bevestiging en vriendschap. En dat zoeken zal meer impliceren dan alleen het opwarmen van het eigen hart. Het zal er altijd om gaan dat mensen toch weer groepen vormen. Kortom: mensen zoeken verbindingen.”
Dr. Anton Houtepen doet ook een duit in dat zakje: “Oecumene zou moeten inhouden: samen delen van wat wij allen hebben gekregen, in plaats van eindeloos bakkeleien over de verschillen die wij zelf hebben veroorzaakt en die de eenheid van de kerken in de weg staan. Koinonia ( = gemeenschap) betekent allereerst: deelgenoot zijn. En pas daarna: eenheid en saamhorigheid.”
De verschillen hoeven niet glad gestreken te worden. Laat elkaar delen in elkaars traditie.
Wie Jaap van der Linden een beetje wil volgen kan onder in de pagina onder het trefwoord ‘locale oecumene’ informatie vinden over plaatselijke samenwerking en over convenanten.
Foto’s:
Boven: Jaap van der Linden (links) in een groep tijdens een gesprek over oecumene
Onder: Het embleem onder aan de pagina waarachter informatie over locale samenwerking te vinden is