Sam Kobia heeft als enige secretaris-generaal geen tweede periode gevraagd om leider te kunnen blijven van de Wereldraad van Kerken. Het is bij de buitenwacht niet helemaal duidelijk geworden waarom hij die ambitie heeft ingeslikt. Sommigen menen dat een verkeerd curriculum hem noodlottig is geworden. Net als Charles Schwietert destijds heeft Kobia zich academische graden aangemeten die niet correct waren. Zijn verwijzing naar de universiteit van Fairfax was onjuist, omdat de opleiding helemaal niet bevoegd is graden te verlenen. Anderen menen dat hij onkosten niet helemaal goed wist te verantwoorden. Weer anderen wijzen op het gebrek aan managementvaardigheden in het algemeen, weliswaar gecompenseerd door een grote beminnelijkheid, maar in een krimpende organisatie waar keuzes gemaakt moeten worden was dat onvoldoende.
Het boek van Frans Dokman, getiteld ‘De zevende dimensie’, gaat echter uit van een andere spanning. Hij wijst op de managementstijl van Kobia, die haaks staat op wat westerse geldschieters wensten, en dus was het een kwestie van afwachten tot de eerste periode was afgelopen om Kobia duidelijk te maken dat hij niet langer als topman gewenst was.
Dokman heeft zijn analyse verwerkt in een dissertatie, dus enige logica kan de analyticus niet worden ontzegd. Dokman heeft een bijzonder CV, hij werkte als internationaal manager in onder meer Nigeria en combineert zijn ervaringen met zijn opleiding als religiewetenschapper. Hij werkt nu als senior onderzoeker en directeur van het Centre for World Christianity and Interreligious Studies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij beschrijft de spanningen tussen westerse en niet-westerse managementtheorieën en de rol die religie daarbij speelt. In westers management, zo zegt Dokman, is de scheiding van lichaam en geest een startpunt van denken. Je schakelt voor een deel je gevoel uit om zakelijk betrouwbaar met elkaar te kunnen omgaan. Niet-westerse concepten houden gevoel en rede dichter bij elkaar, en ook management en religie.
Dokman illustreert zijn visie aan een casestudie over Sam Kobia. Dr. Sam Kobia introduceerde het Ubuntumanagement bij de Wereldraad, zegt Dokman. Na decennia van westers management koos Kobia een Afrikaanse benadering, die religie en management verbindt. De nieuwe werkwijze mondde uit in conflicten en strijd over macht.
Lastig punt in de redenering van Dokman is, dat Sam Kobia in officiële geschriften nauwelijks over het Afrikaanse managementmodel spreekt. Kobia heeft blijkbaar geen plan gehad om het Ubuntudenken (zo heet de benadering) stap voor stap in te voeren. In zijn boeken, zegt Dokman, vind je wel een polemische lijn tegenover het westen in het prijzen van de Afrikaanse spiritualiteit en leiderschap met aspecten als humaniteit en het verbeteren van het leven van de gemeenschap. Kobia voert een polemiek met als grondtoon dat Afrikaanse spiritualiteit dreigt te verdwijnen door kolonialisme, imperialisme en globalisering. Er wordt zelfs in literatuur wel een vergelijking gemaakt met de Sjoa. Zowel Joden als Afrikanen delen de ervaring van gemarginaliseerd zijn als gevolg van westerse machtsstructuren die mensen van zichzelf en van elkaar vervreemden.
Volgens Umbuntumanagement participeren alle organisaties in een spirituele vitale kracht. Een organisatie wordt op holistische wijze gezien, als een groep mensen verbonden met voorouders, spirits en God. Alle methodieken en principes zijn onderdeel van deze spirituele context.
Kobia ziet de organisatiestructuur van de Wereldraad als door het westen gedomineerd. De cultuur typeert hij als theologisch Duits, de financiën zijn Amerikaans en de bureaucratie is Nederlands, en dat terwijl de staf multicultureel, multiraciaal en multi-denominationeel is, oftewel niet-westers (pag. 127).
Ubuntu wordt nooit genoemd in de stukken van het Centraal Comité. Wel is er alle aandacht voor consensus, en dat begrip ingebracht door de orthodoxen overigens, past zeer wel in de visie van Ubuntu. Het gaat daarbij niet om een techniek, maar vooral om een spirituele manier van benaderen.
Kobia speelt in op de ontwikkelingen en het verschuiven van het zwaartepunt van het christendom naar het zuiden door de opbouw van de organisatie te wijzigen. Hij vermindert de staffuncties in Geneve en breidt de regionale kantoren uit. De verschillende disciplines komen bij elkaar in de programma’s. Kobia gaat uit van harmonie tussen taken en interdisciplinaire inzet. Een speciaal departement van planning en integratie zorgt voor afstemming.
Probleem voor Sam Kobia is echter, aldus Dokman, dat binnen de machtsstructuur van de Wereldraad de westerse lidkerken zorgen voor de financiën en tevens de werkwijze bepalen. Daarbij komt het zoeken naar eigen identiteit, waardoor de Wereldraad zich concentreert op een andere focus. Dokman: ‘Is het voor de Wereldraad mogelijk om de thema’s van geld en macht te overstijgen?’ En: ‘Is de Wereldraad een religous organisation of een faith based organisation?’ Het is dus niet alleen een strijd over westerse en niet-westerse managementprincipes. Het is ook een strijd over wat de Wereldraad zelf is. Kobia ziet de Wereldraad als religious organisation, waarin zakelijkheid en spiritualiteit met elkaar zijn verbonden. Het westen richt zich op het individu, Afrika op de groep.
Het eindspel is bekend. Op 18 februari 2008 maakt de Wereldraad bekend dat Kobia heeft aangegeven om persoonlijke redenen niet beschikbaar te zijn voor een tweede termijn als secretaris-generaal.
Als we de strekking van het boek van Dokman voorleggen aan iemand uit de zending, zucht de betrokkene een keer. Ubuntu, ja, dat is medemenselijkheid. Je komt het in zuidelijk Afrika tegen, niet zozeer in westelijk Afrika. Oorspronkelijk is het een Bantoebegrip. Het is iets moois en tegelijk heel vaak misbruikt. In zekere zin liet Mandela zich door Ubuntu leiden. Hij heeft er een relatief vreedzame overgang naar een ander regime mee georganiseerd. Tegelijk zie je ook bij hem neefjes op allerlei sleutelposities verschijnen. Of laat ik het voorzichtiger zeggen, aldus de zendingsman: men organiseert zich anders dan wij, westerlingen gewend zijn. Dat verklaart ook de naar ons idee wat tweeslachtige houding van Afrikaners naar iemand als Mugabe. Afrikaners oordelen relatief licht over de dictator, omdat hij in zijn werkwijze aansluit bij de voor allen herkenbare Ubuntu. Die man misbruikt in zekere zin Ubuntu…
Het boek ‘De zevende dimensie’ heeft als ondertitel ‘de rol van religie binnen internationaal management’. Het is uitgegeven door uitgeverij Quist in Leidschendam en telt 220 pag.