Geloof is levenskunst

Religie geeft levensverrijking, aangenomen dat het niet om een overjarige variant gaat. Geloof is een kwestie van levenskunst. Dat zei dr. Sijbolt Noorda, oud-bestuurder van onder meer de Universiteit van Amsterdam, bij het afscheid van dr. Henk van der Sar als voorzitter van het college van bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit.

Noorda ging tijdens een mini-symposium in op de verhouding van universiteit/wetenschap enerzijds en kerk/theologie anderzijds. Voor hem was evident dat de theologie aan de academie thuishoort en dat levensbeschouwing het leven inhoud geeft. Hij vertolkte deze mening eerder bij onder meer een gelegenheidstoespraak aan de Universiteit voor Humanistiek.

Meer intern refereerde hij aan een discussie eind jaren tachtig, toen de commissie-Oberman een weg moest zien te vinden tussen enkele Leidse hoogleraren die de theologie als een gewone wetenschap benaderden met een extraatje waar de universitaire logica af moest blijven en Amsterdamse hoogleraren als Kuitert die vonden dat de hele theologie toegankelijk moest blijven voor de kritiek van andere wetenschappen. Oberman concludeerde destijds weinig verrassend dat er ‘uiteenlopende vormen van theologiebeoefening mogelijk zijn’.

Noorda zelf heeft zich altijd sterk gemaakt voor grote nagenoeg interdisciplinaire faculteiten, waarin de diverse wetenschappers elkaar bevragen en stimuleren. Hij ziet de theologie ook in die lijn, en dat is redelijk voor de hand liggend omdat theologie ook met alle wetenschappen van doen heeft, ‘behoudens misschien met de tandheelkunde’. Noorda riep op om vooral als wetenschappers open te blijven staan voor vernieuwingen, want er dienen zich constant veranderingen aan waarop een professioneel denker dient te reageren. Hij stelde verder, dat naar zijn smaak universiteiten in Nederland ietwat de neiging hebben om de christelijke theologie te veronachtzamen. Hij heeft zelf de universiteit van Leiden recent advies gegeven over de invulling van de godgeleerdheid en gezegd dat men minder eenzijdig zich moet richten op godsdienstwetenschappen en op het idee dat de islam dominant in het curriculum moet. Juist de christelijke traditie is sterk verweven met de ontwikkeling van de universiteit en heeft meer misschien wel dan andere religies affiniteit met de ontwikkeling van academische kennis.

Prof. dr. Nico Koopman van de universiteit van Stellenbosch hield een inleiding waarbij hij refereerde aan het gemeenschappelijke programma van de Protestantse Theologische Universiteit en de universiteit in Stellenbosch. De contacten zijn ontstaan destijds toen één van de bloedgroepen van de PTHU, de Gereformeerde Kerken in Nederland, nog een eigen universiteit hadden in Kampen. Allan Boesak kreeg er een opleiding als theoloog en hij is één van de mensen die een prominente rol heeft gespeeld in het afschaffen van het apartheidsregime. De ervaringen leidden tot een gezamenlijk programma onder de titel ‘menselijke waardigheid’; het is een thema waarmee de universiteiten van zuid en noord nu samen proberen verder een bijdrage te leveren aan de samenleving.

Drs. Ruth Peetoom, voorzitter van het CDA en lid van de Raad van Toezicht van de PTHU, ging verder in op het thema van het mini-symposium ‘Markant in de marge’. Zij analyseerde de Nederlandse context als een situatie waarin godsdienstige vanzelfsprekendheden onder kritiek liggen. Zij noemde als voorbeelden het beleid rond de weiger-ambtenaren die geen homoseksuele relaties in de echt willen verbinden, de subsidiëring van levensbeschouwelijke instellingen en het verbod op godslastering. Zij relativeerde het idee dat theologie in de marge is gemanoeuvreerd. Met een ‘Wat je uitstraalt trek je aan’ riep zo op tot zelfbewustzijn.

Toen Henk van der Sar destijds aantrad als bestuurder van de Universiteit in Kampen waren er nog zes plaatsen waar protestantse theologen een opleiding volgen. Inmiddels is dat aantal studieplaatsen voor de PKN-ers gereduceerd tot twee: respectievelijk Amsterdam (VU) en Groningen. Daarnaast zijn er opleidingen voor protestanten in Kampen (GKV) en Apeldoorn (CGK). Vertegenwoordigers van deze universiteiten waren aanwezig bij het afscheid. Ze praten onderling over verdere afstemming van de opleiding. Van der Sar zal als voorzitter van het College van Bestuur niet in die functie worden opgevolgd. De werkzaamheden worden herschikt.

Net als de protestanten hebben ook de rooms-katholieken hun opleidingen heringericht naar locaties als Tilburg en Utrecht. Kerken als de doopsgezinden en de remonstranten hebben ter versterking van hun eigen identiteit bijzondere hoogleraren aangesteld aan bestaande faculteiten die het religieuze erfgoed van de betreffende kerken onderwerp van studie maken en studenten uit de eigen kerk naast de algemene opleiding een introductie geven in het eigen kerkverband.

Foto’s:
Sijbolt Noorda
Henk van der Sar