De tiende assemblee van de Wereldraad ligt al weer een week achter ons. Huub Vogelaar, die op een journalistenkaart meedeed met de assemblee, bleef iets langer in Korea en kijkt terug.
The Days After the Assembly
Op de derde dag van de Assemblee tref ik Jin, een vlotte, vrolijke Koreaanse presbyteriaanse predikant van 35 jaar. Een wederzijdse vriend uit Sri Lanka had ons bij elkaar gebracht en het klikt tussen ons. Jin is theologiedocent aan de befaamde Hanshin Universiteit in Seoel en directeur van het Peace Culture Institute. Hij is een van de weinige Zuid-Koreanen die in Noord-Korea is geweest en is o.a. betrokken bij internationale organisaties die nadenken over de vraag hoe een eventuele hereniging van Noord- en Zuid-Korea zou kunnen verlopen. Hij nodigt me uit om zijn kerk in Seoel te bezoeken, maar zijn vraag om voor zijn theologiestudenten een lezing te houden over de Wereldraad en zijn bemoeienis met vrede overvalt me een beetje en ik vraag wat bedenktijd omdat ik nog heel wat van Korea wil zien. Als hij duidelijk maakt dat het ook op een meer informele wijze kan, stem ik toe.
Met drie deelnemers aan de Assemblee (Siep, Jaap en Edwin) reis ik van Busan naar Gyeongju, de hoofdstad van het vroegere Shilla koninkrijk. In de bergen rond de stad bezoeken we de bekende boeddhistische tempel Bulguk-sa en klimmen we naar de grot Seokguram waar een schitterend beeld van de Boeddha staat. Ondanks de regen is het er een drukte van belang. Staande voor het Boeddha beeld zegt een pelgrim me dat ik hier ook mag bidden en van zijn uitnodiging maak ik gebruik. Een opmerkelijk verhaal wil dat er in de grot een stenen (christelijk) nestoriaans kruis is gevonden (op het internet staat hiervan zowaar een foto), maar de meeste wetenschappers houden dit voor een legende.
In Seoel maak ik een uitstap naar het sjamanistische dorpje Inwangsan dat vastgekleefd lijkt aan de berghellingen met huisjes, kleine boeddhistische tempels en sjamanistische heiligdommen. Mijn Lonely Planet spreekt bedrieglijk van een wandeling. Eenmaal uit het metrostation is het een lange, steile klim omhoog. Uitgeput kom ik boven, maar steeds weer doemen er nieuwe trappen of kleine paadjes op die verder omhoog voeren. Ik rust uit op een terrasje naast een piepklein winkeltje. Elke dag beneden om boodschappen gaan is ook geen doen. Een passerende bewoner vertelt me dat nog iets hoger de bergkoning huist wat me aanspoort tot een laatste inspanning. Wat ik dan zie is geen bergvorst, maar iets dat lijkt op een sjamanistisch ritueel. Een man gooit ettelijke kleine keitjes op hoofd, schouders en lichaam van een jonge vrouw die geknield op de grond zit. Ik was enigszins verrast want ik had gelezen dat sjamanen hier vrouwen (mudangs) zijn. Vervolgens begint de man te zwaaien met vlaggen en gebladerde takken. Ik krijg even het gevoel dat ze zich betrapt voelen, maar het reinigingsritueel (?) gaat verder. Ik vind het geen fraai gezicht: een zwaaiende man gebogen over een geknielde vrouw. Volgens de officiële statistieken wordt het sjamanisme maar door een half procent van de bevolking aangehangen, maar andere bronnen spreken van een comeback en stellen dat tegenwoordig 7 procent van de bevolking – vaak zijn het armsten – het sjamanisme aanhangt.
In zijn mooie KIA brengt Jin me de volgende dag naar Jeoldusan wat zoiets als ‘onthoofdingsheuvel’ betekent. Daar is een museum en een gedenkplaats voor duizenden katholieke gelovigen die hier in de 19de eeuw werden gemarteld en vermoord waarna hun lichamen van de rots en vervolgens in de rivier Han werden gegooid. Het is een aangrijpende plek. In de aanwezige boekwinkel hoopte ik meer te vinden over een eerdere golf van katholieke lekengemeenschappen die einde 18de eeuw in het confucianistische Korea maatschappijkritisch actief geweest waren maar daarover had men geen informatie. De gedurfde leefstijl van deze katholieken die leefden als de eerste christenen had me eigenlijk naar hier gebracht.
De presbyteriaanse gemeente van Jin heeft veel geld in de kosten voor de 10de Assemblee gestopt. Niet toevallig ging Olav Tveit, secretaris-generaal van de Wereldraad, hier op de zondag na de Assemblee naar de kerk. Jins kerk staat bekend als een progressieve gemeente waar relatief veel artsen kerken. Deze dokters bieden gratis geneeskundige zorg aan illegale islamitische arbeiders en hun gezinnen. Gelijktijdig met de protestantse kerkdienst houden de moslims op zondag hun eigen diensten in een aparte ruimte van het kerkgebouw. Na de diensten is het medisch spreekuur. Jin vertelt me ook dat de Koreanen die intens aan het statement van de Assemblee over Noord- en Zuid-Korea hebben meegewerkt onder druk van de regering hun instemming hebben ingetrokken. Ik ben geschokt en sta perplex. De regering vond de Wereldraad te links. Uit de gesprekken met Jin en eerder met andere Koreanen werd me duidelijk dat het meedoen aan 10de Assemblee in Busan splijtend heeft gewerkt binnen de Koreaanse presbyteriaanse kerken. Veel kerkleden waren er niet voor. Anderzijds kan je natuurlijk ook zeggen dat gemeenteleden en bezoekers (die de laatste dagen ineens talrijk kwamen opdagen) zelf op de Assemblee kunnen ervaren en leren dat andere kerkmodellen ook kunnen inspireren.
Na een bezoek aan het prachtige Nationale Museum van Zuid-Korea, een zen-boeddhistische tempel en een stadstoer (waarbij we moeten omrijden want president Putin van Rusland is op staatsbezoek) bereiken Jin en ik de Hanshin Universiteit. In de bibliotheek zie ik bij de meest recente aanwinsten opvallend veel boeken over Calvijn staan. De doelstellingen van Department voor Theologie zijn opvallend wat betreft vrede en gerechtigheid: to nurture students who are committed to grasping the truth of the Biblical Revelation, pursuing the principle and free spirit of the reformed theology, eradicating injustice and violence from human history that is the mission field of God, and building a righteous and peaceful world.
Mijn college over de vredesprogramma’s van de Wereldraad over de laatste 40 jaar loopt lekker. De eerste vraag van de studenten gaat over het onderwerp homoseksualiteit en de LGBT presentatie op de Assemblee. Blijkbaar dringt de beroering over dat thema snel door naar buiten. Ik spreek over de aangrijpende en ontroerende LGBT workshop van het christelijke Europese LGBT Forum, het beklemtonen van de traditionele waarden van de christelijke familie door orthodoxen (en protestanten uit Afrika) gezet in een context die formele relaties tussen personen van hetzelfde geslacht zoals het homohuwelijk nadrukkelijk afwijst. Let wel: de Russische orthodoxe kerk keurt discriminatie van homoseksuelen officieel af. Ik vertel de studenten ook iets over de reacties bij de LGBT stand op de Madang die Heleen de Boer mij vertelde. Van Russische orthodoxen die probeerden de standhouders te bekeren. Maar ook van Russische orthodoxe priesters die om pastorale redenen goede informatie wilden hebben voor hun homoseksuele parochianen. Een andere student vroeg wat ik zelf van de Assemblee vond. Ik zei dat ik naar Busan kwam om ‘oecumenische elektriciteit’ te voelen en dat ik die vond in de workshops, met name op de Madang, een aparte open ruimte, een soort wereldmarkt vol kramen, podia en tenten over allerlei actuele thema’s. Ik deelde ook een paar van mijn waarnemingen op de Assemblee.
1. De positieve participatie van de oosters orthodoxen, met name van oriëntaalse orthodoxen. Hun aanwezigheid was goed zichtbaar, ze leidden veel vergaderingen, lieten zich gemakkelijk fotograferen – ze leken wel aaibaar – en onderhielden zich opvallend gemakkelijk met niet-orthodoxen.
2. De toespraken van leiders van de pinkster- en evangelikale beweging lieten zien dat de verhoudingen tussen de Wereldraad van Kerken en de twee andere grote kerkfamilies verbeterd zijn. Die punten zijn binnen, dacht ik meteen. Het bestaan van het Global Christian Forum heeft hiertoe stellig aan bijgedragen.
3. Ook goed voor het brede kerkelijke familiegevoel was de participatie van enkele katholieke sprekers en nog nooit was de katholieke delegatie op een Assemblee zo groot geweest.
4. Het was een Assemblee met diverse, belangrijke, rijke, culturele en spirituele thema’s. In Busan werd beklemtoond dat vrede en gerechtigheid centrale thema’s zijn van de pelgrimage die Wereldraad en zijn lidkerken willen gaan.
Wel bleek dat voor sommige thema’s nog veel geduld nodig is. Je moet leren aanvaarden dat bepaalde zaken langzaam gaan en eerst op termijn tot resultaat zullen leiden. Ik denk aan rechtvaardige vrede (‘just peace’), homoseksualiteit of het 15 jaar oude initiatief van Global Christian Forum. Ondanks tekortkomingen vind ik de Assemblee een uniek podium dat een bonte groep van christenen uit vele windstreken tezamen brengt om onrechtvaardigheid en geweld uit te roeien. Het is enorm waardevol dat de Wereldraad met de Madang zo’n grote variatie aan stands bijeen heeft gebracht. Ik ben daar zeer dankbaar voor. Het is in feite meteen een statement dat er bijv. ruimte was voor Palestijnse christenen met een grote tent (met daarop de beschilderde muur tussen Israël en Palestina), of een stand plus workshop van zowel het LGTB netwerk als de Dalits uit India. Koreanen en Palestijnen hebben gemeen dat ze een muur in hun land hebben en dat gaf natuurlijk een band. In een gezamenlijke viering in de Madang werd anticiperend gezongen over het vrij kunnen dansen in Palestina en de Gedemilitariseerde Zone (DMZ). Nog nooit eerder heb ik het Onze Vader zo ontroerend in het Arabisch horen zingen. Geroerd werd ik ook door de Dalits die dansend protesteerden met de leuze “No one can serve Christ & Caste” en daarbij vergezeld werden door de in felrood geklede Indische orthodoxe metropoliet dr. Geevarghese Mor Coorilos, die ook moderator was van de commissie voor missie en evangelisatie. Hij was de enige bisschop die het aandurfde.
Huub Vogelaar
Voor de andere columns van assembleebezoekers klik hier.
Foto’s:
Boven Huub Vogelaar
Onder impressies van één van de boeddhistische tempels in Korea