De Pinksterkerken worstelen in eigen kring met eenheid en organisatie. Dat blijkt uit een interview van het blad Uitdaging met de voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten ds. Peter Sleebos. Daarnaast zijn er contacten met onder meer de Raad van Kerken en enkele bilaterale contacten met andere kerken. Vraag is altijd weer of die contacten zouden kunnen resulteren in verdere afspraken, eigenlijk dezelfde vraagstelling als die vraagstelling die men intern aan de orde stelt..
Tijdens een eerste retraite van het Nederlands Christelijk Forum afgelopen maand werden er in de wandelgangen allerlei gesprekken gevoerd tussen leden van de Raad van Kerken en andere bezoekers. Op de vraag of kerken als bij voorbeeld ‘Vergadering van de Gelovigen’ en ‘Verenigde Pinkstergemeenten’ een lidmaatschap zouden kunnen aanvragen bij de Raad van Kerken, antwoordde een vertegenwoordiger van de Vergadering van Gelovigen: ‘We worstelen met de eenheid in eigen kring. Zolang we met de interne samenhang worstelen is het minder voor de hand liggend om ook het lidmaatschap te zoeken naar bredere verbanden’. Desalniettemin is men in kringen van de Vergadering bereid om mee te denken in oecumenische ontmoetingen.
Ds. Peter Sleebos gaat in op de samenhang binnen de pinksterkerken, die deels zich verenigd hebben binnen de VPE (een verband van ongeveer 30.000 christenen). Ook daar kent men een interne worsteling, maar tegelijk zijn er ook externe contacten en heeft de VPE zijn nek uitgestoken door de toenaderingsverklaring over de doop te tekenen.
Boven het artikel over eenheid staat: ‘De worsteling van de pinksterbeweging is: Wil je samen kerk zijn?’ Het blad Uitdaging zegt: ‘Het individualisme onder (ook) pinksterkerken baart hem zorgen’. Niet iedere gemeente wil zich namelijk aansluiten bij de VPE. ‘Waarom niet?’, vraagt interviewer Sjoerd Wielenga. Ds. Peter Sleebos, die volgend jaar terugtreedt als voorzitter van de VPE, zegt: ‘Door koudwatervrees, denk ik. Sommigen denken dat ze beperkt worden. Terwijl ik denk dat het versterkend werkt: het is mogelijk om én ruimte te geven aan de Heilige Geest én samen op te trekken. Sommige mensen willen dat niet’.
Wielenga vraagt: ‘Baart dit individualisme u zorgen?’ Sleebos antwoordt: ‘Waar we naar toe moeten, is dat wij in samenwerking elkaar ruimte geven. Ik zou graag meer eenheid willen zien binnen de pinksterbeweging. Niet om onze zuil sterker te maken, maar vanwege de herkenbaarheid. Zo kunnen we samen kerk zijn en op het hele kerkelijk erf zegen verspreiden’.
Uitdaging stelt vast dat er enig risico is dat je van een beweging naar een instituut opschuift. Daar wil Sleebos niet van weten. Je bent maar zo met papier bezig in plaats van met de Geest, vreest hij. ‘De initiatieven van samenwerking met andere kerken zien we als deuren die opengingen. De Pinksterbeweging moet niet denken dat zij een monopolie geeft op het werk van de Geest. Dat is een foute gedachte en ab-so-luut niet waar’.
Wielenga vraagt: ‘Houden oecumenische inspanningen niet vooral kerkelijke leiders uit uw generatie bezig?’ Sleebos antwoordt onder meer: ‘Jongeren zijn inderdaad verder. Wij, ouderen, hebben nog een stuk te verwerken en moeten onze zoektocht afmaken. Een gezonde kerk van vandaag kent vijf generaties. Die horen bij elkaar en moeten elkaar vasthouden door elkaar de ruimte te geven’.
Foto: ds. Peter Sleebos