Op 15 mei was ik met een delegatie van de landelijke Raad van Kerken op bezoek in Detentie-centrum Rotterdam. De verklaring die de Raad bij die gelegenheid uitgaf staat elders in dit nummer. Graag maak ik er hier nog een meer persoonlijke noot bij.
Sinds ik, nu enkele jaren, heel intensief betrokken ben bij het vreemdelingengebeuren, ben ik geschokt door de manier waarop ook Nederland met zijn vreemdelingen omgaat.
Dat geldt vanaf binnenkomst in Nederland: die begint met een verblijf van minimaal 8 dagen in de gevangenis op Schiphol, ook gezinnen en kinderen, ook zwaar getraumatiseerden, in een zwaar regiem tussen criminelen. Vervolgens in asielzoekerscentra, waar mensen systematisch hun menselijkheid wordt ontnomen. Mogen niet werken, mogen niet leren, hebben heel beperkt toegang tot noodzakelijke voorzieningen. Bijvoorbeeld hulp bij traumaverwerking. Ook het taalgebruik is daarbij ‘verzakelijkt’. Een voorbeeld: als het gaat over het spreiden van asielzoekers over de verschillende centra heet dat ‘voorraadbeheer’, alsof het om potloden of andere goederen gaat. De vergelijkbaar met wat Hannah Arendt ‘de banaliteit van het kwaad’ noemt, dringt zich zo wel op.
Velen worden na verloop van tijd op straat gezet (‘geklinkerd’), of, als het om gezinnen met kinderen gaat, overgebracht naar speciale gezinslocaties, zoals in Katwijk. Vreselijk om als kind daar te moeten verblijven.
En in de loop der tijd worden veel ‘uitgeprocedeerde’ asielzoekers met het oog op hun gedwongen uitzetting opgesloten in detentiecentra als dat in Rotterdam-vliegveld. Met zo’n 600 mensen, in een regiem dat zwaarder is dan voor criminelen. Terwijl ze hoogstens een overtreding hebben begaan, namelijk geen geldige verblijfspapieren. Sommigen zijn niet eens uitgeprocedeerd, maar worden alvast opgesloten. En allen komen er psychisch veel slechter uit, dan ze er in gingen.
Intussen is er geen enkele mogelijkheid te werken aan toekomst, waar dan ook. Uitgangspunt van de Nederlandse overheid is: ‘we maken ze het zo onaangenaam mogelijk, dat gaan ze vast wel terug’. En zo wordt de toekomst van duizenden mensen bewust kapot gemaakt.
Nu wordt er in Den Haag gesproken over een meer humaan asielbeleid. Maar dat zijn dan hoogstens kleine aanpassingen. Het is een instrumentele discussie. De basis, namelijk dat vluchtelingen mensen zijn die rechten hebben en zeker recht om te bouwen aan een menswaardige toekomst, voor henzelf en hun kinderen, zit bij vrijwel geen enkele politieke stroming in de uitgangspunten. En dan helpen kleine aanpassingen, zoals minder vaak of korter in de cel, niet.
En voor die menswaardige toekomst, in Nederland of elders, vragen we met de Raad van Kerken alle aandacht. Wat gebeurt er met onszelf, als we menen, dat er mensen zijn die we niet als mensen hoeven te behandelen? Wat zijn de lessen van de Tweede Wereldoorlog en de slavernij waard als we nu weer mensen systematisch uitsluiten?
Jan van der Kolk
Foto: Beeldbank PKN