De tiende assemblee van de Wereldraad komt bij elkaar eind 2013 jaar. Klaas van der Kamp sprak met mgr. Joris Vercammen voor de radio over de betekenis. Hieronder een impressie van het gesprek. Onderaan staat een balk waarop u kunt klikken als u het hele gesprek wilt horen; de hier weergegeven tekst is een parafrase. De uitleg van Vercammen staat in blauw, de vragen zijn cursief. Wat is het belang van zo’n assemblee?
Christenen van over heel de wereld ontmoeten elkaar in Busan We zijn met iets meer dan twee miljard gelovigen in de wereld; 1 miljard is rooms-katholiek, ongeveer 500 miljoen mensen zijn van kerken die lid zijn van de Wereldraad van Kerken en de andere 500 miljoen behoren tot de Alliantie van Pinksterkerken. De diverse kerken zijn allemaal in Busan aanwezig. Daar komen ook de vertegenwoordigers van de Pinksterkerken, want we zijn er de laatste jaren in geslaagd meer contact met die pinksterkerken te krijgen. En al 45 jaar is er een goede relatie met het Vaticaan. Ook de Rooms-Katholieke kerk komt met grote delegatie van twintig tot dertig mensen.
Mag je wonderen van de Geest verwachten in Busan?
Wonderen gebeuren vaak in verborgene. Het gaat bij zo’n assemblee om de relaties die gelegd worden. Mensen die elkaar als medechristenen leren kennen. Die het gesprek aangaan.
Is dat niet soft?
Het gesprek is de basis om dieper met elkaar te gaan. De gesprekken zijn niet alleen politiek van aard. Het gaat om mensen die elkaar ernstig leren nemen. Zo bouw je aan een wereldwijd netwerk. Dat maakt uiteindelijk ook dat we eenheid als kerken beleven.
Wat gebeurt er bij zo’n assemblee? Is dat gestructureerd?
Het is een combinatie van een georganiseerd congres en een groot feest. Er is een programma met twee onderdelen; er moeten een aantal zaken gedaan worden, er moeten bijvoorbeeld beslissingen worden genomen over de reorganisatie van de Wereldraad. Het zakelijke gedeelte gaat over het opbouwen van een meer efficiënte organisatie. Dat onderdeel is keurig voorbereid. De plannen maken het werk efficiënter en goedkoper. Er is ook een meer inhoudelijk programma, met onderwerpen die belangrijk zijn voor de toekomst van kerken. Het gaat over de kerk, over de economie, over vredesvraagstukken. Die gesprekken vinden plaats in de oecumenische conversaties. Dat zijn eigenlijk subcongresjes. (….).
We hebben wereldwijd weinig voorbeelden van christenen die gaan samenwerken. Hoe komt dat? Doen we als christenen op die manier het evangelie niet tekort?
Dat heeft met psychologie te maken. Het heeft te maken met het zoeken bij mensen naar zekerheid. Je hebt een element in het geloof, dat het geloof een verdediging is tegen angst. Dat is naar mijn idee geen goede invalshoek om christen te zijn. Maar het feit ligt er wel; we hebben allemaal last van die onzekerheid. Dat vind je in ons persoonlijk leven en ook in het gemeente zijn. Mensen sluiten zich dan aan bij een kerk uit onzekerheid. Ik meen echter dat de kerk geen vluchtheuvel zou moeten zijn. In feite is christen zijn een avontuur dat je aan het leven geeft. Een gelovig leven is in zekere zin een onherbergzaam leven. Je hebt minder zekerheden. Want je staat in een relatie met God. Je hebt je gegeven aan een missie van God zelf. Wat brengt je dat allemaal? Dat brengt je niet altijd zekerheid. Dat is moeilijk voor mensen en voor kerken om mee om te gaan.
Het is het beeld van Abraham die op weg gaat naar beloofd land en niet weet waar dat beloofde land precies is. Abraham die de leegten accepteert….?
Abraham die op weg gaat, ja zo kan je het zeggen. Het slavenvolk uit Egypte dat op weg gaat. In het aangaan van het avontuur komt het volk tot stand, in het goed samenleven. Dat wisten ze niet vooraf. Daar spreken ze Mozes kritisch op aan. ‘Je had ons in de luxe van Egypte moeten laten. We waren slaven, maar we wisten waar we aan toe waren’.
Vindt u dat kleine kerken het wat dit betreft beter doen qua oecumene dan grote kerken?
Niet altijd. Misschien heb je als kleine kerken minder last van profileringdrang, maar dat hoeft niet zo te zijn. Dat is met menselijk leven gegeven, dat je probeert te schuilen voor een bepaalde angst. Ook kleine kerken kunnen in deze val trappen. Kleine kerken hebben minder hoog te houden en hebben misschien een bepaalde kans op dit punt.
In een zendingsrapport van de Wereldraad staat dat mensen moeten worden getransformeerd. Wat is dat? Bekering? Waarvan dan?
Je moet bekeerd worden of getransformeerd worden van een mens die voor zichzelf leeft en in eigen wereldje zit naar een mens die een naaste wordt. Zoals we het verhaal van de barmhartige Samaritaan lezen. Die een naaste werd voor de gewonde man.
Een van de rapporten die in Busan wordt besproken, gaat over de kerk. Wanneer kan je spreken over de kerk?
Kerk is een gemeenschap die deelneemt aan de gemeenschap die in God zelf is. Kerk is verbondenheid over alle grenzen heen, zoals het in de Psalmen heet, dat God van geen grenzen weet. Gelovigen zijn met elkaar verbonden heen over grenzen van ruimte en tijd heen en zijn ook met God verbonden.
Wat heeft de kerk voor op de Verenigde Naties?
Het is die onvoorwaardelijke verbondenheid. De VN is een verdrag, daar hebben regeringsleiders afspraken over gemaakt. We belijden als kerk dat we bij elkaar horen, want God heeft ons aan elkaar toevertrouwd. Dat wordt sacramenteel uitgedrukt. We zijn toevertrouwd aan elkaar en aan de wereld. Om in deze wereld ruimte te maken voor Gods troon.
Er is een rapport beschreven met verschillen en overeenkomsten tussen kerk. Is dat belangrijk?
Ja, dat is belangrijk. Om gemeenschappelijke lijnen te ontdekken. En als stap om tot eenheid te komen in het denken. Dat deze standpunten bij elkaar worden gebracht, en worden aangeboden voor reflectie is wezenlijk. Het document is al de derde versie, vijfentwintig jaar geleden is de reflectie begonnen over de vraag: Wat is de kerk? Zo werken we aan een convergentiedocument, een document waarin de lijnen samenkomen. Je kan het vergelijken met een grote familie; je hebt het gevoel dat je familie ergens voor staat. Dan heb je ook dit soort gesprekken. Je probeert tot een eenheid te komen in de familie, zodat het aanzien van de familie sterker wordt en de familie meer dienstbaar wordt.
Hoe gaan mensen dat plaatselijk merken?
Mensen gaan dat op den duur merken. Omdat ook plaatselijke gemeenten en parochies gemotiveerd worden om meer samen te werken. Maar je moet wel niveaus onderscheiden. Het internationale niveau is niet belangrijker, maar kan wel een motor zijn om het plaatselijke niveau te motiveren. Eer die energie aan de basis komt, zijn we wel verder in de tijd. Het werk moet ook internationaal wel gedaan worden. Het is vaak werk in de luwte. Sommige mensen denken dan: Haalt het wel iets uit. Ja, het haalt iets uit, maar je moet geduld hebben.
Soms denk ik: God moet er spijt van hebben dat hij het evangelie in handen van de kerk heeft gelegd. Juist omdat de wereld bij tijd en wijl meer emancipatie aanreikt en ontwikkeling dan de kerk, zeker voor vrouwen geldt dat en voor homoseksuelen. Kunt u die zondige gedachte begrijpen?
Ik kan me iets bij voorstellen. God heeft zich in zijn openbaring ook niet alleen beperkt tot de kerk. God gaat creatiever te werk. Het is juist de opdracht van de kerk te kijken wat er allemaal gebeurt en dat te benoemen. God openbaart zich ook via de wereld. God laat zich niet aan banden legt.
Hebben jongeren gelijk als ze de kerk terzijde laten liggen; God openbaart zich immers ook via de wereld?
Je hebt de kerk wel nodig om Gods lof uit te spreken. En je hebt de kerk nodig om de vreugde over de openbaring te delen. En om je ogen en oren open te houden voor de openbaring, daar heeft de kerk goede trainingscentra voor. En om te weten hoe je over je angsten heen komt. Je mag van de kerk verwachten dat je daarin gesteund wordt. Ook om te ontdekken waar de creativiteit kapot wordt gemaakt. De wereld is niet alleen maar mooi. De wereld is een gemengde werkelijkheid. Daarvoor heb je een puurheid van hart nodig en je mag van de kerk verwachten dat je daar die puurheid van hart kunt leren.
De kerk groeit in de gemeenschap, zegt één van de stukken van de Wereldraad. Daar zit een positief beeld onder van de oecumene, namelijk dat de oecumene groeit. Is dat juist?
Dat is zo. Er is de laatste vijftig jaar ontzettend veel gebeurd. Er kan meer gebeuren. Maar er is veel gebeurd. Dat we nu vertegenwoordigers van de hele christenheid bij elkaar krijgen, was twintig jaar geleden nog onvoorstelbaar. Je hebt heel de actie gehad naar de pinksterkerken toe. Dat is nieuw. Dat heeft veel vruchten opgeleverd. En vooral nu, dat grenzen tussen kerken tenminste doorwaadbaar zijn geworden. Dit is een teken van Gods openbaring en een teken van Gods creativiteit.
Voor een samenvatting van het gesprek en helemaal onderaan het stuk ook de viva vox klik hier.