Zestig procent van de liederen die in het Liedboek voor de Kerken uit 1973 voor komt, keert terug in het nieuwe Liedboek dat deze maand in Monnickendam wordt gepresenteerd. Daarentegen worden alle psalmen overgenomen uit de oude versie en zelfs uitgebreid naar 280. Dat bericht het blad Laetare.
In totaal komen er 1016 liederen in de nieuwe bundel en 1400 eenheden. De 150 psalmen zijn uit het oude Liedboek overgenomen. Maar waar het aantal liederen uit de oude bundel is teruggebracht en met nieuwe is aangevuld, daar geldt ook dat het aantal psalmen is uitgebreid. Er zijn liefst 70 psalmen met een extra toonzetting opgenomen, met name veel onberijmde psalmen uit de bundel Gezangen voor Liturgie. Daarnaast is tekst opgenomen uit de Ionabundels, Taizé en Psalmen voor Nu. Daardoor komt de teller niet op 150 psalmen uit, maar op 280. De psalmenwerkgroep heeft eigentijdse dichters gevraagd om een psalm in een zingbaar lied om te zetten. Daardoor zit er een experimenteel karakter aan het psalmenonderdeel van het liedboek.
Anton Ent heeft bijvoorbeeld Psalm 57 omgezet. In de berijming die van het Liedboek 1973 staat:
Wees mij genadig, Heer, wees mij nabij,
want bij U schuil ik, sta mij toch terzij,
alleen bij U weet ik mijn ziel geborgen.
In uwer vleuglen schaduw berg ik mij,
tot d’onheilsnacht wijkt voor de nieuwe morgen.
Er volgen dan nog 5 andere coupletten.
Ent laat zich inspireren door het beeld van het schuilen onder de vleugels van God en zijn eerste couplet luidt:
De merel fluit als morgenopening
het lied dat bange nachten sluit,
dat kleedt en kleurt in heldergroen
de boom waarin hij schuilt.
Voorzitter van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied Ilona Fritz benadrukt het oecumenische karakter van de opdracht. De nieuwe bundel kent een grote banbreedte, zoekt naar katholiciteit en naar pluriformiteit. ‘Het resultaat is een bundel waar over grenzen heen is gekeken: een grotere muzikale verscheidenheid, een breder taalveld, en diverser in herkomst’, aldus Laetare.