Onbedoeld heeft Marianne Thieme de godsdiensten in Nederland dichter bij elkaar gebracht. Tijdens de discussies over haar voorstellen om het ritueel slachten te verbieden waren er perioden waarop vertegenwoordigers van joden en moslims elkaar dagelijks spraken. Het heeft het begrip tussen beide groepen verstevigd. Er doet zich nu een wereldwijd misschien wel unieke situatie voor dat vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap en de joodse gemeenschap gezamenlijk een handtekening hebben geplaatst onder een officieel overheidsdocument.
Het was tijd in het Caïro-overleg vrijdag 22 juni om terug te blikken met officiële vertegenwoordigers van joden, christenen en moslims. In het Joods Cultureel Centrum in Amsterdam werd er uitvoerig stilgestaan bij een unieke periode in de Nederlandse religieuze geschiedenis. Het was ook bijzonder voor het parlement trouwens. Want waar in de Tweede Kamer nog 75 procent van de leden het anti-religieuze-slacht-initiatief van Thieme omarmde, daar was met nog hoger cijfer 85 procent van de Eerste Kamer tegen. De waardering was dan ook niet van de lucht tijdens de evaluatie.
De fracties van D66, VVD, PvdA en een deel van Groen Links werden geprezen, omdat ze democratische beginselen van hogere waarde achten dan een eventueel misplaatste partijdiscipline. De christelijke partijen stemden ook tegen, maar deden dat ook al in de Tweede Kamer. De religieuze vertegenwoordigers konden soms letterlijk de zinnen citeren van senatoren zoals Nico Schrijver; het werd opmerkelijk genoemd dat er ook religieuze antennes bleken te zijn bij enkele mensen van Groen Links onder wie Ruard Ganzevoort, die met twee anderen eveneens tegen het wetsvoorstel stemde. En met argusogen hadden de religieuze vertegenwoordigers de nieuwe verkiezingslijsten nagekeken en vastgesteld dat de enige PvdA-ster die in de Tweede Kamer had tegengestemd, Tanja Jadnanansing met haar vierde plaats op de lijst alles behalve gestraft is voor haar keus.
Tegelijk merk je in de discussie dat er enig wantrouwen gebleven is. Zal de situatie zich niet opnieuw gaan voordoen rond ditzelfde thema of rond een ander thema, zoals besnijdenis, als het gaat om een beoordeling door volksvertegenwoordigers die soms weinig affiniteit hebben met religie. Niet-religieuze mensen hebben soms de neiging om zichzelf soms enige superioriteit toe te dichten en religie te zien als iets wat ouderwets is en moet afsterven. Het Caïro-overleg had in de kritiek destijds bijvoorbeeld ingezet op de wens van religies geen uitzondering te maken, maar dat onderdeel van de lobby is niet overgenomen. Het betreft nog steeds een convenant tussen joden en moslims enerzijds en de overheid anderzijds. Ook de niet-religieuze politici bleken echter uiteindelijk aanspreekbaar op de noodzaak rechten van minderheden conform het EVRM (Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens) te honoreren.
Het Caïro-overleg keek verder terug op de solidariteitswandeling in Utrecht en op de filmopnames die eind april op de Dam zijn gemaakt om aan te dringen op respect en tolerantie in Nederland. Dat respect moet kunnen rusten op onderling begrip en vertrouwen. In Nederland is dat nog steeds niet vanzelfsprekend, want vertegenwoordigers van de drie religies krijgen elk na het bekendmaken van de filmopname elk naast instemming ook te maken met criticasters. De kritiek komt mede uit eigen kring en heeft wellicht met onzekerheid te maken en met het idee dat de religieuze leiders vooral de eigen toerusting en het eigen pastoraal intern moeten onderhouden. De deelnemers aan het overleg stemden in met het verlangen om daarnaast evenwel ook zich te blijven inzetten voor een gezamenlijk belang om onderling respect uit te bouwen en de democratie verder voet onder de grond te geven.
Het Caïro-overleg heeft instemmend gesproken over een initiatief van enkele NGO-instellingen die ingrijpender maatregelen wensen door te voeren op het gebied van duurzaamheid dan de regeringsleiders in Rio weten te formuleren. Er wordt gekeken of de religies in Nederland samen nog een meer Nederlandse toespitsing kunnen maken later in de tijd.
Vastgesteld werd ook, dat het fenomeen ‘preken in andermans parochie’ onder diverse bewoordingen op verschillende plaatsen voorkomt. Het gaat dan om imams, rabbi’s, dominees, priesters, leken die buiten het eigen godshuis iets van hun godsdienst of levensovertuiging onder woorden brengen. De Caïro-groep overweegt voorbeelden van dergelijke teksten nader te bespreken om te zien waar inhoud en vorm onderling parallel lopen en waar mogelijk verschillen liggen.