Groei van een fenomeen

Het fenomeen ‘Kerkennacht’  blijft  groeien. Op dit moment staat de teller liefst op 36 plaatsen waar rond 21 juni de kerkdeuren in de kortste nacht van het jaar zullen openstaan. Organisatoren waren dinsdag 12 februari bij elkaar in het Stiltecentrum in Utrecht.

De organisatie, zo vertelde voorzitter Bert Kuipers, is sinds enkele maanden een stichting geworden met een stichtingbestuur. Er is een ANBI-keurmerk, waardoor donaties voor de belasting aftrekbaar zijn. Er is een eigen coördinatrice aangesteld, Myrta Otten, afgestudeerd communicatiewetenschapster. En qua zaalruimte is men inmiddels uit het jasje bij de Raad van Kerken gegroeid en kwam men bijeen in het Utrechtse Stiltecentrum, waar kerkennachtgangers die Utrecht bezoeken in de regel hun churchshopping in de Domstad beginnen en afsluiten.

Bert Kuipers zette de toon van de bijeenkomst door een aantal tips te geven. ‘De Kerkennacht is er om het beste te laten zien wat we als kerk in huis hebben. Je zoekt maatjes in je wijk of dorp en bij andere kerken. Je zoekt de overheid op, die het ook leuk vindt dat de gebouwen ’s avonds geopend zijn en je gebruikt voor de overheid het woord dat daar het beste bij past; je bevordert de sociale cohesie’.

Vervolgens was er de inventarisatie van wat de tweede landelijk gecoördineerde kerkennacht gaat worden. Bleef in 2011 de teller ergens begin twintig plaatsen steken, inmiddels zijn er al 36 plaatsen aangemeld en de verwachting is, dat er nog wel enkele bij zullen komen. Onder de deelnemers zijn oudgedienden, zoals Haarlem (met 9 kerken), Duiven (met 2 of 3 kerken), Rotterdam (met 43 kerken), Amsterdam (14 kerken in de binnenstad), Gouda (met 11 kerkgebouwen), Utrecht (met 36 kerken) en Breda (voor het eerst met een heuse kathedraal), maar ook nieuwe plaatsen zoals Enkhuizen (9 kerken), Hilversum (9 kerken), Hengelo (7 kerken) en andere plaatsen zoals Castricum, Groningen, Boxmeer, Den Haag, Haaksbergen, Lelystad, Arnhem, Assen en Gorkum.

Bert Kuipers nam met de bezoekers opties voor het programma door. ‘Probeer het sterkste te laten zien van wat je in huis heb. En stem het onderling af, want het heeft weinig zin om op 20 plaatsen orgelconcerten te houden. Zwerf mee met de mensen, en eindig met iets van eten. Doe vooral waar je goed in bent’. Rotterdam, de eerste stad in Nederland die de nacht van de kerken introduceerde vanuit het buitenland, is al een beetje gewend aan de organisatie en kan daardoor gaan perfectioneren. ‘We zoeken het iets minder in de kwantiteit en iets meer in de kwaliteit’, schetterde Bert Kuipers. ‘En we proberen een soort estafette op te zetten voor de zwervende bezoekers’. Aan idealen geen gebrek in het Waterweggebied. ‘We zouden een boekje met een stempelkaart willen maken. En op termijn graag een afstemming op Europees niveau’.

Renate Barendregt, fondsenwerver van de PKN, leverde vervolgens een bijdrage over de manier waarop je geld kunt werven om de kerkennacht te bekostigen. Of het nu gaat om het aantrekken van een koor of het verzorgen van de techniek in een kerk of het aanreiken van appeltaart; er is geld nodig. Barendregt adviseerde: ‘Formuleer zo nauwkeurig mogelijk je doelgroep en je doelstellingen’. En ze noemde basisprincipes om geld te krijgen: ‘Mensen geven het liefst aan mensen. Laat de noodzaak zien. En de actualiteit. Leg eerst een relatie en vraag daarna pas om een donatie. Stel expliciet de vraag om geld’.

In het wat rommelige slot van de bijeenkomst vertelde Bert Kuipers dat er op landelijk niveau geprobeerd wordt om gelden te werven die ten goede komen aan materialen die door elk der plaatsen ingezet kunnen worden. Hij noemde A-4- en A-3-posters, flyers en vlaggen voor die kerken die nog geen vlaggen hebben. Als er voldoende budget komt van de geldschieters zullen er ook balonnen zijn, eventueel buttons en als het echt meezit met de gelden ook spandoeken, zoals ze in Tsjechië te zien zijn over straten heen als je van plaats naar plaats rijdt.

Op 15 mei komt de groep weer bijeen in De Brug in Amersfoort. Dan zullen de materialen worden verdeeld. En het is de bedoeling dat Marloes Keller, voorlichtster van de PKN en de Raad van Kerken, bij die gelegenheid een inleiding houdt over publiciteit. De algemeen secretaris pleitte voor het kiezen van een soort ‘kerkennachtlied’ dat op de diverse plaatsen zou kunnen worden ingebracht, een soort  verbindende hymne. Hij noemde als mogelijkheid het ‘Vlammen zijn er vele’, zoals het in het nieuwe liedboek van de kerken gaat verschijnen, vertaald door Coen Wessels. De bezoekers kregen van de organisatie het rapport ‘Ik vond de kerk al cool’ mee, geschreven door Henk de Roest over de vorige kerkennacht. Het rapport is voor geïnteresseerden nog bij het bureau van de Raad te koop voor een tientje. Bert Kuipers zei dat er verder een ambitie is om weer een onderzoek te doen, nu niet in de breedte van de kerkennacht, maar meer gefocust op één locatie waarbij het effect duidelijk wordt van een kerkennacht op een concrete wijk.

Foto:

Myrta Otten, medewerker Kerkennacht Nederland 2013

Overzicht van het goed gevulde stiltecentrum in Utrecht

Voor meer informatie: www.kerkennacht.nl (daar kan men ook contact leggen met de landelijke coördinatie) en het is de bedoeling dat de diverse programma’s van afzonderlijke plaatsen daar komende tijd kunnen worden opgevraagd.