Het Oecumenisch Platform voor Katholiciteit presenteerde op 3 november in Utrecht een katholiek appel. De tekst werd aangereikt aan dr. Arjan Plaisier (PKN), mgr. Gerard de Korte (RKK) en ds. Willem Smouter (NGK, Evangelische Alliantie). Namens de Raad van Kerken nam prof. dr. Marius van Leeuwen (Remonstrant; vice-voorzitter Raad van Kerken) een exemplaar in ontvangst. Hieronder de tekst die dr. Hans Kronenburg sprak als opmaat en de tekst van mgr. Joris Vercammen bij de presentatie.
Openingswoord bij de presentatie van het Katholiek Appel van dr. Hans Kronenburg.
1 ‘Weer een christelijk forum: nu nog oecumenischer!’ – kopte Trouw, toen hetop 31 augustus j.l. de oprichting meldde van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit. Het lijkt wel een rage: de Nationale Synode, met zijn Katholiciteits Effect Rapportage, de groep Wij kiezen voor eenheid, het Nederlands Christelijk Forum – en nu weer het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit. Wie zit daar nu op te wachten? Dat zal moeten blijken, maar in ieder geval bent u allen vandaag naar deze kerk gekomen omdat u – naar ik mag aannemen – iets hebt met dat fascinerende, onvertaalbare woord katholiek, dat al vanaf de tweede eeuw onlosmakelijk verbonden is met dat andere fascinerende en even onvertaalbare woord ecclesia, kerk. Hoe die twee woorden zich tot elkaar verhouden – daarover gaat het Katholiek Appel dat vandaag gepresenteerd wordt en dat als visietekaartje van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit mag gelden.
Hartelijk welkom allemaal, wie u ook bent en tot welke kerk u ook behoort. Wij hopen dat deze bezinningsdag – die niet toevallig gehouden wordt tussen Hervormingsdag en Allerheiligen aan de ene kant en de gedenkdag van Willibrord aan de andere kant – het begin zal worden van een breed gedragen beweging die dienstbaar wil zijn aan de oecumene in Nederland.
2 De wortels van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit liggen in de PKN. Al sinds de verschijning van de bundel Wij zijn ook katholiek (2007) bestonden er bij sommigen van ons, mede gevoed vanuit de Liturgische Kring, plannen om binnen de PKN iets als een ‘beweging voor katholiciteit’ op gang te brengen. De belangrijkste reden daarvoor was dat allerlei bewegingen en stromingen binnen de PKN
* Gereformeerde Bond, Confessionele vereniging, Evangelisch Werkverband, Op Goed Gerucht, Vereniging van Vrijzinnige Protestanten – georganiseerd zijn, terwijl de (relatief kleine) groep die katholiek georiënteerd is niet zichtbaar is en zich dus niet in het debat kan mengen, maar daar soms wel om zit te springen…
3 Al snel bleek echter, dat wie zich wil inzetten voor de katholiciteit van de kerk dat alleen maar in oecumenisch verband kan doen. Daarom werd contact gezocht met de aartsbisschop van de OKK, dr. Joris Vercammen, wiens kerk in zekere zin getypeerd kan worden als brugkerk tussen Rome en de Reformatie. In 2010 werd een kleine werkgroep gevormd, bestaande uit de aartsbisschop zelf, ds Ilona Fritz, dr Mattijs Ploeger, ds Hans Uytenbogaardt en ondergetekende. Ploeger was in 2008 gepromoveerd op een proefschrift over de eucharistische ecclesiologie en van de hand van Vercammen verscheen in 2011 het boekje ‘Oud- en nieuw-katholiek. De spirituele zoektocht van die andere katholieken’. Van beide studies zijn de sporen terug te vinden in het Katholiek Appel – zoals er overigens óók sporen in zijn terug te vinden van het recente boek over de kerk van de zeer protestantse theoloog A. van de Beek.
Na twee jaar verkennende gesprekken werd in het voorjaar van 2012 het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit opgericht. Fritz en Ploeger zagen af van verdere deelname, maar vijf nieuwe enthousiaste deelnemers traden aan: ds Henk Gols, ds Lieske Keuning, ds Idelette Otten, drs Henk Schoon en dr Andreas Wöhle. Met de zegen van de aartsbisschop en de twee protestantse episcopaal angehauchte emeritus-leden Uytenbogaardt en ondergetekende fungeren zij momenteel als trekkers van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit.
4 Die naam staat voor drie dingen: (a) Wij willen geen vrijblijvende praat- of studieclub zijn, maar een forum: niet alleen een marktplaats waar meningen worden uitgewisseld, maar ook een instrument om kerkelijk beleid kritisch te volgen en hete oecumenische hangijzers, zoals de vragen rond ambt en sacrament, aan te pakken. (b) Wij streven naar een zo breed mogelijke oecumenische samenstelling en hopen daarom op spoedige uitbreiding met b.v. anglicaanse en rooms-katholieke deelnemers, maar ook met de evangelische theologen uit de school van de zg. ecclesial-turn-denkers, de theologen die een ‘wending naar de kerk toe’ hebben gemaakt. (c) Wij zijn ervan overtuigd dat van de vier kenmerken van de kerk – haar eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit – in de 21e eeuw, de eeuw van de globalisering, de katholiciteit de meeste aandacht vraagt, omdat juist daar, in haar ‘gericht zijn op het gehéél’ (kat-holon), de grote uitdaging ligt voor de kerk. Daar willen we dan ook op inzetten.
5 Als ik tenslotte mag proberen de positie van het OFK in het Nederlandse oecumenische landschap te markeren, dan zou je kunnen zeggen dat wij een reflectie- en actiegroep willen zijn die werft voor katholiciteit. Zo willen we dienstbaar zijn aan zowel de Raad van Kerken aan de ene kant, als aan het binnenkort op te richten Nederlands Christelijk Forum aan de andere kant, de ‘twee benen’ waarop de oecumene in ons land zich lijkt te gaan voortbewegen. Wij als OFK zullen nu eens aan het been van de institutionele oecumene trekken, dan weer aan het been van de spirituele oecumene. Zo hopen wij – graag samen met u die hier vandaag aanwezig bent – de voortgang van de oecumene te dienen en uiteindelijk de wereld tot zegen te zijn.
Presentatie van het ‘Katholiek appel’ door mgr. dr. Joris Vercammen.
Toen hij met hen aan tafel was nam hij brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun de ogen geopend.(Lucas 24:30-31)
Aan deze eraring van de leerlingen, gaat eerst een andere vooraf: die van het gesprek met elkaar over ‘als wat is voorgevallen’ en van het zoeken naar verbinding van de leegte die deze vragen achterliet met de traditie van de Schriften , van Mozes en de profeten. Die ervaring van verbinding – of liever: van verbonden worden – wordt beleefd als een genade, slechts te ontvangen en niet ‘te maken’. Die ervaring culmineert in de ervaring van de ontmoeting met de Verrezene: Hij is het die het brood voor hen breekt; en tegelijk ongrijpbaar als al het mooie wat mensen overkomt. Waar mensen verbondenheid zoeken, vooral in hun nood en met hun vragen, meldt de Verrezene zich als tochtgenoot en voorganger. Die verbondenheid blijft altijd open staan op meer: verbondenheid zoekt nog meer verbondenheid. De leerlingen gaan de weg terug om de anderen bij hun ervaring te betrekken en samen zullen ze getuigen, te beginnen in Jeruzalem, maar uiteindelijk overal, altijd en voor allen…de hele wereld en de ganse mensheid is het perspectief.
Het ‘tafelgebeuren van Emmaüs’ dat zich spreidt over de hele wereld: dat is de katholiciteit van de kerk. Daarbij hoort wat er aan voorafgaat en wat erop volgt aan solidariteit en gesprek, roeping en commitment voor het heil van mens en wereld. Zoekend naar verbondenheid worden leerlingen tot handlangers van de Eeuwige ‘die afdaalt om het volk te bevrijden’ (Exodus 3,8). Katholiciteit is de participatie aan de ‘Missio Dei’.
We delen met elkaar de zorg dat in onze kerken het besef van de verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen vervaagt. Christen-zijn is een zaak van het zoeken naar verbondenheid en dus geen individuele zaak. Die verbondenheid betreft de hele heilsgeschiedenis zoals die in de Schrift zijn neerslag vindt en waarvan de traditie van de vroege kerk tot op onze dagen getuigt. Want alleen ‘samen met alle heiligen, in verbondenheid met de kerk alle tijden en alle plaatsen, kunnen we de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van Gods liefde verstaan (Ef. 3:18). Die verbondenheid betreft daarom alle mede-gelovigen waarmee we in principe diezelfde ‘Emmaüs-tafel-ervaring’ delen, maar ook alle mensen die zich in principe allen uitgenodigd mogen weten aan die Tafel.
Aan die Tafel worden we aan elkaar gesmeed als ‘Lichaam van Christus’. Dat is: de werkzame aanwezigheid van de Levende in deze wereld en in de mensengeschiedenis. Aan de ‘Tafel van verbondenheid’ ontvangen we wie we zijn: aan elkaar toevertrouwd en aan de wereld gegeven als een ‘goede genade’. De ‘liturgie van woord en sacrament, lofzang en gebed’ gaat als vloeiend over in de ‘liturgie van het leven’ met haar pastoraat, diaconaat en apostolaat. Gemeenschap met de Verrezene, met elkaar en met alle mensen: het zijn aspecten van een en dezelfde ‘heilige Verbondenheid’.
‘Heil is er niet buiten de kerk’ is een uitspraak van Cyprianus. Het is jammer dat deze uitdrukking nogal eens ideologisch werd misbruikt, want daarmee wordt volstrekt voorbij gegaan aan de intentie ervan. Je kunt de uitspraak immers ook omdraaien: daar waar aan mensen heil gebeurt, daar is ‘kerk’ te ervaren, want daar is sprake van liefde en vergeving, vertrouwen en zorg, verbondenheid en geborgenheid, bevrijding en overgave. Samen vormen ze de afdruk van de voetstap van de Allerhoogste, die in Christus naar ons is toegekomen om als tochtgenoot met mensen door hun leven en hun geschiedenis te gaan.
“Katholiek is wat overal en altijd en door allen geloofd is”, aldus de stelregel van de Gallische priester Vincentius van Lerimun uit de vijfde eeuw. Hij werd bekend met zijn monografie over de dogmaontwikkeling. Hij stelt daarin de belangrijke vraag naar de relatie met de traditie. De vraag is hoe de verbondenheid van de kerk met de traditie functioneert: hoe legitiem het is dezelfde traditie verschillend te beleven en hoe kun je de traditie waarvan je deel uitmaakt legitiem voortzetten. Vincentius stelt in dit verband het conciliaire karakter van de kerk centraal. De verbondenheid met de traditie kan volgens Vincentius niet los gezien worden van de verbondenheid met elkaar en de trouw aan de traditie impliceert meteen ook de verantwoordelijkheid voor het actualiseren ervan. Met wat ‘overal en altijd en door allen geloofd is’ worden drie aspecten van de katholiciteit van de kerk benoemd.
Wat overal geloofd wordt heeft niet altijd hetzelfde uitzicht. Met andere woorden: geloof is contextueel bepaald. Christenen uit al deze contexten hebben elkaar nodig. Ze leren van elkaar en ze corrigeren elkaar. Samen doen ze de ervaring op van de universaliteit van het evangelie dat in staat is bevrijding te bewerken voor alle mensen hoezeer hun culturen ook kunnen verschillen van elkaar. Bovendien doen ze samen de ervaring op van zoveel goeds dat Gods Geest in de verschillende culturen al tot stand heeft gebracht en nog steeds tot stand brengt.
Geloof mag dan zich uiten in verschillende gestalten, samen staan we op de schouders van de apostelen die ‘te beginnen met Jeruzalem over de hele wereld getuigenis hebben afgelegd van de naam van de Heer opdat ze tot inkeer komen en hun zonden worden vergeven’ (Lucas 24: 47-48). Gelovigen van alle tijden zullen zich stevig weten staan op de vaste grond van dit apostolisch getuigenis. Het vertelt hen dat de Verrezene ook met hen op weg is naar een toekomst die hun stoutste dromen overtreft. Het doet hen delen in de zegen die de apostelen van de Verrezene ontvingen. De Geest zal ook ons nog in beweging brengen!
Christenen mogen een eenheid beleven die ruimte schept en mensen hun waardigheid als kind van God garandeert. De eenheid die Christenen aan de Tafel der Eucharistie beleven, is de sleutel voor een samenleving van recht en gerechtigheid en nog veel meer dan dat. Christenen kunnen een doorbraak bewerken naar een inclusieve samenleving op alle niveaus waarbij mensen, hoe verschillen dook, niet alleen tot hun recht komen en zichzelf mogen zijn. De kerk is katholiek omdat ze inclusief is.
Katholiciteit is een kwaliteit van de kerk die verwijst naar haar vermogen om eenheid en verbondenheid te bewerken. Verscheidenheid moet niet noodzakelijk tot verdeeldheid leiden, integendeel verscheidenheid is de rijkdom van een diepe eenheid die in wezen als genade al gegeven is. De vroege kerk, die zoals bekend niet zonder conflicten en bijhorende verdeeldheid was, heeft drie instrumenten ontwikkeld om de weg naar die eenheid niet te verliezen: de canon (de Bijbel), het credo (de geloofsbelijdenis) en het ambt van episcopè (opzicht), persoonlijk en collegiaal gestalte gegeven in de geloofsgemeenschap. Samen vormen ze het instrumentarium dat in staat is de kerk bij haar katholieke wezen te bepalen. Ze hangen onlosmakelijk samen, ook al steekt vaak de neiging op het een te verabsoluteren ten nadele van het andere. De eenheid van de kerk werd er niet door gediend en haar katholieke karakter lijdt er onder tot op vandaag.
Daarom doen we een appel op alle kerken en christenen in Nederland om terug te keren naar onze gezamenlijke oorsprong, en de samenhang tussen de canon, het credo en het ambt van episcopè te herstellen. Zo zullen wij de katholiciteit van de ene kerk van Christus hervinden en een geloofwaardig teken kunnen zijn van Gods heilzame bedoelding met deze wereld.
Deze oproep willen wij u, drie vertegenwoordigers van enkele grotere christelijke confessies van ons land, aanbieden. Als een groep van ambtsdragers en theologen stelden we samen dit manifest op als een appel aan onze zusters en broeders ambtsdragers en alle mede-christenen in ons land, vanuit een grote bezorgdheid voor de verkondiging van het evangelie in onze tijd. We doen dit vanuit het geloof dat een gezamenlijke bezinning op de katholiciteit als een kwaliteit van de kerk, ons verder kan brengen op de weg van onze eenheid. Daartoe willen we een inhoudelijke bijdrage leveren waardoor het streven van zowel de Nederlandse Raad van kerken als het net opgerichte Nederlands Christelijk Forum naar we hopen nog aan kracht en invloed mag winnen. Allen die met de katholiciteit van de kerk begaan zijn, nodigen wij uit zich bij ons aan te sluiten, dit appel te ondertekenen en er op die manier aan mee te werken om de Raad én het Forum nog wat meer katholieke wind in de oecumenische zeilen te geven.
Als we u dit appèl aanbieden mag dat gezien worden als de uitdrukking van ons commitment aan het oecumenisch ideaal en vooral van onze bereidheid daaraan dienstbaar te zijn.
Foto:
Dr. Hans Kronenburg rechts in gesprek met Henk van Doorn (archief)
mgr. Joris Vercammen