Link naar Worddocument |
De context voor de kerken.
De kerken in India hebben een ingewikkelde en rijke geschiedenis gehad. De betrokkenheid van de christen bevolking bij het leven van de natie is nog steeds beduidend , vooral op het gebied van opvoeding en gezondheidszorg. Dit is een erfenis van de christelijke missionaire beweging die al begon in de 15e eeuw. De belangrijkste bijdrage van de missionering was wel de “empowerment” van de sociaal gediscrimineerde delen van de Indiase samenleving . Door de diensten van onderwijs en gezondheidszorg en door bekering tot het christendom verkregen deze mensen hun waardigheid en zelf respect.
Christendom is de derde grootste religie van India met ongeveer 24 miljoen volgelingen. Zij vormen ongeveer 2.3% van de Indiase bevolking van 1.2 biljoen mensen. Deze aantallen zijn gebaseerd op de volkstelling van 2001. De telling van 2011, die nog steeds aan de gang is, laat een marginale verhoging zien van het aantal christenen in India. De meeste christenen in India is lid van de Rooms Katholieke kerk.
In kerken van de Oosterse traditie vinden we : de Malankara Orthodox Syrische Kerk, de Malabar Onafhankelijke Syrische Kerk, de Malankara Jacobitisch Syrische Kerk, de Malankara Mar Thoma Syrische Kerk, en de Syrisch- Malabar Katholieke Kerk. Deze laatste is vooral sterk in Kerala.
De belangrijkste Protestantse denominaties zijn de Kerk van Zuid India (CSI), de Kerk van Noord India (CNI), Presbyterianen, Baptisten, Lutheranen en evangelicale gemeenschappen.
De wijze waarop de geschiedenis van de kerken van India werd afgeschilderd is de laatste tijd aangevochten – als zouden zij door de Westerse missionaire beweging zijn ontstaan. Ninan Koshy schrijft over de tegenwoordige veronderstelling dat het centrum van het Christendom “naar het Zuiden opschuift” het volgende: “Degenen die zeggen dat de “dag van het Zuidelijke Christendom “ aanstaande is, zijn blijkbaar onwetend van het feit dat het ontstaan van het Christendom plaats vond in het Zuiden….. Wat zich nu voordoet is niet de uitbreiding van een Westerse religie maar de wedergeboorte van een religie die van origine Asiatisch is en daar haar vroege geschiedenis heeft.
Volgens de traditie van de Mar Thoma of “Kerk van Thomas, predikte St. Thomas het evangelie aan de kust van Malabar in de staat Kerala in Zuidwest India. Naar men zegt predikte hij voor alle klassen van mensen en hij had ongeveer zeventien duizend bekeerlingen, zelfs ook leden van de vier belangrijkste casten. Volgens de legende stierf Thomas de marteldood in Chennai. Zijn graf is op de plek waar nu de St. Thomas Kathedraal staat. Koshi haalt de bekende Asiatische geschiedkundige aan, K.M.Panikkar, die beweerde dat “Christendom bestond in verschillende delen van Perzie, India en China sinds de vroegste tijden”.
De kerk in Malabar beroept zich op apostolische oorsprong door St. Thomas. In elk geval werd van haar bestaan getuigd door externe instantie reeds in 182 a.d.
Die vroege Indiase Christenen die in contact kwamen met de Oost Syrische (Perzische) traditie worden tegenwoordig de Kerk van het Oosten genoemd of de Chaldeese Kerk. Een later getuigenis stelt dat Nestoriaanse Christenen, die in Perzië bloeiden, in de zevende eeuw China bereikten. Hieruit kan worden afgeleid dat Nestoriaanse kooplieden en missionarissen, en ook anderen uit Syrie, naar India kwamen in deze vroege eeuwen. Dit is de oorsprong van de Orthodoxe kerken in India. Zij vormen een sterke en gelovige aanwezigheid in India.
In de daarop volgende eeuwen breidde de aanwezigheid van Christenen uit met andere groeperingen van Syrië, Perzië en Babylonië , terwijl de eerste Rooms Katholieke missionarissen, Jordanus Catalani, een diocees oprichtten in de veertiende eeuw.
Geschiedenis van de missionering en de verwachting van een oecumenische beweging
Zoals hierboven beschreven houdt de andere belangrijke stroming van het Christendom in India verband met missionerings activiteiten die samenvielen met de kolonisatie projecten en het vestigen van Europese machten in India. Rooms Katholieke missie begon onder de Portugese kolonisten tegen het einde van de vijftiende eeuw, en zette zich voort onder personen als de jezuiet St. Franciscus Xaverius en zijn medebroeders. De eerste Protestantse zending kwam naar India in Tranquebar in 1706, maar in de negentiende eeuw ontstonden belangrijke Protestantse zendingen. Over het algemeen is men het erover eens dat de missionaire beweging van het Westen belangrijk heeft bijgedragen tot de groei van het Christendom in India.
De missionaire geschiedenis in India is een ingewikkeld mosaïek – niet in de laatste plaats door de uitgestrektheid van het land en de veelheid van missionerende organisaties die zich hier wilden vestigen. Zij kwamen allen met vooroordelen en met verschillen in de leer, maar ook met ieders eigen verhouding tot de koloniserende machten. Terwijl de missies begonnen met een simpele intentie om te evangeliseren, erkenden ze dat ze ook onderwijs en arbeids-kennis moesten doorgeven aan de lokale populatie en zich bezig moesten houden met de ontwikkeling van de mensen die zich wilden bekeren tot het Christendom. De vroege pogingen van de missionaire beweging om te zorgen voor gezondheid van de mensen werd het model voor het systeem van gezondheidszorg nadat India zijn onafhankelijkheid kreeg in 1948.
De koloniale overheid steunde de onderwijs programma’s van de missie om op die manier ordelijke en gedisciplineerde burgers op te kunnen leiden om dienst te doen in hun administratieve apparaat. Echter, de culturele en sociale effecten van de prediking en gemeenschaps- vorming van de missionarissen bevatten ook nadruk op mensenrechten, hetgeen soms werd gesteund door de missionarissen zelf. Deze pogingen droegen bij tot de vorming van een volk van India dat zichzelf in staat voelde om het bestaande systeem te bekritiseren en te protesteren tegen het onrecht van het koloniale beheer. Dit groeide uit in de vrijheidsstrijd tegen het kolonialisme.
Een aanvullende opmerking is belangrijk, nl. dat de fenomenale groei van het Christendom en de vestiging van de kerken in Noord Oost India, dat zeven staten beslaat ten noorden en oosten van Bangladesh, een link heeft met de rest van India door de staat van West Bengali. In deze staten is 90 procent van de bevolking van Nagaland, 87 procent van Mizoram en 71 procent van Meghalaya Christen. Met de steun en begeleiding door de Koloniale overheid startten de Amerikaanse Baptisten Missie en de Presbyteriaanse Missie van Wales hun werk in 1816 onder de voor het merendeel stammen (of inheemse) bevolking die in deze regio leven. Op vandaag is de origine van twee derde van de Christenen in die regio terug te brengen tot deze twee Missies. De Rooms Katholieke missionarissen kwamen daar in 1850, en zij hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de onderwijs infrastructuur van de regio. In de periode na de tweede wereldoorlog, kwamen Pentecostals en aanverwante groeperingen en missies. Zij hadden invloed op de vorm van kerkdiensten en de spiritualiteit in deze staten. De ontwikkeling van inheemse kerkelijke structuren in deze regio ( met uitsluiting van buitenlandse missionarissen door het Indiase gouvernement in deze politiek gevoelige streek) heeft de ontwikkeling mogelijk gemaakt van een Christenheid die haar wortels heeft in de cultuur van de inheemse bevolking.
De North East India Christian Council en de National Council of Churches in India hebben bijgedragen aan de ecumenische inspanningen in deze regio.
Een andere staat waar de christen bevolking sterk is is Kerala, waar ruwweg 20 procent van de mensen christen zijn. Van hen zijn ongeveer drie miljoen gelovigen Orthodoxe Christenen. Vanaf de vierde eeuw onderhielden deze christenen contact met het Syrische Patriarchaat van Antiochië, waardoor de West Syrische liturgische en kerkorde van de Syrisch Orthodoxe traditie een plaats kreeg in India. Zij die dit contact aanhouden horen tot de Malankara Jacobite Syrian Orthodoxe Kerk. Andere Orthodoxe Christenen beweren dat de connectie met Antiochië pas begon in de zestiende eeuw; zij vormen de Malankara Orthodox Syrian Church, die ook bekend staat als Indian Orthodox Church en die een autocephale kerk werd toen een Indian Catholicate in 1912 opgericht werd.
In de zestiende eeuw bereikten Rooms Katholieke missionarissen Kerala en stichtten de Syro-Malabar Catholic Church. Onder de invloed van Protestantse zendelingen die onder de Syrische Christenen actief waren, werd de Mar Thoma Syrian Church of Malabar een aparte gemeenschap vroeg in de negentiende eeuw.