Nederland is eigenlijk nog steeds een gepolariseerd, verzuild land. Dat gevoel kwam op bij het aanhoren van het verhaal van Alex Koelewijn, voorzitter van de Stichting Dupan (Duurzame Palingsector Nederland) bij de werkgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken vrijdag 24 augustus.
De werkgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken heeft inmiddels de beleidsuitgangspunten geformuleerd. Gezocht wordt naar het goede leven, naar balans tussen verschillende samenlevingsgroepen. Dat laatste geeft een frisse benadering, zowel voor de kerken als voor NGO’s. Want je merkt in de uitwerking dat de wereld niet meer is opgebouwd uit ‘good guys’ and ‘bad guys’, er is eerder een verlangen naar een balans tussen stakeholders in de samenleving.
Als uitvergroting voor ecologische duurzaamheid had de werkgroep gekozen voor het thema van de ‘duurzame palingsector’. Sinds 2010 zijn de belangen van kwekers, vissers en handel gebundeld in de stichting Dupan. De krachtenbundeling was ook wel nodig want vanaf dat jaar zijn er drie topmaanden waarin men niet meer op paling of aal mag vissen. De analyses van de stichting staan lijnrecht tegenover de inbreng van het Wereld Natuur Fonds, Greenpeace en andere milieulobby’s.
Het is bekend dat glasaal die wordt uitgezet maar voor 12 procent doorzet, terwijl glasaal in een kwekerij voor 95 procent doorzet. De branche is bereid om van de productie weer 12 procent uit te zetten in de natuur, maar het punt is onbespreekbaar voor de milieulobby. Koelewijn noemt het betreurenswaardig, omdat de groene mensen inzetten op beknotting van de branche en vertrouwen op een semi-natuurlijke loop van dingen, maar dat is niet realistisch in Europa, omdat de paling geen kansen meer heeft om zich vrij van zoet naar zout water te bewegen, er waren pijnlijke foto’s van waterkrachtcentrales waar geen enkele paling meer kan passeren en volwassen aal doormidden geslagen wordt.
‘We zouden zoveel meer bereiken als we samen zouden kunnen werken’, verzuchtte Alex Koelewijn. ‘Vissers, kwekers en handelaren zijn nu eenmaal mensen die belang hebben bij het dier, ze zetten zich voor honderd procent in en denken mee over de structuur van een oplossing. Ze hebben daar zelf belang bij en zoeken even hard naar fondsen als andere partijen’.
Koelewijn schildert een pijnlijke situatie voor de paling in Nederland. Er zijn liefst 15.473 hindernissen in het water waar de paling niet langs kan. Voor een paar duizend euro kan je passages mogelijk maken bij sluizen en dammen. Wie zich verder verdiept in de paling staat voor een mysterieus leven, dat begint en eindigt in de Sargassozee. In oude fossielen van de paling blijkt dat het dier door vele jaren heen nooit is gewijzigd en altijd 115 wervels is blijven tellen. Hoewel het dier als schubbenloos bekend staat in de Bijbel en dus voor Joden onrein is, heeft het dier wel terdege kleine schubben, zegt de kenner.
De bezinning op de thematiek past bij de focus van de werkgroep op voedsel. Vanzelfsprekend kwam ook de vraag aan de orde naar de eigen plaats van de kerk in dergelijke vragen. Duidelijk werd dat je als kerk een soort pendelbeweging maakt tussen de casuïstiek van het leven en de ethiek van het geloof. Jan Huijgen, één van de werkgroepsleden, gebruikt op zijn bijzondere boerderij bij Bunschoten voor gasten onder meer de theologie van Bonhoeffer om theologische ethiek en visie op voedsel met elkaar te verbinden. Hij wijst op kwade effecten die aan voedselsystemen verbonden kunnen zijn. Bonhoeffer wijst op de noodzaak tot ethisch handelen op het moment dat succes en het kwade een alliantie sluiten. Een voedsellente kan een start maken in het nieuwe denken, leven, genieten rondom voedsel.