Opoffering boven apologie

Wat begon als een aardigheid om mensen bij de geschiedenis van Nijmegen te betrekken, is tegelijk uitgelopen op een soort volksreferendum om te peilen wat mensen aanspreekt en wat niet, hoewel anderen misschien eerder zouden spreken over een volksgericht. Het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis houdt tot 24 augustus dit jaar een expositie rond dertig personen. De personen staan op een bepaalde manier symbool voor de geschiedenis van Nijmegen. De expositie heeft de naam meegekregen ‘Nijmeegse Helden op sokkels’.

De organisatie erkent dat het moeilijk is een definitie te geven van een ‘held’. Men houdt het op: personen met talenten die hiermee (soms maar even) beroemd worden, met of zonder moed. De expositie heeft er dertig geselecteerd die invloed hebben op Nijmegen. Dat Karel de Grote daaronder gerekend wordt hoeft geen verduidelijking. Nijmegen heet niet voor niets de Karelstad. Maar ook iemand als Gerard Noodt wordt genoemd, een voorvechter, zo legt de organisatie uit, van tolerantie en godsdienstvrijheid, tegelijk een echte republikein. Een hedendaagse held als Frank Boeijen staat opgesteld naast oude helden als Mariken van Nimwegen, een soldaat uit de Tweede Wereldoorlog, en de in Kerk en Wereldkringen bekende Ien Dales.

Om de bezoekers verder bij de expositie te betrekken heeft de organisaties de Facebook-vingers geïntroduceerd, die symbool staan voor ‘like’ of ‘don’t like’. En daar krijgt de expositie een onverwacht referendum karakter. Wat blijkt? Mensen die genoemd staan onder de noemer ‘Helden van de godsdienststrijd’ zijn ongekend impopulair. ‘Maurits van Nassau’ en ‘Petrus Canisius’ scoren relatief veel rode naar beneden wijzende duimen. Maar mensen uit de oorlogstijd scoren ongekend hoog, met name de persoon van Titus Brandsma krijgt veel groene opgestoken duimen, hij is opgenomen in de rubriek ‘Helden van de oorlog’ en met de vele groene ‘like’- vingers behoort hij tot de meest populaire Nijmegenaren. Vanuit het oogpunt van de zelfovergave die hij aan de dag legde en de oecumene een mooi resultaat.

Petrus Canisius is geïntroduceerd met de volgende tekst: ‘Velen zien mij, Petrus Canisius (1521 – 1597) als een held en als een bron van rust in de roerige zestiende eeuw. Ik bleef de moederkerk trouw toen in mijn tijd de geloofstegenstellingen tussen de katholieke kerk en haar tegenstanders in alle heftigheid losbarstten. Ik werd in Nijmegen geboren, maar al op vijtienjarige leeftijd vertrok ik naar Keulen om daar te studeren. Op mijn negentiende werd ik doctor in de filosofie en de theologie. In 1543 werd ik de eerste Nederlandse Jezuïet. Om deze jonge religieuze orde te promoten, maakte ik vele reizen. Ondertussen schreef ik boeken waarin ik het belang van tolerantie aanhaalde. Ik was mild in de omgang met mijn tegenstanders, de aanhangers van de reformatie. Met mijn pen hoopte ik voor wat kalmte en vrede te zorgen. In 1555 schreef ik als tegenstander van Luther een eigen overzicht van de christelijke leer. Mijn werk werd veelvuldig vertaald en de leer vond zo een plek in de harten van vele mensen. Ik deed liever mijn best om het geloof te verklaren dan reformatoren persoonlijk aan te vallen. Om de katholieke kerk te versterken, stichtte ik colleges en onderhield ik contact met machtige personen zoals Karel V. Het doet mij deugd dat de stad mij niet vergeten is. Een school en een ziekenhuis dragen mijn naam. In 1925 werd ik heilig verklaard. In de kerk aan de Molenstraat zijn relieken van mij te vinden’.

Van Titus Brandsma staat er: ‘Denken in termen van helden is mij vreemd. Zelf zie ik me niet als een grote Nijmegenaar. Anderen zien mij als dé held van de oorlog. Waarom? Misschien omdat ik, Titus Brandsma (1881 – 1942), ondanks grote strijd, altijd mijn eigen pad heb gekozen. Hoewel ik niet in Nijmegen geboren ben, heb ik door mijn daden de harten van alle Nijmegenaren veroverd. Als hoogleraar filosofie en rector magnificus van de universiteit ben ik een symbool geworden voor de geleerdheid van deze stad. Als zorgzame katholieke priester heb ik mijn geloof met mijn leven verdedigd tegen de kwade ideologieën van nazi-Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verzette ik mij tegen Duitse invloeden op het onderwijs en de pers. Joodse leerlingen beschermde ik. In mijn kranten verbood ik NSB-propaganda. Wie mijn verzet verraden heeft, blijft voor mij altijd een raadsel. Op 19 januari 1942 werd ik gearresteerd. Via drie gevangenissen kwam ik uiteindelijk terecht in het concentratiekamp Dachau. Ondanks de ontberingen die ik moest doorstaan, verloor ik nooit mijn vriendelijkheid en gulheid, en was ik een inspiratie voor mijn vele vrienden in het kamp. Hoewel mijn geest de strijd nooit heeft opgegeven, kon mijn lichaam de beproevingen niet meer aan. Op 26 juli 1942 overleed ik in Dachau. Voor mijn daden en deugden werd ik in 1985 door paus Johannes Paulus II zalig verklaard’.

 

 Foto’s:

Frank Boeijen grijpt naast de prijzen
Drie helden vanuit de oorlog, allen kunnen rekenen op positieve waardering.
Maurits en Canisius, helden van de godsdienststrijd, zijn niet populair.