Jongeren die een maatschappelijke stage willen volgen, kunnen die stage uitvoeren bij de Raad van Kerken. In het kader van de verplichte stage in het middelbaar onderwijs kunnen jonge mensen tussen 12 en 16 jaar op die manier kennismaken met kerk en religie en tegelijk mensen die iets ouder zijn aan een prettige vrijtijdsbesteding helpen.
Het bureau van de Raad heeft een raamwerk gemaakt voor jonge mensen voor de invulling van hun maatschappelijke stage. Zij kunnen in hun woonplaats of elders een route opzetten langs diverse gebedshuizen. Dit ‘gebedshuizenpad’ bestaat uit een route van tussen de 5 en15 kilometeren voert langs diverse wetenswaardigheden in een plaats die met religie te maken hebben.
Jonge mensen krijgen van de Raad een format aangereikt waaraan de beschrijving moet voldoen. Naast een routevermelding, is er bijvoorbeeld een kaartje opgenomen en een beschrijving van de gebedshuizen zelf.
In dat kader zijn er jonge middelbare scholieren nodig, die hun maatschappelijke stage (circa 30 uur) willen gebruiken voor het beschrijven van een wandeltocht langs religieuze plaatsen in hun eigen woonplaats of in een andere plaats. Het bureau van de Raad van Kerken wil de beschrijvingen aanbieden aan de achterban als wandel- of fietsroute.
Geïnteresseerden kunnen zich melden via rvk@raadvankerken.nl. Ze zullen over enkele weken meer informatie ontvangen over de opzet van het project. Ze krijgen vervolgens een uitnodiging om bij het bureau van de Raad van Kerken langs te komen, waarbij ze voorbeelden van een beschrijving ontvangen en richtlijnen voor de manier waarop ze een eigen wandeltocht (of fietstocht) op papier kunnen zetten.
Stages zijn in beginsel onbezoldigd. Het bureau biedt begeleiding en waar gewenst kunnen ook plaatselijke pastores of leden van raden van kerken worden benaderd om te helpen bij de uitvoering van het project.
Voor aanmelding en meer informatie: rvk@raadvankerken.nl
Omschrijving project: ‘Gebedshuizenpad’.
Opdracht:
Jonge mensen (liefst tweetallen) maken een beschrijving van een wandeltocht (c.q. fietstocht) in een concrete plaats, waarbij ze religieuze pleisterplaatsen in een stad of streek in de route opnemen en beschrijven.
Doelstelling:
Jonge mensen onderbouwen het besef dat de interreligieuze samenleving direct om de hoek begint. Door het nazoeken en beschrijven van kerk, moskee, synagoge, historische plaats, voormalige woning van relevante mensen, plekken van barmhartigheid en saamhorigheid ontwikkelen ze gevoeligheden op dit punt en stellen ze derden in staat om via hun beschrijving soortgelijke ervaringen op te doen. Indien de voorkeur uitgaat naar een beschrijving van diverse christelijke kerken is dat ook mogelijk.
Eindeisen:
Een beschrijving van de route conform de richtlijnen; een plattegrond waarop de route is ingetekend; een beschrijving in ongeveer vijftig woorden per plaats van tenminste vijf bijzondere plaatsen die men onderweg passeert; een indicatie van de totale afstand, waarbij de route steeds begint bij een punt van het openbaar vervoer (een spoorwegstation of een bushalte). Het wordt gewaardeerd als er ook enkele digitale foto’s gemaakt zijn. De tocht moet tenminste drie verschillende religieuze richtingen een plek geven, of als dat ter plekke niet haalbaar is tenminste drie verschillende christelijke denominaties benoemen. De wandeltocht moet tenminste5 kilometerzijn en maximaal15 kilometer. (Een fietstocht kan variëren van10 kilometertot maximaal30 kilometer).
Werkwijze:
a. Jonge mensen krijgen uitleg bij het bureau van de Raad van Kerken; b. Ze oriënteren zich nader op internet, bijvoorbeeld door te beginnen met trefwoorden als ‘moskee woonplaats’, ‘synagoge woonplaats’, ‘kerk woonplaats’, indien er al gebedshuizenpaden beschikbaar zijn, mag daar gebruik van worden gemaakt, maar moet er wel een eigen beschrijving zijn met originele verhalen; c. Ze vragen tenminste één gesprek aan met iemand die iets van de plaatselijke situatie kan vertellen: een pastor, een lid van een raad van religie of raad van kerken, een historicus; indien men een bestaande beschrijving gebruikt moet men meer gesprekken voeren; d. Optioneel: ze zoeken achtergrondinformatie in de plaatselijke bibliotheek; e. Ze maken een print van google waarop de integrale route kan worden getekend; f. Ze lopen de route integraal en maken een beschrijving, ze maken eventueel ook foto’s; g. Ze werken de route uit op Word en sturen het materiaal naar het bureau van de Raad van Kerken; h. Ze ontvangen een route van een ander, die ze nalopen en ze sturen een evaluatie of deze route nog wijzigingen nodig heeft.
Urenraming:
Bezoek bureau Raad van Kerken: ca. 4 uren (inclusief reistijd).
Onderzoek internet en maken aantekeningen: ca. 4 uren.
Bezoek plaatselijke bibliotheek en maken aantekeningen: ca. 4 uren.
Gesprek ter zake kundige, inclusief afspraak maken en uitwerken: ca. 4 uren.
Lopen van de route en foto’s maken en aantekeningen: ca. 4 uren.
Uitwerken en ordenen van het materiaal: ca. 6 uren.
Nalopen van de route van een ander en commentaar geven: ca. 4 uren.
Totaal circa 30 uren.
En verder:
Het bureau van de Raad van Kerken plaatst de beschrijvingen op de website, zodat mensen de route kunnen lopen. Mochten er voldoende beschrijvingen zijn dan zal overwogen worden om er een schriftelijke uitgave van te maken. De jonge mensen die de routes hebben uitgezet krijgen een gratis exemplaar van een eventuele schriftelijke uitgave en hun naam wordt vermeld in het colofon. De teksten worden daarbij zo aangepast, dat ze een logische eenheid vormen in het geheel van de uitgave.
Tijdspad:
Het bureau zet het project uit vanaf circa half juni 2012. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen wordt de looptijd bepaald, maar in ieder geval niet langer dan twee jaar. Scholieren kunnen instappen op het moment dat hen uitkomt en afronden al naar gelang de eigen wensen. De instructie bij de Raad wordt zoveel mogelijk gebundeld op enkele data. Er kunnen maximaal zo’n vijftig scholieren meedoen.
Foto: Raam in synagoge, een foto genomen tijdens de wandeling langs gebedshuizen in Utrecht.