Doop

Op 29 mei vindt in Heiloo de plechtigheid plaats waar elf kerken een doopverklaring ondertekenen. In dat kader schreef Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, een column voor de bladen van Wegener (Stentor). Hieronder de gepubliceerde tekst.

Doop

Vertegenwoordigers uit de kerken verzamelen zich op derde pinksterdag in Heiloo. Ze komen samen bij de put waar Willibrord het evangelie verkondigde en mensen doopte. Op deze historische plaats tekenen ze twee documenten. Het gaat om de erkenning van de doop die in een andere kerk is bediend; en het betreft een verklaring waarin men uitspreekt qua opvattingen over de doop dichter bij anderen te zijn gekomen. 

Negen kerken tekenen beide verklaringen; ze vertegenwoordigen grote kerkelijke tradities: orthodox, episcopaal, protestants en rooms-katholiek. Even zo opmerkelijk is de bereidheid van twee volwassenen dopende kerken om een verklaring van toenadering te onderschrijven; Doopsgezinden en Pinkstergemeenten. ‘Slechts een paar letters op een papier’, zei een buitenlandse theoloog die hoorde van de oecumenische ontwikkelingen in Nederland, ‘maar een bemoediging voor iedere Nederlander die God liefheeft’. 

Kerkleiders erkennen met de ondertekening dat God zich ook via andere kerken bekendmaakt. Als je elkaars doop erkent is het hopelijk een kwestie van tijd of je erkent ook elkaars kerk, elkaars rituelen en elkaars sacramenten.

De discussie over de doop heeft zich in veertig jaar verder ontwikkeld. Toen prinses Irene zich eind jaren zestig opnieuw liet dopen omdat ze met een rooms-katholieke man wilde trouwen, brandde de discussie los over de herdoop en de onwenselijkheid daarvan. Er kwam een dooperkenning tussen hervormd en rooms-katholiek. De brieven over en weer laten zien hoezeer men het eigen gelijk in die tijd verdedigt. De hervormden waarschuwden de rooms-katholieken om terughoudend te zijn met de nooddoop. Rooms-katholieken vroegen de hervormden vooral ruim water te gebruiken. 

Het gesprek gaat nu over de kern, over de noodzaak de doop te begrijpen en over de mogelijkheid om de doop te gedenken, zodat men via hernieuwde symboliek tot een verdieping van het geloof kan komen. Daarmee laat de bijeenkomst in Heiloo zien, dat de christenen in Nederland in één generatie qua opvatting tot een groter wasdom zijn gekomen.