Contextuele Bijbelstudie kan helpen om in een oecumenische benadering van de Bijbel tot vergaand onderling begrip te komen. Dat lieten broeder Stephen Smyth van de Schotse Raad van Kerken ACTS en Maureen Russell van de Schotse Episcopaalse Kerk, onlangs zien tijdens een internationale ontmoeting met vertegenwoordigers van diverse Europese Raden van Kerken in Edinburgh.
Stephen is druk in de weer voordat de eigenlijke Bijbelstudie begint. Hij drapeert een kleed in het midden van de groep, legt er een paar scherven op, een kruis en een kaars. Sfeer etaleren, noemt hij het. Een groep van zo’n twintig mensen zet zich in een cirkel. Op een centrale plaats positioneert Stephen een flap-over, waarop tijdens de hele Bijbelstudie driftig wordt geschreven.
Contextuele Bijbelstudie is gebaseerd op de gedachte dat je diverse invalshoeken bij een concreet Bijbelverhaal hebt, die elkaar kunnen aanvullen en het begrip verdiepen. De groep krijgt daarbij diverse vragen voorgelegd, die deels in subgroepjes, deels plenair worden beantwoord. De Bijbelstudie als zodanig duurt ongeveer anderhalf tot twee uur.
Tijdens de ontmoeting wordt geoefend met het verhaal van de vrouw uit het gebied van Tyrus en Sidon, van wie de dochter bezeten is door de duivel (Matteüs 15: 21-28). Stephen spreekt eerst een gebed uit. Daarna lezen twee verschillende groepsleden achter elkaar beide een keer het verhaal. Vervolgens krijgt de groep de volgende vragen voorgelegd. Iedere vraag krijgt zo’n tien minuten aandacht. In sneltreinvaart inventariseren Stephen en Maureen de antwoorden. Daarna gaat het weer verder. De groep is verbluft hoeveel de resultaten die de werkvorm oplevert in een korte tijd. Na anderhalf uur is de hele Bijbelstudie afgerond.
De volgende vragen zijn op dat moment aan de orde geweest:
Wat valt je op? (eerst in groepjes van drie, daarna plenair uitwisselen)
Noem alle personages die direct en ook indirect een rol spelen in het verhaal (plenair).
Welke culturele, sociale en religieuze onderwerpen zijn aanwezig in het bijbelverhaal? (plenair).
Geef aan waar Jezus een bedreiging ziet en geef aan waar Hij een mogelijkheid ziet. Hoe reageert Jezus? (subgroepen, daarna plenair)
Wat wilde Matteüs aan de eerste gemeente duidelijk maken? (plenair)
Wissel ervaringen uit met actuele spiegelverhalen van het Bijbelverhaal (subgroepen en daarna plenair).
Wat wil je zelf persoonlijk uit het bijbelverhaal meenemen? (groepjes van drie en daarna plenair).
De techniek van het ‘contextueel bijbellezen’ is eerder door het Schots Bijbelgenootschap methodisch ontwikkeld, Stephen Smyth werkte toen voor het bijbelgenootschap. Het is verwant met het intercultureel Bijbellezen waar Hans de Wit aan gewerkt heeft aan de hand van een passage van de Samaritaanse vrouw uit Johannes 4. De methode leent zich goed voor oecumenische groepen, omdat het startpunt ligt bij de eigen situatie en je dus de eigen ervaringen van mensen maximaal een plek kunt geven. De diverse situaties worden serieus genomen, waarbij het Bijbelverhaal zelf er uiteindelijk voor zorgt dat de diverse meningen en ervaringen toch weer bij elkaar komen binnen de grote lijnen van het Bijbelverhaal.
De groep met Stephen hoest in een paar minuten tijd minstens tien perspectieven op die in het verhaal aanwezig zijn; tien blikrichtingen die men voor zichzelf kan toepassen. Het maakt bijvoorbeeld verschil of men het verhaal analyseert met de bril van de vrouw die vragen stelt, de bril van de discipelen, de bril van Jezus, de bril van de discipelen, de bril van Mattëus of de bril van omstanders. Qua theologie – het laat zich raden – komen onder meer zaken aan de orde als: de onbegrensde genade van God, de bijzondere positie van Israël, het apostolaat.
Foto: De rooms-katholieke broeder Stephen Smyth zorgt voor enige passende meditatieve objecten in het midden van de groep