De Raad van Kerken heeft in een brief zijn medeleven betuigd met de Koptische gemeenschap in Nederland en Egypte, in verband met het bericht van overlijden van de kerkelijk leider paus Shenouda III. ‘U raakt in hem een gewaardeerd religieus leider kwijt op een moment dat de ontwikkelingen in Egypte zich op een scharniermoment in de tijd bewegen’, aldus de brief. ‘We hopen en bidden met u dat de herinnering aan de manier waarop hij in staat was mensen te bemoedigen, te troosten en met elkaar te verbinden ook anderen inspireert en wegen doet zien die getuigen van een zelfde wijsheid en visie’.
De brief refereert aan de ontmoeting die een vertegenwoordiging van de Raad mocht hebben met paus Shenouda in Amsterdam, toen hij daar in oktober 2010 aanwezig was bij de opening van het nieuwe instituut voor Koptisch Orthodoxe Studies en Cultuur. ‘Het was opmerkelijk dat hij als man op leeftijd zoveel tijd en ruimte gaf aan het contact met kinderen en daarmee liet zien hoe belangrijk het is religieuze kennis en spirituele inspiratie over te dragen op een nieuwe generatie’, aldus het schrijven.
Paus Shenouda heeft in zijn pontificaat meegemaakt dat de Koptische kerk wereldwijd een steviger basis heeft gekregen. ‘Indrukwekkend was het overzicht dat ons werd aangereikt anderhalf jaar geleden van de groei van de gemeenschap wereldwijd, van Noord-Amerika tot Australië; en wat Nederland betreft zijn er inmiddels zeven kerken van uw gemeenschap, van Vlissingen tot Hylaard / Leeuwarden’, zegt de brief. ’Als Raad van Kerken hebben we de Koptische gemeenschap leren kennen als een betrokken oecumenische partner, gastvrij, passioneel en toegewijd’. Zoals bekend is de Koptische Kerk al jaren lid van de Raad van Kerken en maakt de kerk deel uit van de episcopale groep van kerken waarvan de vertegenwoordigers elkaar regelmatig spreken, en waar ook de Oud-Katholieke Kerk, de Syrisch-Orthodoxe Kerk en de Anglicaanse Kerk deel uitmaken.
Het patriarchaat van de Koptische Kerk is vanouds verbonden met de prediking van de heilige Marcus, die het christendom al in de eerste eeuw in Alexandrië bracht. ‘Wij realiseren ons dat we als oecumenische gemeenschap in het contact met onze Koptische broeders en zusters teruggaan op diep gewortelde bronnen van het christelijk geloof; waarbij het getuigenis van de evangelist Marcus in ons aller canon van heilige boeken een prominente plek heeft ingenomen’.
De brief sluit af met: ‘Het is de evangelist Marcus die in zijn indrukwekkende weergave van Jezus op de Olijfberg, kort voordat de lijdensgeschiedenis zijn beslag op Hem legde, opriep om waakzaam te zijn. ‘Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is’. Zo wordt ons opgedragen waakzaam te zijn, juist ook als er druk op ons ligt. Weet dat jullie daarin gesteund worden door een wereldwijde verbondenheid van christenen die met jullie meeleven’.
Voorzitter en secretaris van de Raad hebben de brief ondertekend en tegelijk een schrijven doen uitgaan naar de Egyptische ambassade. Daarin wordt gewag gemaakt van een bezoek eerder aan de ambassade, samen met een vertegenwoordiging van het CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid). ‘In de pers hebben we gelezen dat het hoofd van al-Azhar, instituut in de soennitische islam, Ahmed al-Tayeb, zei dat de Koptische Kerk ‘een groot en zeldzaam man heeft verloren op een gevoelig moment, juist nu het land de meest wijzen onder de wijzen nodig heeft’’. ‘We realiseren ons dat deze wijsheid juist nu van belang is om een goede balans te blijven vinden, zowel in Egypte als in ons eigen land, tussen de diverse religies. We hebben er alle vertrouwen in, dat we elkaar daarop in de toekomst mogen blijven aanspreken’, aldus de brief aan de ambassade.