Verschil in huiver

Wim Dragstra interviewde mgr. Frans Wiertz, de 23ste bisschop van het bisdom Roermond over oecumene in het zuiden. Hoe ziet hij de ontwikkelingen op oecumenisch gebied? Een verkenning overgenomen uit de nieuwsbrief van de Raad van Kerken Parkstad Limburg.

Een verschil in huiver en heiligheid

“Ik heb het een keer aan een protestantse voorganger gevraagd: Als we dan samen eucharistie vieren, kniel je dan ook samen met mij voor het lichaam van Christus na de consecratie? Het antwoord was: nee. Daar huivert een dominee van. Wat voor mij het heiligste is, wekt dus huiver bij een dominee. Dat geeft aan hoe verschillend wij hierover denken.” De bisschop van Roermond, mgr. Frans Wiertz doet de schrikachtige reactie van de dominee bij de gedachte te knielen voor de hostie, na. “Ik kniel voor God, dat is mijn overtuiging, mijn geloof. Wij gaan ook anders met de kerk om. Wij geloven echt dat het het huis is waar God woont. God is er aanwezig. Het is voor ons een ander gebouw dan voor protestanten. Het doet me daarom ook zoveel pijn als we weer een kerk moeten sluiten.”

Protestanten knielen niet tijdens de consecratie en als tijdens een processie de monstrans voorbij komt, dat druist in tegen hun reformatorische aard. Dat heeft de bisschop goed aangevoeld. Het maakt meteen duidelijk dat 500 jaar van gescheiden geloofsbeleving tussen katholieken en protestanten heeft bijgedragen tot een diepgeworteld gevoel van „anders zijn‟ tot in het lichaam gevoelde emoties als huiver en afkeer toe. „En wat in 500 jaar uiteengegroeid is, breng je zo gauw niet weer samen. Dat heeft tijd nodig. Ik ben geduldig en ik ben al heel blij met wat we tot nu toe bereikt hebben.‟

Wiertz heeft als opgroeiende jongen in Kerkrade (hij werd er op2 december 1942 geboren) nog meegemaakt dat protestanten en katholieken niet bij elkaar over de vloer kwamen. “We waren vreemdelingen voor elkaar. Ik herinner me dat als je aan kinderen in die tijd vroeg waaraan je kon merken dat iemand niet katholiek was, dat ze dan zeiden: „Dan spreken ze geen dialect.‟ Ja, en vaak is dat ook nu nog zo. Ook dat geeft het cultuurverschil aan.”

Maar dan komt het Tweede Vaticaanse Concilie en de Rooms-Katholieke Kerk krijgt oog voor oecumene en met de veranderingen en vernieuwingen in de kerk krijgt ook de samenwerking met anders gelovigen een kans. Her en der worden dan ook initiatieven genomen om – vooral tijdens nationale gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld de viering van de bevrijding of nationale dodenherdenking – oecumenische gebedsdiensten te houden.

„En ik ben blij dat er in de jaren daarna heel wat bereikt is,‟ zegt de bisschop terwijl hij er eens goed voor gaat zitten. Zijn werkkamer in het bisschoppelijke paleis te Roermond is bezaaid met boeken. Kasten vol langs de muren en grote stapels staan voor zijn bureau. Ik ga er van uit dat ze al gelezen zijn, want anders zou hij er als een berg tegenop moeten zien. De bisschop is een lettervreter; elke avond leest hij tot in de kleine uurtjes en gaat dan pas op één oor. Hij pakt een boek van tafel, bladert erin en zegt. „Kardinaal Walter Kasper die jarenlang de oecumene vanuit Rome heeft begeleid, heeft dit boek geschreven en het heet „De rijke oogst‟. Hij brengt in dit boek de vruchten van de oecumenische dialoog tussen de Rooms -Katholieke Kerk, de Lutherse kerk, de gereformeerde kerken, de Anglicaanse kerk en de methodisten van de afgelopen jaren in beeld. Ik kan me daar helemaal in vinden. We geloven in één God, de drie-enige God. We hebben één Evangelie. We bidden – op enkele woorden na – hetzelfde Onze Vader. Er is liturgie; we hebben kortom dezelfde fundamentele geloofsbasis.

We stonden vijftig/zestig jaar geleden nog met de rug naar elkaar toe en nu zijn we met elkaar in dialoog. We hebben vooral in die beginjaren van de oecumene heel grote stappen gemaakt. Nu gaat het langzamer, dat geef ik toe maar we komen nu ook aan thema‟s waar we zo heel duidelijk, en met onze totale culturele achtergrond, verschillen. Maar we hoeven ook niet meteen te gaan samenwonen in hetzelfde huis. We hoeven niet meteen hetzelfde te doen. Die verschillen mogen er zijn. Maar we moeten wel beseffen dat we dezelfde geloofsbasis hebben.

” Er zijn mensen die vinden dat die geloofsbasis voldoende is om bijvoorbeeld ook samen eucharistie te vieren ook al geloven protestanten niet in de werkelijke gedaanteverwisseling van brood en wijn. “Ik weet dat dat gebeurt en ik kan niemand daarin tegenhouden. Maar niemand mag verwachten dat deze mening over wat wel kan en wat niet, opgelegd kan worden aan de totale Rooms Katholieke Kerk. Het is de mening van een groep dat het wel mogelijk is, maar het is niet de mening van de kerk. En ik zie mezelf wel als schakel van die grotere, die wereldkerk waarin ook het leergezag zijn plaats heeft. Als basisbewegingen zichzelf loskoppelen, dan draaien ze zichzelf een rad voor ogen en ik vraag me af of dat wel productief is.”

De bisschop liep zelf ook tegen de beperkingen aan die de scheiding oplegt.“Als ik in een Lutherse kerk ben, waar de viering in veel opzichten overeenkomt met die in de katholieke kerk, dan doet het me pijn als ik niet ter communie kan gaan.” En als priester loopt hij er ook tegenaan. “Als ik tijdens de eucharistieviering de hostie uitdeel kan ik niet weten of er protestanten bij zijn. Dus ik deel de hostie aan iedereen uit; ieder moet dat naar eigen oordeel en volgens zijn eigen geweten doen. Maar als een dominee in functie als een soort provocatie de communie zou willen ontvangen, dan lijkt mij dat onmogelijk. Ik zou dan in de verlegenheid gebracht worden om te weigeren.”

Hoe katholieken dat voelen geeft hij weer in een mooi verhaal.“Een eenvoudige man zat in de kerk te kijken naar het altaar. Hij zat daar maar, deed verder niets. Hij zat daar heel rustig en uren lang. Toen de pastoor hem vroeg: „Wat doet u hier eigenlijk?‟ Zei de man: „Ik kijk naar God en Hij kijkt naar mij.‟ Die daadwerkelijke aanwezigheid van God zullen protestanten niet zo ervaren. Dat past niet in hun traditie en daarom is knielen voor hen niet aan de orde.

Bisschop Wiertz probeert tijdens het interview de nadruk te leggen op wat bereikt is, wat de gemeenschappelijke punten zijn, maar steeds weer blijkt juist het benoemen van de verschillen het gemeenschappelijke fundament zichtbaar te maken. “En dat is niet erg. Wij zijn als christelijke kerken analoog, maar niet hetzelfde. Er is verschil in theologie, emotie en spiritualiteit. Maar we hebben wel eenzelfde boodschap en in het uitdragen van die boodschap kunnen we samenwerken en elkaar bemoedigen. En laten we vooral blij zijn met en dankbaar voor wat we tot nu toe al bereikt hebben.”

Wim Dragstra

De Raad van Kerken Parkstad Limburg brengt al vijf jaargangen een nieuwsbrief uit. Omwille van het jubileum brengt de Raad een speciaal jubileumnummer met een stand van zaken van de oecumene in diverse plaatsen. Ds. Ko van de Lagemaat, voorzitter van de Raad van Kerken Parkstad, heeft een voorwoord geschreven. Ds. Klaas van der Kamp schreef een bijdrage. En Wim Dragstra had een interview met mgr. Frans Wiertz, bisschop van het bisdom Roermond.

Wie de hele nieuwsbrief wil lezen kan surfen naar www.raadvankerkenparkstad.nl 

Foto: Joost Goes