Met de bekendmaking van het aantal gewelduitingen in Nederland tegen moskeeën komt er een einde aan een periode waarin moslims in Nederland de agressie zwijgend incasseren. Tot nu toe werd publiciteit gemeden rond het thema, omdat men vreesde dat het kwaadwilligen slechts op ideeën zou brengen. Maar met de bekendmaking dat gemiddeld twee keer per maand een moskee het doelwit is van vernielingen is er een publiek statement gemaakt.
Het thema is diverse keren aan de orde geweest in het overleg van moslims, joden en christenen. Ook joden hebben al jaren met het feit rekening te houden, dat ze onvoldoende bescherming genieten in de Nederlandse samenleving. Of ze een fancy-fair organiseren of een straatfestival: ze moeten altijd extra veiligheidsmaatregelen nemen die oplopen qua kosten tot zo’n veertig euro per persoon per jaar.
Onderzoekster Ineke van der Valk, werkzaam bij de Anne Frank Stichting, heeft in opdracht van het Euro Mediterraan Centrum voor Migratie en Ontwikkeling (Emcemo) een inventarisatie gemaakt van de agressie tegen moskeeën in Nederland in de periode 2005 – 2010. Ze stelde vast dat islamitische godshuizen 117 keer doelwit zijn geweest van geregistreerd geweld dat voorkwam uit angst voor de islam. Zo werden moskeeën beklad (43 keer) of waren er vernielingen bij islamitische godshuizen (37 keer). Ook kwam het voor dat varkenskoppen bij een moskee werden neergelegd, waarmee vandalen bewust de spiritualiteit van moslims proberen te frustreren. In de islam immers behoort het varken – net als in het jodendom – tot de onreine dieren. In de VS hadden in dezelfde periode 42 van dit soort incidenten plaats.
De bevindingen van Ineke van der Valk verschijnen in januari in het boek Islamofobie en discriminatie. Bij 99 incidenten bleven de daders onbekend. De incidenten zijn lastig op te lossen, want de daders werken in het geheim. Geweld tegen moskeeën komt relatief weinig voor in grote steden, hoewel daar relatief veel moslims wonen, aldus de onderzoekster.
Ook het Meldpunt Discriminatie Internet krijgt regelmatig meldingen van racistische uitspraken tegen moslims. Dat zei een woordvoerder van Stichting Magenta, waaronder het meldpunt valt. Volgens hem stond de teller dit jaar op 317 meldingen die onder de noemer ‘haat tegen moslims’ vallen. Dat is zo’n 20 procent van het totale aantal meldingen dat dit jaar binnenkwam.
In de Verenigde Staten wordt onderzoek gedaan naar de manier waarop de media over verschillende religies berichten. Het zogenaamde Pew-Nieuws laat zien dat negatieve berichten overheersen, waarbij het met name de moslims zijn die te maken krijgen met de negatieve beeldvorming. Zelfs de Rooms-Katholieke Kerk, die in de achterliggende tijd toch stevig leek te worden aangepakt in verband met het seksueel misbruik, komt er relatief gemakkelijk van af in de media.
Omgekeerd hebben kerken het zwaar te verduren in bijvoorbeeld landen in het Midden-Oosten, waar in de regel een moslim-meerderheid de dienst uitmaakt. Het is om die reden dat lidkerken in de Raad, zoals de Syrisch – Orthodoxe Kerk en de Koptisch Orthodoxe Kerk met terughoudendheid de ontwikkelingen volgen in Syrië en Egypte. Het is voor christelijke minderheden altijd maar afwachten of een verandering in een regime meer vrijheid oplevert of het restje van religieuze ruimte dat er is ook laat verdampen.
De Raad van Kerken spant zich in Nederland in met partners als het CMO en de diverse joodse groeperingen om onderling solidair te zijn en ruimte te houden en te verankeren voor een ieder in de democratische rechtsstaat. Het zogenaamde Caïro-overleg is een overlegorgaan waar de drie religies elkaar ontmoeten.
Foto’s:
Swastika op moskee
Grafiek van Amerikaans onderzoek