Nieuwe koers Nes Ammim

In november komen ze voor het eerst bijeen. Tien gezinnen die als vaste bewoners in Nes Ammim willen gaan wonen; mensen met een Joodse en een Arabische achtergrond. Ze zullen met elkaar een proces doorlopen, waarna zij gaan beslissen wie nog meer nieuwe inwoners gaan worden van Nes Ammim. Daarmee schrijft de moshav in het noorden van Israël een nieuwe bladzij in de geschiedenis, die ooit begon met Johan Pilon, die als christelijk pionier solidariteit tot uitdrukking wilde brengen met de staat Israël.

Ds. Frans van der Sar en ds. Annemarie van Andel werken in Nes Ammim. Ze zijn drie jaar geleden gekomen, respectievelijk als programmacoördinator en als pastor. Ze keren zo omstreeks februari 2012 terug naar Nederland. Ze hebben de veranderingen meegemaakt en gestuurd. Ze vertrekken juist in de tijd dat het grondwerk voor de nieuwe dorpsuitbreiding zal zijn begonnen; als het allemaal lukt, want zaken nemen soms een zomerse traagheid aan qua voortgang in het oriëntaalse land. Doel is uiteindelijk zo’n honderd woningen te bouwen met even zo vele gezinnen, bij elkaar gebracht vanuit de gedachte dat diverse bevolkingsgroepen gelegenheid moeten hebben elkaar te ontmoeten, te spreken om op die manier ook samen de toekomst te kunnen verkennen. En later kan er dan hopelijk nog een verdere uitbreiding worden gerealiseerd.

De solidariteit in Nes Ammim vraagt in de eenentwintigste eeuw om nieuwe vormen van aanwezigheid, afwijkend van de manier waarop men in de twintigste eeuw acte de présence heeft gegeven. Allereerst is er het probleem dat het aantal vrijwilligers uit Nederland en  Duitsland terugliep, nadat de tweede intifadah heftige beelden liet zien van aanslagen in Israël. Ook de vanzelfsprekende loyaliteit met Israël is aan het veranderen; nogal wat mensen begrijpen de Israëlische strenge benadering van het Palestijnse vraagstuk niet. Ze keuren de zelfmoordacties van Palestijnse terroristen af, maar het oprichten van een muur en het uren in de rij laten staan van zwangere Palestijnse vrouwen, vinden ze zacht uitgedrukt toch ook niet echt getuigen van wijs beleid.

De vrijwilligersgemeenschap in Nes Ammim is door alle veranderingen teruggelopen van zo’n tweehonderd vrijwilligers in de bloei-jaren in de jaren ‘80/’90 naar ongeveer dertig Europeanen heden ten dage, die enkele weken of soms enkele jaren deel uitmaken van de gemeenschap. Het kinderbos in Nes Ammim herinnert aan de bloeitijd. Vanaf eind jaren zestig is hier voor ieder kind dat in de moshav is geboren een boom geplant. Er staan inmiddels 129 bomen met een geel lintje. De laatste zuigeling is in december 2008 bijgeschreven.

De grond is eigendom van de gemeenschap in Nes Ammim, dus daar hoeven op dit moment geen directe kosten voor te worden gereserveerd. Er is een hotel dat de belangrijkste bron van inkomsten is. Maar het runnen van de leefgemeenschap, het zorgen voor voedsel voor de vrijwilligers, en vooral het plegen van onderhoud en vernieuwing kosten geld. Quitte spelen lukt net. De leegstaande huisjes in het dorp zijn verhuurd aan (Joodse) Israëli’s. Dat is nooit moeilijk, omdat de woningnood schrijnend is in het land en mensen graag in Nes Ammim willen wonen. De huurders zijn niet echt geselecteerd op ideologie. Dat is met de mensen die een huis zullen kopen in de dorpsuitbreiding wel anders. Een selectie vindt plaats om een gemengde gemeenschap van Joden en Arabieren kans van slagen te geven en leefbaar te houden. Iedereen is welkom, maar mensen moeten wel in de nieuwe gemeenschap passen.

Hoewel er zowel Joden als Arabieren in Israël wonen, is het niet vanzelfsprekend meer dat ze elkaar persoonlijk ontmoeten. In een leefgemeenschap als Neve Shalom / Wahat al Salam vormen ze met vallen en opstaan een gezamenlijke eenheid. En er is een handvol scholen,  waar men Joodse en Arabische kinderen naast elkaar laat opgroeien en opleidt. En er zijn meer gemeenschappen waar men bewust naar samenwerking zoekt. In Ein Dor bijvoorbeeld lopen jongerenprojecten waar Arabische en Joodse jonge mensen elkaar ontmoeten en gezamenlijk de toekomst verkennen. Daarnaast zijn er tal van grote en kleinere dialoogorganisaties die mensen voor ontmoeting bijeen brengen. Dat speelt zich vooral af aan de basis.

Echad

Nes Ammim levert daarin ook een eigen bijdrage. Nes Ammim is van oudsher een moshav waarin voornamelijk Westeuropeanen hun solidariteit laten zien met Israël. De waardering voor Jodendom, maar ook voor islam en christendom is zichtbaar tot in het huis van gebed en studie. In het voorportaal ziet men vertegenwoordigers van drie religies in verschillende gebedshoudingen naar dezelfde plaats gericht. De Joden bidden rechtop. De Christenen liggen op de knieën. De Moslims liggen voorover. En daarbij de tekst ‘Echad’, ‘Eén’. Zo laat de gemeenschap zien hoe men verschillende tradities naast elkaar laat bestaan.

De gemeenschap van Nes Ammim staat niet te dringen om een eigen agenda in te brengen in het contact van de verschillende religies. Projectcoördinator Frans van der Sar: ‘We zien ons meer als faciliterend voor het gesprek hier dan als mensen die een eigen agenda willen doorzetten. Daarbij komt de politieke, maatschappelijke realiteit. Het interreligieus gesprek heeft in Israel altijd ook politieke en maatschappelijke dimensies, die een belangrijke rol spelen; ze zitten niet te wachten op een Europees christelijke agenda die daar weer doorheen speelt’. Frans en Annemarie hebben de ervaring dat Jodendom en Islam in Israël vaak dichter bij elkaar staan dan dat ze apart zich herkennen in het Christendom. ‘Christenen zijn een heel kleine minderheid hier’, zegt Frans, ‘ze staan qua geloof, in hun gebruiken en rituelen relatief verder af van Jodendom en Islam. Christenen worden vaak ook tegen de achtergrond gezien van Westerse christelijke overmacht in verleden en heden; zowel in de Joodse ervaring en  herinnering aan vervolgingen en van de Holocaust als ook  in de ervaring en  herinnering van de Islam aan kruistochten, koloniale overheersing en de huidige economische en militaire dominantie van het Westen. De Christelijke minderheid zit daar heel moeilijk tussen, terwijl ook zij van oudsher thuis hoort in dit land’.

Joden en Moslims herkennen in elkaar de Abrahamitische verwantschap. Het besef van een gemeenschappelijke oorsprong blijft latent aanwezig, hoewel er ook momenten zijn waarop de verhoudingen op scherp komen te staan en Joden de Arabieren toch vooral zien als ‘nakomelingen van Amalek’, het volk dat na de uittocht uit Egypte de Joden in de woestijn in de rug heeft aangevallen op de plek waar de kinderen en vrouwen liepen. Daarmee diskwalificeerden ze zichzelf, zo wil de overlevering.

Vrijwilligers

Frans en Annemarie zijn zich wat henzelf betreft door hun ervaringen in Nes Ammim nog sterker dan voorheen bewust geworden van hun Europese context. Door hun werk is het lokale perspectief, de verbinding van context en theologie, nog belangrijker geworden. Annemarie: ‘Je merkt dat ook wel bij vrijwilligers. Ze komen soms aan met het idee dat mensen hier geholpen moeten worden. En pas gaandeweg ontdekken ze in gesprekken en ontmoetingen dat mensen hier hun eigen context hebben en dat het beter is gewoon naar de mensen te luisteren en te horen hoe zij hun eigen context verstaan’. De vrijwilligers wisselen qua samenstelling. Sommige zijn vanuit zichzelf gewend zich open te stellen voor de beleving en het geloof van mensen die ze nieuw ontmoeten; anderen hebben de neiging toch een boodschap te willen afleveren. Dan kan het helpen om ze juist met verwante Arabische gelovigen in contact te brengen; dan merken ze hoezeer hun eigen verhaal door de context is ingegeven.

De aanwezigheid van christenen in Nes Ammim is er één van een terughoudende agenda, dat wel, maar ook van empathie en openheid en geloofwaardigheid. Het is de uitdaging om die houding te vinden. Eigenlijk is het voor de kerken in Nederland niet anders. Je hebt er weinig aan als de polarisatie in Israël terugkeert in de kerken in Nederland. Veel belangrijker is het een klimaat te scheppen waarin de verhalen van verschillende mensen en verschillende groepen gehoord kunnen worden. Frans: ‘Het gaat om het vermogen de context te zien en te beschrijven. De beschrijving van de context is een wezenlijke bijdrage, juist voor de oecumene. Daarin gaat het toch om de hele bewoonde wereld. We leven in een post-christelijk tijdperk. We maken een paradigmawisseling mee, waarbij we terughoudend hebben te zijn met onze Westerse context en vooral moeten kijken hoe mensen in hun eigen omgeving accenten bij Bijbelse verhalen leggen. Kunnen we het eens worden hoe we samen de context zien waarin we leven en wat we daarin kunnen of moeten doen?’.

De gemeenschap Nes Ammim ontvangt talloze groepen die dat gespreksforum zoeken. Een mooi moment was de aanwezigheid van zestig kinderen, met verschillende achtergronden; Joods, Arabisch-Islamitisch, Arabisch-Christelijk, Druzen. En dan de laatste dag van dat kinderkamp, waarop de ouders kwamen en allen voedsel meenamen en op een tafel legden. Een bijzonder moment was ook het huwelijk van een zoon van een predikant uit Nazareth met een meisje uit Nederland; de gebruiken die dan een rol spelen.

Yom Kippoer

Op zaterdag, Yom Kippoer 2011, strijkt er een groep van negen Nederlanders neer in de moshav. Ze maken de Taizé-viering ’s ochtends mee in het huis van gebed en studie. En ze lopen ’smiddagmee met de Nes Ammim vrijwilligers naar een naburige synagoge om de toewijding te ervaren van de Joodse gemeenschap op de dag van boete, waarop het boek Jona centraal staat in de liturgie. De Nederlandse groep heeft een negendaagse rondreis gemaakt door Israël en de Palestijnse gebieden op uitnodiging van ICCO-Kerkinactie. Ze maakten contact met allerlei mensen die in de huidige politieke situatie proberen een lijn van gerechtigheid en vrede uit te zetten, waarin ook recht gedaan wordt aan het Palestijnse perspectief. Het jongste groepslid is 17 jaar (bijna 18 zoals hijzelf zegt), de oudste Michiel Hardon, 67 jaar, was voorheen actief bij de Wereldraad. Het is de bedoeling dat de groep een theaterproductie maakt van de ervaringen in Palestina en Israël. Er is al een werktitel, geeft Suzanne Bruning toe, de regisseur van Holy Bridge toe: ‘Not in my lifetime’. Het is een beetje het refrein dat je bij alle generaties van Palestijnen hoort als je vraagt of ze geloven in duurzame veranderingen en in vrede: ‘Not in my lifetime’. Is het niet een beetje negatief? Michiel Hardon: ‘Nee, zo denken bijna alle mensen. Ze zien te weinig aanknopingspunten’. Ze ergeren zich aan de muur, zeker als ze zien hoe de muur niet samenvalt met de demarcatielijn van 1967, maar onder allerlei voorwendselen anders wordt aangebracht om zo weer stukjes grond te annexeren. Hanneke van den Biggelaar, projectleider vanuit ICCO, hoopt dat het theaterstuk in vele Nederlandse kerken en gemeenten zal worden opgevoerd. Het stuk duurt ongeveer een uur. Daarna kunnen mensen er over in gesprek gaan. ‘Het gaat er niet om één mening aan te reiken. Het gaat er om de situatie inzichtelijk te maken en open bespreekbaar te krijgen’.

Foto’s:
Ds. Frans van der Sar
Ds. Annemarie van Andel
Eén God
Yom Kippoer: gasten kunnen op de snelweg liggen