Hoe bericht de media over de ophanden zijnde kerkennachten? Met die vraag hield het bureau van de Raad van Kerken de verschillende publicaties en berichten tegen het licht die worden gemaakt over de nachten van 24 en 25 juni wanneer in diverse steden in Nederland de kerkdeuren open zijn. Vandaag het Reformatorisch Dagblad. Een positieve insteek.
Ardjan Logmans, de verslaggever, slaagt er in het enthousiasme dat de organisatie drijft onverkort op papier te zetten. ‘Aantal deelnemers aan Kerkennacht neemt sterk toe’, kopt hij. En hij onderbouwt die kop met het feit dat het aantal steden dat meedoet van 3 (twee jaar geleden) naar 21 stijgt. Hij geeft ook de positieve onderbouwing van de organisatie weer, als hij één van de initiatiefnemers citeert, die zegt: ‘Deelnemers uit plaatselijke brengen door hun presentatie het Evangelie naar de mensen’.
Het RD laat zien hoe de kerken elkaar ruimte gunnen een aanspreken. Ds. Bert Kuipers wordt geciteerd: ‘Kerken organiseren tijdens de Kerkennacht activiteiten die bij hun identiteit passen en ze spreken elkaar daarop aan’. De verslaggever verzwijgt niet dat ook moskeeën mogen meedoen. Hij stelt vervolgens het beeld bij alsof met name PKN en RKK de kar trekken. In Rotterdam zijn 55 kerken die meedoen, en daarin zijn evangelische gemeenten, pinkstergemeenten, zeemanskerken, oosters-orthodoxe kerken en migrantenkerken sterk vertegenwoordigd. Naast leden van de Raad van Kerken doen ook de kleinere protestantse kerken mee.
Logmans gaat vervolgens door op de verwachte bezoekers. Hij noemt de prognose van 50.000 bezoekers en citeert Arie Noordermeer uit Utrecht die spreekt over kerkgangers die bij de buren kijken en nieuwsgierige godzoekers. Het is moeilijk om te voren in te schatten waar de bezoekers precies op afkomen, citeert hij Hanny de Kruijf uit Rotterdam. ‘Sommige deelnemers maken hun kerk schemerdonker en bieden alleen de mogelijkheid om een kaarsje aan te steken’ en dat kan toch velen trekken.
Een vraag die de journalist tijdens de perspresentatie stelde komt in de staart van het artikel weer terug: ‘Is de kerk met een evenement als de Kerkennacht niet te veel gericht op haar rol in de wereld in plaats van op God?’ Het antwoord is helder: ‘Dat ontkent Kuipers zeer stellig. ‘Zo’n gedachte ontmoedigt en getuigt van een blik naar binnen. Het miskent de werking van het Evangelie. We hebben een boodschap voor de wereld’. Daarmee laat de verslaggever de intentie van Bert Kuipers staan. Tijdens de persconferentie viel ook de naam van Van de Beek en zijn theologie. Bert Kuipers haalde kritisch uit, maar de journalist heeft de polarisatie mild weggelaten. De algemeen secretaris van de Raad wordt geciteerd: ‘We zijn juist in gesprek met de secularisatie en onderzoeken concreet hoe spiritualiteit en engagement zich verhouden tot de kerk’.
Tot slot noemt de schrijver de oorsprong van de Kerkennacht met een verwijzing naar Duitsland.
Samenvattend: het verhaal geeft veel informatie, laat de theologische drive zien van de organisatie en de auteur brengt wel zijn vragen in, maar laat die vragen niet overheersen over de informatie die geboden wordt. Daarmee krijgt de lezer een beeld aangereikt, zoals de organisatie die ook beoogt te geven.
Meer informatie: www.kerkennacht.nl