De laatste uren van de IEPC waren het spannendst. Het Final Document werd gepresenteerd. De tekst werd helemaal voorgelezen, een Wereldraad van Kerken traditie. Samen met de anderen in ons netwerk luisteren we nauwgezet. Er ontgaat ons geen letter. Geen woord, geen enkel woord over mensen met een handicap. Schaamteloos misbruikmakend van mijn handicap claim ik een microfoon. De rijen achter de twee officiële interruptiemicrofoons zijn ellenlang. Ik sta achter een derde microfoon die ik eerder die ochtend mocht gebruiken voor de Testimony die ik uitsprak.
Die hele week zijn wij, de leden van EDAN, aanwezig geweest in de convocatie. Wij zijn allemaal hoog opgeleid, de meeste van ons theoloog, een fiks aantal is dominee van een of meerdere gemeenten, maar allemaal hebben we een handicap. Het valt ons op dat onze inbreng op prijs wordt gesteld. We doen aan alles mee en delen onze visie en levenservaring. Soms leggen we de vinger op een zere plek. Meestal helpen wij de discussie door nieuwe gezichtspunten aan te dragen en een vastgelopen idee eens van een andere kant te bekijken.
Bijvoorbeeld tijdens een van de Bible study groups waar elke ochtend een tekst uit de bijbel wordt bestudeerd. Het gaat over Mattëus 20:1-16. Een landeigenaar gaat naar de markt om mensen aan te nemen om te werken in zijn wijngaard. Hij gaat telkens terug om meer mensen in te huren. Aan het eind van de dag zijn er nog steeds arbeiders op het plein en de landeigenaar neemt ook deze mensen aan. Ik vraag: Wie zijn die laatste arbeiders die zo lang moeten wachten tot ze aangenomen worden? Niemand durft het te benoemen. Na doorvragen, komt het weifelende antwoord dat dit de mensen zijn waar we het liever niet over hebben. Iedere groep in de marge kan zichzelf nu invullen, maar ik noem de mensen met een handicap.
De netwerkleden van EDAN zijn overal aanwezig. Wij laten zien dat wij niet onderdoen voor de andere niet zichtbaar gehandicapte deelnemers. Elke avond zoeken wij elkaar op en vertellen elkaar over de afgelopen dag. Onder de tropische sterrenhemel zitten we aan een van de tafel op een plein achter de eetzaal. De universiteit waar de IEPC plaatsvindt heeft allerlei plaatsjes en hoekjes waar je gezellig kunt zitten. De eerste avond zijn we met weinig. Niet iedereen heeft onze plek kunnen vinden, maar gedurende de bijeenkomst komen er telkens meer. De laatste avond hebben allerlei mensen zich bij ons aangesloten. Wij zijn kennelijk een gezellige en onderhoudende groep waar je bij wilt horen.
De integratie is goed tijdens de IEPC zou je denken. Jammer genoeg is niets minder waar. De workshops zijn niet toegankelijk. Niet voor rolstoelgebruiker, niet voor mensen met gehoorproblemen, niet voor mensen die blind zijn. Zelfs in de plenaire gedeelten zijn er geen grootletter afdrukken van de stukken. Wel in de verschillende talen, maar geen grote letters.
Mijn Testimony staat in het teken van Peace in the Community. Ik kan niet op het podium en zit dus voor het podium achter een losse microfoon. Er is een camera op mij gericht. Mijn thema is onzichtbaarheid. Ik maak verslag van de momenten dat ik wel aanwezig ben, maar toch ook weer niet. Mijn handicap wordt steevast verzwegen of omzeild. Ik mag er wel zijn, maar de handicap is lastig.
In het Final Document staat niets over mensen met een handicap. Toch zijn mensen met een handicap drie keer zo kwetsbaar voor alle soorten geweld als andere (gemarginaliseerde) groepen.
Vrouwen die verkracht zijn kunnen geen aanspraak doen op rechtvaardigheid. De politiebeambte wil geen verklaring opschrijven want de vrouw kan niet zien en kan dus de dader niet herkennen. Of de vrouw is doof en kan niet zeggen wat ze heeft meegemaakt. Een verlamde vrouw komt niet eens bij het politiebureau omdat niemand haar wil brengen. En stel dat de vrouw wel haar verhaal kan doen dan is de kans groot dat ze nog niet serieus genomen wordt. Gehandicapten ervaren dingen nou eenmaal anders dan anderen, is ook een veel gehoord vooroordeel.
In een oorlog zijn mensen met een handicap nog meer op hulp aangewezen dan anderen, maar die hulp is er niet. Het is ieder voor zich en God voor ons allen.
Zo kan ik voor elk van de vier thema’s van de IEPC bewijzen dat mensen met een handicap het zwaarder hebben dan anderen. Iemand met een handicap is namelijk altijd deel van een van de andere slachtoffergroepen. Migrant en gehandicapt, Dalit en gehandicapt, Vrouw en gehandicapt, en zo voort.
Terwijl ik sta te wachten voor die derde microfoon wordt er voor mij gelobbyd. De rijen van de beide interruptiemicrofoons groeien en groeien. Dan hoor ik mijn naam. “Simone, please, it is your turn now,” zegt de moderator. Verbaasd dat ik bij mijn naam genoemd wordt, bedank ik de moderator en neem weifelend het woord. “Drie dingen wil ik zeggen. In de eerste plaats mis ik het woord ‘liefde’. Is dat niet waar het over gaat? Dat wij liefde hebben voor de wereld, voor elkaar? Het wordt niet vanzelf een rechtvaardige vrede. Ten tweede mis ik in de opsomming van vormen van geweld ‘discriminatie’. Een heel onzichtbare vorm van geweld, die heel veel gebruikt wordt. Vaak zonder dat mensen het in de gaten hebben. En tot slot mis ik over wie dit document gaat. Het is een steriele tekst met mooie zinnen, maar het gaat over niemand. Noem man en paard en vergeet mensen met een handicap niet!”
Uit beide lange rijen komen nog heel veel opmerkingen. Een aantal overlappen mijn statement. Ik heb genoeg en verlaat de grote tent om bij te komen.
Later wordt het uiteindelijke finale document gepresenteerd. Alledrie mijn opmerkingen staan er in. Ik ben trots, want dit komt ten goede aan alle deelnemers. Niet alleen onze groep.
Bovendien blijft er een uitdaging voor de volgende keer. ‘Anders valide’ vind ik mezelf namelijk niet. Ik ben ‘valide’ net als iedereen. Niet anders- en niet in-valide. Ik heb dan wel een handicap, maar verder ben ik een heel gewoon mens. En dat geldt voor al mijn vrienden in EDAN ook. Voor alle mensen met een handicap eigenlijk…
Simone Poortman, 10 juni 2011
IEPC = International Ecumenical Peace Convocation
EDAN = Ecumenical Disability Advocates Network, een programma van de Wereldraad van Kerken
‘Anders valide’ is een iet wat kromme vertaling van de term ‘differently abled’. Met deze term werden mensen met een handicap genoemd in het Final Document.