Tijdens de 33e Kirchentag in Dresden duiken spannende vragen op voor de politiek en kerken. Vragen die horen bij de samenleving in Duitsland en ook bij ons in Nederland. Ze worden opgeroepen door het thema uit Mattheus 6: 21: ‘Daar zal je hart zijn’, aldus ds. Corry Nicolay, namens de PKN Nederlands contactpersoon van de Kirchentag.
“Ruim 120.000 mensen zijn voor vijf dagen naar deze stad aan de Elbe gereisd voor een ‘groot feest van geloof en leven’. Lachend maken duizenden mensen met hun handen een hart: duimen naar beneden en wijsvingers gebogen. Dit kun je ook samen doen met degene die naast je zit.
De Deutsche Evangelische Kirchentag is een onafhankelijke lekenbeweging. Nauw werkt de Kirchentag-organisatie samen met de Lutherse Kerk en de politiek, samen dragen ze deze dagen. Jongeren kunnen studiepunten halen wanneer ze meewerken als vrijwilliger. Voor de buitenlandse deelnemers is er een Internationale Commissie met leden uit ruim dertig landen.
Ook in Duitsland zijn de Christenen een minderheid zijn geworden, zegt de lutherse bisschop van Saksen, Jochem Bohl, in zijn openingspreek. Maar daar gaat het volgens hem niet om. Wel om van iets overtuigd te zijn, zoals het recht om vanuit je eigen geloof te kunnen leven. Dat is een wezenlijke schat die we moeten koesteren voor iedereen die in het land woont. Christenen kunnen volgens hem geen angst hebben voor andere godsdiensten, dat is een Christen onwaardig.
Minister-president Stanislaw Tillich van de deelstaat Saksen benadrukt het politieke recht van godsdienstvrijheid. ‘Joden, moslims, hindoes, christenen – ze horen bij onze samenleving. Wie een geloofsgroep wil ontkennen en uitsluiten neigt naar gevaarlijk denken en handelen. Nooit weer mag in Duitsland een dodelijke hetze ontstaan tegen een bepaalde groep mensen’.
Want kijk, op de herbouwde Frauenkirche schittert het nieuwe goudkleurige kruis en bij kerk, moskee en synagoge wappert de vlag van de Kirchentag.
Vanzelfsprekend grijpen de politieke en geloofswerkelijkheid in elkaar. Ieder vanuit hun eigen invalshoek wijzen ze op het gedeelde belang van een open samenleving.
Ook de jeugd houdt zich hier volop mee bezig. Joodse, islamitische en christelijke jongeren bevragen elkaar op wat ze belangrijk vinden en wat er leeft in hun hart over de anderen. Na verhitte discussie leven ze zich samen uit op rockmuziek en dansen het gras uit de grond.
Wat opvalt is een breed gedragen mening dat vooral christelijke jongeren zich wel christen willen noemen omdat ze zich verbonden voelen met het geloof en met de verhalen over Jezus. ‘Wel verbonden, maar niet gebonden’ is hun motto, het lid zijn van één kerk spreekt niet aan. Graag bezoeken ze de jongerendagen waar ze ook best voor willen betalen. Het is aan de kerk om hiermee om te willen gaan en de toekomstkansen hiervan te zien.
Oud-bisschop Margot Kässman wijst op het economische belang van onveiligheid. Want dan zijn beveiliging en wapens nodig. Kunnen en willen de kerken hier vanuit de schat van hun overtuiging positief vragen over stellen en mensen steunen hierbij stil te staan? Veel mensen luisteren kritisch naar haar en op straat wordt hier volop over nagepraat.
Bemoedigd en gesterkt gaat ieder terug naar hun eigen woonplaats en het thuisland. De handen vormen nog een keer een hart en over en over en weer klinkt: ‘Tot ziens over 2 jaar in Hamburg.’”