Een museum met een kerkdienst als vast aanbod in de programmering. Die bijzondere situatie vind je – voor zover bekend – in Nederland maar op één plaats: Rotterdam. Dominee Bert Kuipers van de Laurenskerk in Rotterdam heeft het oecumenische materiaal dat op deze manier is ontstaan nu geordend en in een boek vastgelegd, zodat iedereen er kennis van kan nemen. ’12 jaar museumvieringen’ heet de bundel, inmiddels zijn we al weer een half jaar verder en is het bronzen jubileum bereikt.
Op tweede paasdag 1998 vond in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam een tot dan toe onbekend verschijnsel plaats: een liturgische viering binnen de context van een tentoonstelling in een museum. Het ging om een viering op initiatief van het Oecumenische Laurenspastoraat. Prof. dr. Marcel Barnard leidde de viering die vastgeknoopt werd aan een tentoonstelling over wandtapijten. Er kwamen 300 mensen op af. Vanaf dat moment keerde de viering jaarlijks één of twee keer terug.
De vieringen krijgen inhoud in een liturgisch raamwerk. Het hart van de viering en ontmoeting is in de regel een benadering van de kunst vanuit kunsthistorische en theologische optiek. De kunsthistoricus vertelt over achtergronden, motieven, verbanden en betekenis van het kunstwerk. De theoloog zoekt naar verbanden vanuit Schrift en christelijke traditie. Bert Kuipers ging bijvoorbeeld voor in een dienst rond ‘The art of fashion’. Hij sprak over thema’s als de oorspronkelijke naaktheid van Adam en Eva (Genesis 3), het veelkleurige kleed van Jozef (Genesis 37), de harigheid van Ezau (Genesis 27), de altaartafel (Exodus 36), de lijfelijke liefde (Hooglied) en de naaktheid van Christus in de kribbe en aan het kruis (Lucas 2 en Johannes 21).
Voor Bert Kuipers zijn het echte vieringen. De bezoekers van de museale vieringen herkennen zich in ‘het gerucht aangaande de Messias’. ‘Zij zoeken verder naar beelden en taal die de betekenis van dat gerucht voor hun bestaan kunnen verhelderen’.
Duitsland
De opzet past bij een groep mensen die geseculariseerd zijn en minder binding hebben met het instituut kerk, maar wel naar vormen zoeken om het geloof zichtbaar te maken. ‘Je zou het kunnen zien als een dienstverlening aan een geseculariseerd publiek’, zegt Bert Kuipers. ‘Het kerkgebouw heeft zijn bevoorrechte plaats als centrum van religieuze beleving al lang geleden verloren’, vindt de auteur, ‘de uitdrukking: ‘Geloven doe je in de kerk’ als vermaning dat buiten de kerk de dingen zeker geweten dienen te worden, heeft zijn geldigheid allang verloren. Geloven, uiting geven aan religieuze gevoelens, doe je tegenwoordig net zo vaak buiten de kerk als daarbinnen’.
De experimenten worden vermeld in allerlei studies, maar qua toepassing vindt het in Nederland nog weinig of geen navolging. Dat ligt anders in Duitsland. Je vindt de vieringen in plaatsen als Mainz, Neurenberg, Bremen, Dresden en Hannover. In het Sprenger Museum in Hannover zijn er al vanaf 1983 geregeld vieringen in het museum, waarbij het accent ligt op de uitleg vanuit iconologische en theologische hoek.
Oecumenisch
De vieringen zijn oecumenisch van opzet. ‘Van meet af aan zijn de museumdiensten opgezet en uitgevoerd als oecumenisch project, voor een eveneens oecumenisch publiek. Bij dit soort grensoverschrijdende evenementen is de factor ‘denominatie’, dus tot welke kerkelijke bloedgroep hoor je, niet van betekenis’. Uit een overzicht blijkt dat er mensen van allerlei denominaties voorgegaan zijn in de loop van 12 jaar. Om een paar namen te noemen: de rooms-katholieke pastores Joost de Lange en Marianne Verbakel, de deken André Bosman, de lutherse predikant Erwin de Fouw, de oud-katholieke aartsbisschop Joris Vercammen.De zeggingskracht van kunst is tenslotte ook inclusief en nooit beperkt tot één of enkele spirituele doelgroepen.
Er is natuurlijk niet een vorm te bedenken, die de secularisatie keert. Dat is dan ook niet de bedoeling van de museumdiensten. Toch reikt de auteur een gedachte aan om nog eens over na te denken: ‘W
Foto’s:
Geintje van het museum bij de Hollandse romantici om aandacht voor kunst uit te drukken
Schilderij van Kees van Dongen, de meest recente museumdienst op 17 oktober j.l. ging over de Rotterdamse meester van wie er een overzichtstentoonstelling in Boijmans van Beuningen is tot 23 januari 2011
‘Man’s go al is to find unity’, een schilderij van Thorn Prikker uit 1924 uit Boijmans van Beuningen
Bezoeke rs in het museum