Laten we de macht als doel in zichzelf afpellen. En volstaan met een minimale toepassing van macht in uitzonderlijke situaties. Dan zou er in de religie weer meer speelruimte komen, letterlijk.
Dat vertelde professor dr. André Droogers bij de ethieklezing van de Raad van Kerken in Den Bosch op 26 november. Het ging over de drieslag ‘Macht, God en kerk’. Droogers pleitte voor een oorspronkelijk beleving van de religie, die aansluit bij de ervaring van de stichter. ‘Wat zich als religie voordoet is er bijna altijd een verbastering van. De zingeving moet steeds opnieuw ontketend worden, en dan zullen mensen tot hun recht komen en zal de kwaliteit van leven ermee gediend zijn’.
Droogers, zelf een cultureel antropoloog, meent dat geloof geen product moet zijn van machtsuitoefening, maar van het menselijk vermogen om met zingeving te spelen. Hij maakte daarom onderscheid tussen doelmacht en middelmacht. Doelmacht dient er uiteindelijk toe om de eigen machtsstructuur en de controle over de eigen machtsbronnen in stand te houden of uit te breiden. Hij pleitte daartegenover voor een middelmacht, waarbij de machtsbronnen selectief worden gebruikt ten dienste van het voortgaande verkennen van zingevingsmogelijkheden en de kwaliteit van leven.
Prof. Dr. Klaas Spronk, oudtestamenticus, gaf als co-referent aan te kunnen instemmen met de spel-gedachte. Hij waarschuwde voor al te krampachtig gebruik van bronnen. Als het over macht gaat, ‘laat ik God er liefst zo lang mogelijk buiten’, zei hij, doelend op het gevaar dat de naam van God al te lichtvaardig wordt genoemd om het eigen gelijk te onderstrepen. Hij wees op de profeten, die zich juist herhaaldelijk opstellen tegenover de gevestigde machthebbers.
Droogers dacht hier overigens anders over. Hij stelde dat het onvermijdelijk is dat je in de religie God bij je argumentatie betrekt, ook als het gaat over macht. Hij stond in die zin dan toch weer dichter bij het instituut en citeerde een straatzegswijze: ‘Als je tegen de kerk aan piest, word je zelf nat’. Hoewel hij ook zeer kritische woorden sprak. ‘Het bange vermoeden rijst dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat niet God de macht van de kerk bepaalt, maar de kerk de macht van God. God kan trekken van kerkvorsten krijgen, zoals kerkvorsten weer op wereldlijke vorsten lijken’.
Spronk kreeg de vraag hoe het zit met een tekst als die uit Matteüs 16, waar Jezus zegt dat hetgeen Petrus bindt voor God in de hemel als gebonden moet gelden. De Kamper hoogleraar wees er op dat je zo’n tekst wel in zijn oorspronkelijke context moet laten staan, waar nog geen paar verzen verder op Petrus met de duivel wordt vergeleken. ‘Hou God er toch buiten’, adviseerde Spronk, ‘en als je hem echt moet aanhalen, doe het dan vooral als tegenspreker’.
Spronk begon zijn bijdrage met de opmerking dat machtigen in de regel hun macht niet ter discussie stellen. ‘Het is typerend dat een tamelijk machteloze organisatie van de Raad van Kerken dit thema aan de orde stelt’. Er is bijbels veel te zeggen voor het relativeren van de macht en de machtigen, aldus Spronk. ‘Van machthebbers en krachtpatsers als David en Simson worden de zwakke kanten benadrukt’. En: ‘Paulus vat het mooi samen met: ‘kracht wordt in zwakheid volbracht’ (2 Korinthiërs 12:9).
Dr. Margriet Gosker, lid van de Beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad van Kerken, zat de bijeenkomst voor. Ze opende de bijeenkomst met een voorbeeld. Ze haalde een balans uit een tas, betitelde de ene kant als ‘Heer Macht’ en de andere kant als ‘Vrouwe Religie’. Ze zette eerst een bekertje (met het gezicht van Maarten Luther) aan de kant van Heer Macht, waardoor het evenwicht verstoord was. Ze zette vervolgens een enkel bekertje (met het gezicht van Catharina van Bora) aan de kant van Vrouw Religie, waardoor ook geen evenwicht ontstond. Pas toen de bekertjes aan beide kanten hun positie innamen was er macht; m.a.w. je hebt macht nodig, maar dan graag niet meer dan ‘middelmacht’.
Foto’s:
Dr. Margriet Gosker met de balans
Prof. dr. Klaas Spronk
Prof. dr. André Droogers in gesprek met Isaac Wüst (op de rug)
Een zaalimpressie