In de oecumene heb je hardware en je hebt software. Dat zei dr. Willem Ouweneel bij een causerie in Heerenveen. De oud-docent van de Evangelische Hogeschool sprak over het thema ‘Letter en Geest’. Hij ging daarbij ook kort in op de oecumene.
Op de vraag of je ook in de oecumene niet zou mogen zeggen dat er sprake is van enerzijds instituties (letter) en anderzijds inspiratie (geest) zei Ouweneel dat die interpretatie van ‘Letter en Geest’ één van de mogelijkheden is. Hij ging vervolgens in op het onderscheid voor de oecumene. Wat hem betreft hoort de Raad van Kerken bij de hardware en moet ‘de oecumene van het hart’ meer gerekend worden tot de software. Zelf zegt hij de meeste affiniteit te hebben met de software. ‘Ik vind het heerlijk om op een conferentie mensen te ontmoeten en te ontdekken dat we veel gemeenschappelijk hebben in het geloof’.
Hij sprak aarzeling uit bij de meer geïnstitutioneerde vorm. Zijn eigen kerk, de Vergadering van Gelovigen, heeft geen sterke koepel en ook voor de oecumene is dat voor hem niet vanzelfsprekend. Hij noemde in deze context de nationale synode die in december wordt gehouden vanuit protestantse initiatiefnemers. Het is nog maar de vraag of zo’n initiatief echt aansluit bij wat jonge mensen belangrijk vinden, aldus de veelschrijver Ouweneel.
Willem Ouweneel zelf, inmiddels 66 jaar, werkt aan een evangelische dogmatiek. Het achtste deel is klaar; er zullen in totaal twaalf delen verschijnen. Hoewel de dogmatiek als invalshoek op dit moment misschien minder populair is, verwacht Ouweneel wel dat de uitgaven aansluiten bij wat de christenen onder ogen willen krijgen. ‘Ik zie de geschiedenis in dezen toch als een golfbeweging. En misschien is het dan zo dat ik voor een deel ook voor de toekomst schrijf’.