De beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap organiseert op 26 november de ethieklezing voor de Raad van Kerken. Het gaat over ‘macht, God en kerk’. Ds. dr. Dick Wursten schrijft over datzelfde thema in het driemaandelijkse tijdschrift van de Antwerpse Raad van Kerken. Uit zijn artikel een paar alinea’s om de gedachten te oriënteren. Hij vertelt eerst iets over de Rooms-Katholieke Kerk, – Wursten zelf is protestant -; daarna gaat hij analyserend verder over de Protestantse Kerk.
Eerst echter nog iets over macht en machtsuitoefening zelf. Daar is op zich niets mis mee. Integendeel: Macht (in de zin van het vermogen om iets te laten gebeuren) hoort bij de dynamiek van het leven en speelt altijd een rol in relaties tussen mensen (of groepen van mensen). Macht is aanwezig in de relatie ouder-kind, politie-burger, leerkracht-leerling, werkgever-werknemer, dokter-patiënt, therapeut-cliënt etc. Dat is niet erg, dat is gewoon zo, waar het op aan komt is dat de machtsuitoefening wordt (h)erkend en beheerst, vooral als de relaties erg ongelijk en niet-wederkerig zijn. Dan moet er een wettelijk kader zijn dat de zwakke beschermd tegen misbruik (denk aan de ‘rechten van de mens’). De relatie priester – leek was een generatie geleden beslist zo’n ongelijke en iet wederkerige relatie, immers – gechargeerd gezegd – de ene was gewijd en hoorde bij God (priester), de ander was maar een gewoon aards mens (leek). Geestelijke macht werkt op een veel dieper niveau dan fysieke macht en is dus ook veel vatbaarder voor ontsporing. De vraag naar legitimering en regulering is hier dus urgent. En juist daar wringt het schoentje. Immers: in de roomse kerk werd / wordt de legitimatie van deze machtsverhouding volledig bepaald, aangestuurd en gecontroleerd door… de machthebber zelf. Er is geen spoor van ‘scheiding der machten’ te bekennen. Er was maar één legitimering: de kerkelijke traditie en die stelde dat de bron van die macht door God aan hen gegeven was. (….)
Nog beklemmender wordt het als we ons realiseren dat één van de legitimerende factoren van de geestelijke stand precies hun ‘lichamelijke zuiverheid’ was. Priesters waren immers geen gewone mensen maar geestelijken. Uitwendig teken van hun bijzondere status was dat zij de seksualiteit eronder hadden gekregen. Zij beheersten hun lichaam en leefden kuis, celibatair. (…)
Totzover de rooms-katholieke kerk, laten we het nu eens over de niet-hiërarchisch georganiseerde kerken hebben, over protestantse en vrije kerken. Hoe zit het daar? Welnu, daar is het dan misschien wel geen systeemfout (de Reformatie is er niet voor niets geweest), maar dat wil nog niet zeggen dat er ook in deze kerken en gemeenschappen niet tal van relaties en situaties voorkomen, waarin macht in het spel is. De dominee is wel geen gewijde priester, maar toch is zijn aandacht voor veel gemeenteleden meer waard dan die van een ander kerkeraadslid. De charismatische voorganger wordt wel aangesproken met ‘broeder’, maar functioneert vaker als ‘vader’ en handelt zeer paternalistisch. En laten we niet vergeten: charisma is een zeer sterke vorm van geestelijke macht, zeer vatbaar voor emotionele chantage. En juist omdat in vrije kerken het thema macht nauwelijks gethematiseerd wordt – en er dus maar zelden echt werkende controle – en verantwoordingsstructuren zijn – en in het algemeen de ambtsleer zwak ontwikkeld is, kan het des te gemakkelijker ontsporen, zeker binnen relaties waar de pastor de ‘sterke’ is en de hulpvrager zijn woorden indrinkt alsof ze het woord Gods zelf zijn.
En ook aan de meer georganiseerde (kerkordelijk) presbyteriaanse kerken (al dan niet met synodale structuur) kan de vraag gesteld worden of regelgeving en onafhankelijke controle op de uitvoering ervan wel echt werkt. Is er ‘scheiding der machten’ als het gaat om klachten tegen misbruik in pastorale relaties? Of moet men ook daar ‘bij de duivel te biechten gaan’?
Nog belangrijker vind ik echter het volgende. Het onderscheid tussen goedgebruikte macht en machtsmisbruik is een tricky matter. Het laatste gebeurt niet met een etiket erop: ‘dit is misbruik’, maar wordt altijd verkocht als een bijzondere vorm van goed gebruik. Machtsmisbruik wordt altijd verhuld, goedgepraat. (….).
En juist omdat dit alles niet in de openbaarheid gebeurt (vertrouwelijk gesprek, ambtsgeheim) kan de ontsporing heel lang verborgen blijven en voortwoekeren. Pas als het in de openbaarheid komt vallen zelfrechtvaardigingen als pseudo-ethische en pseudo-pastorale redeneringen door de mand. Ze overtuigen enkel de dader en misschien een groep waarin de pastor als ‘charismatische’ leider functioneert. Ja, ook de protestantse en evangelische wereld kent de medeplichtigheid van de gemeenschap die de pastor op handen draagt…
De vraag in het algemeen is dus: zijn pastores voorbereid op het feit dat zij wel eens in heel ingewikkelde relaties terecht kunnen komen? Traint de kerk zijn personeel en begeleidt het zijn pastores, juist op dit punt. Ze moeten kennis hebben van psychologische mechanismen, van manipulaties, ze moeten gespitst zijn op plotse interferenties tussen bepaalde hulpvragen en eigen kwetsuren, ze moeten weten hoe hun lichaamstaal werkt en vooral: ze moeten zich bewust zijn dat hun handelen in de gemeente (liturgisch, verkondigend en pastoraal) hen macht verschaft, en dat zorgvuldigheid dus het eerste gebod is, want macht is maar authentiek als ze de onmacht van de ander behoedt voor verdere kwetsuren (D. Pollefeyt).
Dr. ds. Dick Wursten
Dick Wursten is predikant in Antwerpen; hij is tevens actief als inspecteur godsdienstonderwijs. (zie ook: http://www.dick.wursten.be/index.htm)
Naschrift: De studiemiddag ‘macht, God en kerk’ van de beraadgroep vindt plaats op 26 november van 14.30 (inloop vanaf 14.00 uur) tot 17.00 uur in het Fransiscushuis, Van der Does de Willeboissingel 11 in Den Bosch. De centrale inleiding wordt gehouden door emeritus hoogleraar prof. dr. Droogers. Algehele leiding is in handen van dr. Margriet Gosker, emeritus-predikant uit Venlo en lid van de beraadgroep. Mensen die de studiemiddag op 26 november willen bijwonen, kunnen zich opgeven via rvk@raadvankerken.nl. Indien de ruimte volgeboekt is, krijgt men daarvan bericht.
Foto: Dick Wursten