De Raad van Kerken kreeg diverse vragen binnen over het lidmaatschap van de Raad. Er zijn kerken en organisaties die zich willen aansluiten, er zijn recent nieuwe leden toegelaten en organisaties die het advies kregen om een aanvraag als lid om te zetten in een aanvraag als associé. Wat zijn nu de beleidslijnen die daarin gelden? Tien veel voorkomende vragen.
1. Worden er nog wel nieuwe kerken toegelaten als lid van de Raad?
Antwoord: Ja. Ze dienen kerk te zijn en zij dienen de preambule te onderschrijven of te verklaren het geloof verwoord in de preambule te delen. In de preambule staat onder meer dat de kerken Jezus Christus als God en Heiland belijden overeenkomstig de Schriften. De preambule drukt dus uit wat de kerken gemeenzaam hebben en vormt daarmee de inhoudelijke basis voor de Raad.
2. Brengt een lidmaatschap van de Raad ook verplichtingen met zich mee?
Antwoord: Ja. Ze vaardigen een lid af dat de vergaderingen bijwoont. Ze promoten in eigen kring de Charta Oecumenica. Ze werken mee in de lijn van het onderling afgestemde beleidsplan. En ze betalen een financiële bijdrage.
3. Wat voegt de Raad toe aan andere vormen van oecumenische samenwerking?
Antwoord: De Raad van Kerken is een fellowship van kerken. Het is het een van de weinige organen met een institutionele basis. Afgevaardigden komen uit de leidinggevende lichamen of organen van de kerken.
4. Wat zijn de meest recente aanpassingen in de statuten van de Raad?
Antwoord: In 2001 heeft de Raad nog eens bevestigd dat kerken in de strikte zin van het woord volledig lid kunnen zijn van de Raad. De meest recente aanpassing dateert uit 2009. Daarin heeft de Raad via de formule van de associatie een deelname voor andere organisaties mogelijk gemaakt in andere vormen van betrokkenheid, enerzijds om een aantal kandidaat-leden die wellicht niet voor lidmaatschap in aanmerking komen toe te laten, anderzijds om nieuwe geïnteresseerden gelegenheid te bieden mee te doen.
5. Heeft de Raad recent de statuten aangepast om leden uit te sluiten?
Antwoord: Nee, integendeel. De introductie van de associé maakt het juist mogelijk om organisaties die bij de Raad zijn betrokken ook in de toekomst te laten meedoen met het oecumenische werk.
6. Wat is het verschil tussen een lidmaatschap en een associé?
Antwoord: Zowel leden als associé’s nemen volwaardig deel aan de besprekingen in de vergaderingen. Als er gestemd moet worden heeft een lid stemrecht en een associé adviesrecht. Stemming vindt in de regel plaats bij toelating van nieuwe leden; andere zaken worden zo mogelijk bij consensus geregeld.
7. In hoeverre kan men proefdraaien als lid?
Antwoord: Men kan kandidaat-lid zijn voor vijf jaar als men nog niet aan een lidmaatschap toe is.
8. Kan de Raad aanvragen voor lidmaatschap afwijzen als men als doel heeft de eenheid van kerken te willen dienen?
Antwoord: Ja. De Raad beoordeelt of men aan de criteria voldoet en instemt met de preambule.
9. Kan men ook terugtreden als lid?
Antwoord: Ja. Een kerk kan met een aangetekende brief laten weten dat men uittreedt. De opzegtermijn is twaalf maanden.
10. In hoeverre moet men zich als lid conformeren aan de uitspraken van de Raad?
Antwoord: Men neemt samen een besluit, dus dat draagt men uit, tenzij men een voorbehoud maakt tijdens de vergadering.