Een verbindende kerk

Hoewel de Syrisch-Orthodoxe Kerk met 15.000 zielen in Nederland bescheiden is qua omvang, kan de kerk vanwege haar geschiedenis en theologie een prima brugfunctie vervullen tussen de verschillende christelijke en religieuze tradities. Dat kwam naar voren tijdens een werkbezoek vanuit de Raad van Kerken in Nederland aan het klooster St. Efrem in Glane (Twente) op 8 april.

De Syrisch-Orthodoxe Kerk was aanwezig met een vertegenwoordiging van vier personen onder leiding van aartsbisschop Polycarpus Augin Aydin, primus afgevaardigde naar de Raad; ook de secundus priester Samuel Dogan was aanwezig. Verder waren bij het gesprek aanwezig de heer Fikri Sumer, oecumenisch vertegenwoordiger vanuit het bisdombestuur en de heer Murat Can, secretaris van de aartsbisschop. Het gesprek vond plaats in het kader van een werkbezoek en nadere kennismaking. De eerste Syrisch-Orthodoxe Kerk, zo vertelde men, is bekend vanuit Handelingen 11,26, als er staat dat de volgelingen van Jezus in Antiochië voor het eerst christenen worden genoemd. Van daaruit groeide de kerk al snel met als belangrijke plaatsen Edessa, Antiochië en Tur Abdin. Aartsbisschop Polycarpus verduidelijkte tijdens het werkbezoek hoe de Syrisch-Orthodoxe Kerk zichzelf als complementair ziet naast de kerken met een Latijnse liturgie en een Grieks-orthodoxe liturgie.

De kerk legt een verbinding tussen de kerk in het oosten en de kerk in het westen. De verbinding is geografisch voor de hand liggend; waar de Syrisch-Orthodoxe Kerk te vinden is in onder meer Turkije en Syrië, op de grens van west en oost. De eigen inbreng is nog interessanter, als men beseft dat de kerk de Syrisch-Aramese taal gebruikt; een taal die qua grammatica en woorden verwant is aan het Galilese Aramees dat Jezus heeft gesproken. De Syrisch-Orthodoxe Kerk voelt zich daarom ook verbonden met het Peshitta-project in Leiden, waar de Oudsyrische vertaling van het Oude Testament wetenschappelijk toegankelijk wordt gemaakt. De symboliek van de kerk komt uit de Semitische wereld en is verwant aan de gebruiken onder de eerste apostelen. Westerse theologen hebben nogal eens een theologie die gebaseerd is op juridisch denken; de vaders van de Syrisch-Orthodoxe Kerk zoals St. Efrem hebben hun theologie veeleer in poëzie weergegeven. De hymnen geven een speelsere inbedding aan de theologie en zijn bijvoorbeeld van oudsher via de vrouwen in de koren aan de kinderen geleerd.

Het gesprek ging verder over de eigen inbreng van de verschillende kerken en de accenten die men legt in liturgie en bijbeltoepassing. Aartsbisschop Polycarpus benadrukte de therapeutische benadering van de bijbel. In een verhaal als de Verloren Zoon gaat het in zijn traditie om de helende liefde van de Vader voor de reislustige zoon. De parabel is voor de gelovigen een spiegel waarin ze zichzelf herkennen en de noodzaak om genezing te ontvangen voor de eigen ziel. Belangrijker dan het winnen van duizend bekeerlingen voor de eigen godsdienst, aldus de aartsbisschop, is de bekering van zichzelf.

De Raadsleden lichtten onderdelen toe van het beleid, waaronder het onderzoek naar mogelijkheden de doop(v)erkenning tussen kerken uit te bouwen. Polycarpus vertelde desgevraagd dat men openstaat voor formuleringen vanuit de Raad waarin het gaat om de erkenning van de doop die in andere kerken zijn bediend. Hij noemt daarbij het Trinitarisch belijden essentieel. Eventueel kan aanvullend het vormsel worden bediend. 

De Syrisch-Orthodoxe Kerk heeft zes parochiekerken in Twente en twee parochiekerken in Amsterdam. Voor de ontwikkeling van de kerk is het belangrijk om toe te werken naar een eigen seminarium in West-Europa. De Syrisch-Orthodoxe Kerk stemt het beleid af met andere orthodoxe kerken in Nederland, waaronder de Kopten en de Armeniërs. De ruimte die christenen in het Midden-Oosten krijgen verschilt per land. De machthebbers voeren daarin een eigen beleid. Christenen in Irak hebben het na de val van Saddam moeilijker gekregen. In Libanon worden christenen vervolgd. Maar in sommige andere landen is enige ruimte. De Syrisch-Orthodoxe Kerk heeft vorig jaar de Raad van Kerken nog om voorbede gevraagd voor het orthodoxe klooster Mar Gabriel in Turkije. Het klooster, gesticht in 397, voerde een rechtsgeding tegen de overheid over het bezit van bepaalde stukken land, waaruit duidelijk is, dat vrijheid van godsdienst in alle consequenties niet altijd vanzelfsprekend gehonoreerd wordt.

Fotobijschriften:
Boven: Het bezoek vanuit de Raad aan de Syrisch-orthodoxe gemeenschap viel kort na Pasen; reden om met elkaar een eitje te tikken.
Midden: Drs. Henk van Hout (voorzitter van de Raad), aartsbisschop Polycarpus en priester Samuel Dogan.
Onder:  Aartsbisschop Polycarpus in de kapel bij het klooster.