Jan Jorrit Hasselaar studeert in Bossey (Genève). Hij schrijft in de vorm van een brief aan zijn zus een weblog over zijn ervaringen.
Lieve zus,
Net op tijd herinner ik me de reis van Herman Finkers naar Rome. Beter gezegd de reis van Hans Engelhart naar Rome met zijn neef Herman Finkers. Ik heb de dvd ‘Een Engelhart in Rome’ thuis staan. Als je ‘m wilt lenen? Het is al jaren de grootste wens van Hans om op audiëntie te gaan bij de Paus en hem een zelfgemaakt schilderij aan te bieden, een echte ‘Engelhart’. Hans wordt begeleid door zijn neef cabaretier Herman Finkers omdat Hans een verstandelijke handicap heeft. Ze gaan samen naar Rome, het centrum van de Rooms-katholieke kerk. Herman Finkers is behoorlijk kritisch op zijn eigen Rooms-katholieke Kerk en de paus. Deze kritische houding staat hem wel eens in de weg. Maar dankzij zijn neef gaat er in Rome een wereld voor hem open. Finkers zegt: “Hans stort zich erin met liefde en overgave. Daar ga je helemaal in mee. Hij leert mij met zijn ogen naar de paus te kijken. En ik moet zeggen: er gaat een wereld voor me open.”
We, de studenten van Bossey, zijn te gast in Rome. Enerzijds een pelgrimage naar de bronnen van het christendom. Anderzijds een intensieve kennismaking met de Rooms-katholieke Kerk, in het bijzonder haar betrokkenheid bij de oecumene. De herinnering aan de neef van Herman Finkers heeft mij geholpen om mij te openen voor de ontmoeting met Rome. Het is overigens niet de eerste keer dat mijn vrienden met een verstandelijke handicap me leren mezelf te openen.
We zijn in Rome op uitnodiging van de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christenen. Aan het hoofd van de Pauselijke Raad staat de innemende kardinaal Walter Kasper. Kardinaal Kasper is een hoge functionaris in de Romeinse curie, een zeer goede theoloog en behoorlijk op leeftijd. Veel van zijn dagelijks werk wordt gedaan door Brian Farell, een sympathieke Ierse bisschop. Het ontvangst is zeer gastvrij en ons verblijf tot in de puntjes geregeld. We slapen in huizen van een zusterorde op loopafstand van het Vaticaan. Bij officiële gelegenheden van de paus zitten we op de eerste rij. Bijvoorbeeld bij de afsluiting van de week van het gebed voor christelijke eenheid. De paus leidt deze dienst in de basiliek van San Paolo. De kerk waar volgens de overlevering de apostel Paulus begraven ligt onder het altaar. Het altaar staat wel een beetje in de weg waardoor ik alleen uitzicht heb op de mijter van de paus. Het is wel een heel spektakel. De paus wordt onthaald als een filmster. Boeiend om het theatrale aspect van de RK-kerk van zo dichtbij mee te maken. En zoals elk theater is het echt en niet-echt tegelijk. Ik vind het een voorrecht om het hele spektakel mee te mogen maken zowel in de San Paolo als tijdens de audiëntie. De San Paolo is overigens niet de enige basiliek in Rome gebouwd op het graf van een apostel.
Onder het altaar van de grootste basiliek, de Sint Pieter, ligt de apostel Petrus begraven. Meters onder de St. Pieter bevindt zich een oude Romeinse necropolis (stad van de doden), dat zeer goed bewaard is gebleven. Enige tijd geleden is de necropolis opengesteld voor het publiek. De necropolis lag buiten de oude stad Rome en naast het circus van Nero. Wanneer je onder de St. Pieter afdaalt is het alsof je in een oud Romeins dorp komt. Smalle steegjes en mausolea (kleine huisjes) waarin de doden werden bijgezet. In dit dorp ligt zeer waarschijnlijk ook de apostel Petrus begraven. In de loop der eeuwen yijn boven zijn graf verschillende kerken en altaren gebouwd. Dit is goed terug te zien. Waar eens het circus van Nero stond, staat vandaag de dag het Vaticaan. Het kan verkeren.
Het Vaticaan geeft ons in Rome uitgebreid de mogelijkheid om in haar keuken te kijken. Dit toont voor mij, samen met haar gastvrijheid, het belang dat de RK-kerk hecht aan goede relaties met andere kerken en religies. We spreken met verschillende Pauselijke raden. Deze gesprekken zijn behoorlijk intellectueel van aard en gaan veelal over kerkelijke issues. De raden schrijven documenten en adviezen over uiteenlopende onderwerpen. Het is van groot belang dat dit werk gedaan wordt. De spannende vraag is wel hoe dergelijk werk zich vertaalt naar het grondvlak. Daar ligt een zere plek. De documenten van deze raden bereiken vaak het grondvlak niet.
De gesprekken met de pauselijke raden gaan dus vooral kerkelijke onderwerpen. Wellicht komen deze onderwerpen zo uitgebreid aanbod in onze gesprekken omdat wij van de Wereldraad van kerken komen. Na verloop van tijd merk ik wel dat een dergelijke insteek me moe maakt. Ik merk dat ik afdwaal. Jezus getuigde immers van het koninkrijk van God en niet van de kerk. Niet om het één tegen het ander uit te spelen. Ik merk wel dat mijn eigen vragen zich meer afspelen op het snijvlak van kerk en samenleving. Waar is God, waar is het heilige, ook buiten de kerk? Blij ben ik dan ook als we een ontmoeting hebben met de superieurgeneraals van de verschillende orden, bijvoorbeeld de Dominicaanse en Franciscaanse orde. In deze ontmoeting wordt de wereld zichtbaar. De superieurgeneraals vertegenwoordigen 800.000 nonnen en priesters die werkzaam zijn in de frontlinies van de samenleving. Eén van de generaals omschreef hen als ’the love songs of God’. Hier in Bossey hebben we zes zusters. Ik kan me wel iets bij die omschrijving voorstellen.
Eén van de superieurgeneraals geeft leiding aan de zusters van Sion. Deze orde houdt speciaal bezig met de bijzondere, maar ook vaak moeizame relatie tussen Jodendom en Christendom. Een relatie die me ontzettend boeit en weleens een groot tegoed in zich kan bergen voor christenen. Christenen hebben in het verleden vaak gesteld dat de kerk in plaats gekomen is van het Joodse volk. Sommigen geleerden zeggen dat dit idee bijgedragen heeft aan een klimaat waarin de Holocaust kon plaatsvinden. Na de Tweede Wereldoorlog zijn diverse theologen deze relatie opnieuw gaan doordenken. Het Tweede Vaticaans Concilie is hier een goed voorbeeld van. In de Nederlandse context van dit moment valt te denken aan Erik Borgman. In zijn boek Metamorfosen schrijft hij dat voor christenen na Auschwitz hun geloofwaardigheid op het spel staat. Het christendom pretendeert bevrijdend te zijn. Het heeft echter ook bijgedragen aan één van de zwartste bladzijden in de geschiedenis. Hierdoor zijn christenen uit hun vanzelfsprekende verband gestoten. De uitdaging voor het christendom is volgens Borgman om met het Jodendom op zoek te gaan naar en zich beschikbaar te houden voor de God van leven na Auschwitz, wat de definitieve overwinning van de dood lijkt. Binnen de Wereldraad van Kerken wordt het Jodendom tot mijn verbazing en ongenoegen beschouwt als slechts één van de andere religies. De Rooms-Katholieke kerk kiest gelukkig een andere omgang en besteedt speciale aandacht aan de relatie tussen Jodendom en Christendom. Dit kan wel eens mooie en spannende wegen openen.
In Rome zijn we ook op bezoek bij de Focolare gemeenschap. Deze lekengemeenschap heeft tot doel bij te dragen aan eenheid, broederschap en dialoog, zowel in de onderlinge verhoudingen van gezin, werk en school, als op kerkelijk en maatschappelijk gebied. Een zin uit het evangelie van Johannes is van centrale betekenis voor hen: “Vader, mogen allen één zijn” (Johannes 17:21). Ze zijn dan ook een belangrijke partner van de Wereldraad binnen de oecumene.
De Focolarebeweging is ontstaan in de Noord-Italiaanse stad Trente in 1943. Tijdens de bombardementen nam een groep meisjes onder leiding van Chiara Lubich in de schuilkelders het evangelie ter hand en legden zich vervolgens met grote radicaliteit toe op het concreet maken van telkens een zin uit de bijbel. Opvallend is dat deze beweging in dezelfde tijd is ontstaan als Taizé. Gaat het licht helderder schijnen als het donker is? In elk geval dragen beide bewegingen vrucht en zijn bloeiende en inspirerende bewegingen met mondiale uitstraling.
Taizé komt dit jaar naar Nederland! Ik mocht het in mijn vorige brief nog niet zeggen, maar ik kijk er nu al naar uit. Kan wel eens heel mooi gaan worden. Als ik jou was zou ik de dagen tussen kerst en oud en nieuw 2010 vrijhouden in je agenda. Kom naar Rotterdam. Kijk eens op www.taizeinnederland.nl. Ik ben er in elk geval ook bij. Mijn tijd in Bossey zit er namelijk op. Morgenavond hebben we nog de afsluitingsceremonie en de uitreiking van diploma’s. Ik vertel je daar snel meer over, maar ga nu mijn koffers pakken.
Tot gauw,
Jan Jorrit
Foto’s Jan Jorrit:
Boven bisschop Brian Farell (rechts)
Midden op audiëntie
Vervolgens de catacomben in Rome
Onder de groep vanuit Bossey
Jan Jorrit Hasselaar is geboren in Veenendaal en studeerde theologie en economie aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Hij heeft zijn studie een oecumenisch vervolg gegeven in Bossey van september 2009 tot februari 2010 met circa vijftig andere studenten van over de hele wereld. Voor de Raad van Kerken houdt hij een weblog bij over zijn ervaringen. In september stond er een eerste brief van hem op deze site; klik hier, voor de brief uit oktober; klik hier, voor de brief uit november, klik hier; klik hier voor de brief uit december. Jan Jorrit maakt ook deel uit van de SER-commissie ‘Duurzame ontwikkeling’. Wie meer wil weten over zijn visie over duurzaamheid voor de locale kerken kan terecht bij de website www.duurzamekerk.nl