De demonstratie als middel van de vredesbeweging lijkt tegenwoordig uitgewerkt te zijn. Internet is een geschikt medium om het publieke geheugen op te frissen en te activeren. De vredesbeweging kan daar nog meer gebruik van maken.
Dat schrijft Yosé Höhne – Sparboth, lid van de Raad van Kerken namens de Basisbeweging, in de bundel ‘Oorlog verkopen’. Deze bundel is uitgebracht ter gelegenheid van het 85-jarig bestaan van de Vereniging Kerk en Vrede. Ton van der Lingen en Greetje Witte-Rang hebben de redactie verzorgd. Kerk en Vrede werd op 8 oktober 1924 opgericht door de remonstrantse hoogleraar in de theologie G.J. Heering en de vrijzinnig-hervormde predikant J.B.Th. Hugenholtz.
‘Waarom tuinen we er steeds weer, met open ogen, in?’ is de leidende vraag voor de uitgave. ‘Waarom zijn we zo gevoelig voor de argumenten waarmee oorlogen worden gerechtvaardigd?’ De aanval op Irak is daar een voorbeeld van, zeggen de schrijvers. Mensen zwichten voor de propaganda en blijken achteraf geoordeeld te hebben op grond van te weinig of verkeerde informatie.
Yosé Höhne – Sparboth vertelt dat de betere kranten en tijdschriften weliswaar corrigerende artikelen schrijven, maar de publieke herinnering wordt vooral ingeslepen door de beelden die men bij herhaling op primetime laat zien. ‘Een autoritair systeem maakt van de herhaling gebruik en probeert andere geluiden tegen te houden’. Oorlogspropaganda maakt gebruik van leuzen die het grote publiek aanspreken. En als het nodig is, wordt de publieke opinie eerst gemasseerd. ‘Het eerste wapen in een oorlog is propaganda’, aldus Höhne.
Naast analyses levert de bundel onder meer hermeneutische teksten waarin (bijbel)teksten naar voren worden gebracht. IKON-pastor Bram Grandia levert bij voorbeeld een originele analyse van de gelijkenis van de drachmen (Lukas 19: 11 v.v.). De één levert het kapitaal in met een tienvoudige winst, de ander met een vijfvoudige winst, en een derde levert alleen de uitgeleende drachme in. Een veelgehoorde uitleg is die met kritiek op de derde knecht, die te lui zou zijn om iets met het geleende kapitaal te doen. Grandia pleit er voor juist een voorbeeld te nemen aan de derde knecht. Natuurlijk belegt hij niet op de bank tegen rente, want dat is volgens de Torah verboden. Deze knecht werkt juist niet mee aan de ophoping van macht. De uitspraak van Jezus ‘wie heeft zal nog meer krijgen’ is niet een aanbeveling om zo te handelen, maar juist profetische kritiek op de praktijk van de rijken in Israël, legt Grandia uit.
Het boek geeft in een slothoofdstuk aanbevelingen van hoe om te gaan met informatie. Adviezen komen aan de orde als de ontwikkeling van alertheid op vijandsbeelden. De vredesgemeenten komen aan bod. En de redactie noemt allerlei websites waar een onafhankelijk geluid naar voren komt.
De uitgave is uitgebracht bij Narratio. Via de site van Kerk en Vrede is het boek te bestellen voor 13,50 euro.