Laurens Hogebrink is één van de sprekers bij de studiemiddag rond dr. Heino Falcke, op vrijdag 2 oktober vanaf 13.00 uur in de Geertekerk te Utrecht. Heino Falcke speelde een leidende rol in kerk en theologie tijdens de koude oorlog. In onderstaand gesprek met redacteur Joost Röselaers gaat Hogebrink verder in op zijn betekenis voor het Conciliair Proces. De onderwerpen die in het Conciliair Proces centraal staan verdienen ook nu aandacht.
Joost Röselaers: Het Conciliair Proces trok in de jaren 80 veel aandacht. Tegenwoordig wordt er weinig meer over gesproken, terwijl de thema’s die daarin besproken worden zeer actueel zijn (globalisering, milieu, duurzaamheid). Wordt het tijd voor een nieuw programma binnen de oecumene? Hoe zou een dergelijk programma aan kunnen slaan?
Laurens Hogebrink: Nee, de tijd van de grote programma’s is voorlopig voorbij, denk ik. De kerken in Europa moeten eerst herstellen van de schade die de reorganisaties en de bezuinigingen hebben aangebracht. Niet dat die niet nodig waren, maar management-visies zonder een visie op kerk-zijn waren een ramp. De grote oecumenische organisaties zoals de Wereldraad zijn zelf ook deel van dat probleem. Dat duurt nog wel even.
Intussen valt er genoeg te doen, op het plaatselijke vlak en in de internationale verbanden waar veel achterstand is, zoals de Europese oecumene. Er zijn bijvoorbeeld twee prima organisaties in Brussel, een rooms-katholieke en een oecumenische (protestants, anglicaans en orthodox). Die voeren een intensieve dialoog met de Europese Unie en andere Europese instellingen. Maar er zijn maar weinig kerken in Europa die regelmatig contact hebben met de Europarlementariërs uit hun eigen land. Iedereen denkt nog dat de eigen hoofdstad de plek is waar wetten worden gemaakt, terwijl meer dan 60 % van onze wetgeving uit Brussel komt.
Joost Röselaers: Is het een opdracht van de kerken om zich met maatschappelijke onderwerpen (lokaal en internationaal) bezig te houden? Zo ja, is het voor de kerken niet effectiever om samenwerkingsverbanden aan te gaan met NGO’s die zich met dezelfde problematiek bezig houden?
Laurens Hogebrink: Nederland is volgens godsdienstsociologische onderzoeken één van de meest geseculariseerde landen in Europa, omdat meer dan de helft van de bevolking niet kerkelijk is. Maar van dat deel dat wel kerkelijk is, is een groot deel ook echt actief. Dat wil zeggen: ze gaan regelmatig naar de kerk, en ze doen allerlei vrijwilligerswerk in kerkelijk verband. Als je naar die cijfers kijkt, is Nederland juist één van de minst geseculariseerde landen in Europa.
Doe daar wat mee. Uiteraard moeten kerken zich met maatschappelijke onderwerpen bezig houden, want het geloof gaat over het leven. Dat kan je, afhankelijk van het onderwerp, soms beter doen samen met anderen, soms beter alleen. Nederland telt zo’n 7 miljoen kerkleden, althans: mensen die zichzelf daartoe rekenen. Dat is veel. In de DDR tijd was het percentage daar veel lager. Bovendien kwam in de DDR jarenlang alles van de protestanten. De rooms-katholieke kerk hield zich koest, die was bezig met overleven, totdat in het conciliaire proces de rooms-katholieke basis zich ging roeren.
Je moet eens kijken naar het vijfjarenplan 1986-1990 van de Stasi in de DDR en de KGB in de Sovjet Unie. Van de waslijst van buitenlandse organisaties die geïnfiltreerd, bestreden en ‘bearbeitet’ moesten worden, was meer dan de helft kerkelijk. Het Nederlandse IKV stond bovenaan. Die geheime diensten zagen het potentieel beter dan de kerken zelf. En ze hebben wat de DDR betreft nog gelijk gehad ook. En dat die uiterst beminnelijke Heino Falcke een gevaarlijke man was, hebben ze ook goed gezien.
Voor meer achtergronden, zie ook eerdere bijdragen. Klik hier voor een gesprek met Laurens Hogebrink; klik hier voor achtergronden bij de studiemiddag rond Heino Falcke.