De protestantse gemeenschap in Heerlen lost na eeuwen een ‘ereschuld’ in ten opzichte van de katholieke geloofsgenoten. Tijdens de renovatie van de Pancratiuskerk maken de katholieke parochianen voor de missen gebruik van de protestantse kerk aan het Tempsplein.
Op hun beurt konden de protestanten van 1649 tot 1838 voor hun diensten bij de katholieken terecht.
De eeuwenoude Pancratiuskerk aan het Pancratiusplein is van 1 juli tot 20 december 2009 dicht voor een grootscheepse opknapbeurt. Daardoor kunnen er geen missen plaatsvinden. Deken Theo van Galen nam contact op met dominee Sophie Bloemert van de Protestantse Gemeente met de vraag of haar gemeente kon helpen.
Interessant om vanuit oecumenische bril dan te kijken wat de consequenties zijn. Een gesprek.
Moeten jullie het gebouw aanpassen?
Dominee:
‘Alleen op het liturgisch centrum zullen voor de H. Mis enkele zaken worden aangedragen. In ons kerkcentrum hadden we nog een klein kamertje ‘over’. Dat wordt de ruimte waar de kazuifels en andere liturgische zaken kunnen worden opgeborgen en waar de priester zich kan verkleden. Uiteraard is deze ruimte ook te gebruiken door de protestantse voorganger. Naam van deze ruimte: sakristorie’.
Deken:
‘Met respect voor de eigenlijke gebruikers – we weten ons welkom en mogen onze spullen meebrengen – wil ik er voor waken dat we niet klakkeloos “uitpakken”. We nemen het noodzakelijke mee voor onze eredienst, maar willen het interieur niet belasten. Heel concreet komen mee de gewaden voor de eucharistie, zowel voor de priester als voor de assistenten. De laatsten dragen toga en superplie. De eerste schouderdoek, albe, singel, stola en kazuifel. Voor de tafeldienst: altaarkruisje, kelk, ciborie (voor de hosties) ampullen voor water en wijn en handwassing, corporaledoekje en kelkdoekje. Voor de gebeden: missaal, lezingenboek, Latijns prefatieboek ( we verleggen immers onze Latijnse hoogmis) en intentieboek. Verder een altaarbel, wierookvat met scheepje met de wierookkorrels. Voor de mensen die binnen komen zetten we een schaaltje klaar met wijwater, zodat ze zich hun doopsel herinneren bij het betreden en verlaten van de kerk. Voor onze bezoekers moeten er kerkformulieren mee voor zang en gebed. Om de heilige reserve te bewaren zetten we in de sakristorieruimte een tabernakel. Dus het gebouw wordt zelf niet aangepast. Alles wat we gebruiken is na de dienst niet meer aanwezig’.
En de organisatie? Moet die aangepast worden?
Dominee:
‘De organisatie op zondagmorgen moet in die zin worden aangepast, dat de protestantse vieringen om 10.30 uur beginnen, een half uur later dan normaal. Voor de voorganger betekent het enige discipline om de dienst tijdig te beëindigen, zodat er nog een kop koffie kan worden gedronken en iedereen rond 12.00 uur het pand kan verlaten (en de ouderen op tijd thuis zijn voor de te serveren warme maaltijd in het zorgcentrum). Ook tussen 10 uur en 10.30 uur zal er al gelegenheid worden geboden om koffie te drinken: een mooie manier om elkaar als katholieken en protestanten op een informele manier te kunnen ontmoeten. Met dank aan het flexibele kostersgezin en de diverse ‘schenkers”.
Deken:
‘Koorleden en misbezoekers moeten een uur eerder als gebruikelijk beginnen. Alle medewerkers, inclusief lectoren en collectanten schuiven mee naar het vroegere uur. De man die de centen verzorgt, dient toch de opbrengst van daaruit naar de bank te brengen, hetzij doordat hij het op maandag aldaar komt halen of de koster van dienst reikt het hem aan’.
Wordt het eigen kerkgenootschap er geestelijk ‘beter’ van?
Dominee:
‘ Met dit simultaneum blijkt dat oecumene geen vrijblijvende zaak is, maar een ieder er echt iets van merken kan. Niet alleen woorden, maar ook daden. En dat is toch een teken van eenheid, waartoe de Heer oproept. Het is te verwachten, dat de blik van gemeenteleden nog wat ruimer zal worden, met eerbied voor wat de parochianen beweegt en bezielt. Waar ‘onbekend maakt onbemind’ geldt, mag ook het omgekeerde gelden. Best mogelijk, dat vanuit deze toenadering er ook in de toekomst gezamenlijke vormen van gesprek, toerusting e.d. worden geïnitieerd. Want we kunnen over en weer veel van elkaar leren. Leren over elkaars tradities, leren om beeldvorming te overstijgen, leren samen als christenen in de samenleving te staan’.
Zou het iets zijn om altijd in hetzelfde gebouw te zitten?
Dominee:
‘Dat is een lastige vraag, mede omdat het gaat om de ervaring, dat we ieder een mooi eigen gebouw hebben, resp. weer terug krijgen. Daarin voelen we ons thuis. En iedere gemeenschap is in de loop van de tijd gehecht geraakt aan het eigen gebouw. Er zal wel een heel goede reden moeten zijn om afstand te doen van een gebouw. Dat geldt net zo goed voor protestantse gemeenschappen onderling. Welk motief is aan de orde? Wat mij persoonlijk betreft: ik ben blij met de kerk aan het Tempsplein, maar zou in deze ruimte best altijd een godslamp, kaarsentafel en dagkapel willen zien. De ervaring van in elkaars gebouw welkom te zijn is bijzonder’.
Deken:
‘Voor een tijdelijke oplossing is onze uiterst sobere inbreng om liturgie te kunnen vieren geen probleem. Voor een langere tijd of voor altijd het gebouw delen zou toch om structurele inrichtingswensen vragen kennen om de sacrale en devotionele kanten de kans te geven’.
Welke spullen liggen er meer dan voorheen in de consistorie?
Dominee:
‘Niet in de consistorie, maar wel in de sakristorie. Dat weet de deken beter dan ik’.
Deken:
‘Het meeste van wat ik eerder noemde, valt hier onder. We vullen de kerkruimte tijdens de dienst met enkele attributen.die vervolgens opgeslagen worden in de daarvoor klaargemaakte ruimte’.
En volledigheidshalve, ook al zit het wel in het bericht: wat is de aanleiding hiervan?
Dominee:
‘Dat is iets voor de ‘bouwpastoor…’
Deken:
‘De Pancratiuskerk krijgt een revitaliseringstraject, welke opgezet is in restauratie van alles wat aan vervanging en vernieiwing nodig is. Er zal nieuw licht komen, nieuwe verf van tot tot teen, herstel van wat stuk, is, aanpassingen als gevolg van de kerkkrimp ( minder zitplaatsen) nieuwe en verbeterde glas-in-lood ramen, nieuwe verwarming en electrische bekabeling, nieuwe geluidsinstallatie en camera´s welke’.
Willen jullie nog iets kwijt?
Dominee:
‘Het ‘valt ons toe’ dat dit gezamenlijk gebruik gerealiseerd wordt tegen het einde van het activiteitenjaar ‘1000 jaar christendom in Heerlen’. Deze vorm van samenwerking past helemaal in de doelstelling van de stichting. Als christenen presenteren wij ons aan de Heerlense samenleving. met deze ‘saamhorigheid’. Geregeld zullen we even overleggen hoe de ervaringen zijn. Ik zie ernaar uit om elkaar ook op zondag in deze bijzondere setting te ontmoeten. En af en toe een beetje wierook beschouw ik als een klein (kerst)geschenk’.
Deken:
‘Dit samen opgaan is mogelijk doordat mensen elkaar op persoonlijk vlak ontmoeten zonder vooroordelen en posities, kijkend naar wat we kunnen betekenen voor elkaars opdracht, om het christenzijn in ons gewest niet ‘aan de humanische of materiële goden’ over te leveren. Ben ‘onze’ dominee zeer erkentelijk voor haar zeer bewogen inzet op zoek naar samen kerkzijn vanuit onze diversiteit met het respecteren van het anders zijn. Uitgesproken drang of vraag naar intercommunie zou dit alleen maar stuk maken. Chapeau voor haar en al haar medewerkende gemeenteleden’.
Foto’s: respectievelijk de rooms-katholieke en de protestantse kerk in Heerlen; verder een onderdeel van het rooms-katholieke interieur en op de frontpage van de website een fragment van een gezamenlijke viering bij het 40-jarig jubileum van de Raad van Kerken in Heerlen.