Ruim tachtig procent van de bevolking houdt rekening met een leven na dit leven. Dat blijkt uit de paaseditie van www.watgelooftu.nl. Zo’n 11.879 mensen vulden de vragen op de website in. Van hen was 21,6 procent Rooms-Katholiek en 14,6 procent lid van de Protestantse Kerk.
Op de vraag is er leven na de dood stemde 54 procent met ‘ja’, 27 procent met ‘misschien’ en 20 procent met ‘nee’.
Toen er specifieker gevraagd werd naar de betekenis van Pasen verbond zo’n 34,4 procent van de Nederlanders Pasen met de opstanding van Christus. Anderen hadden moeite om Pasen te verbinden met de kern van het christelijk geloof. Zij gaven onder meer als antwoord:
15,4 procent: kruisiging en dood
13,5 procent: paashaas, paasvuren en eieren
11,9 procent: vrije dagen
10,9 procent: begin van de lente
Een hele kleine groep (0,5 procent) verbond het paasfeest als eerste met de paus en zijn pauselijke zegen. Uit de resultaten van onderzoeksbureau Labyrinth te Utrecht blijkt dat de bekendheid onder jongeren van wat Pasen inhoudt tien procent onder het niveau ligt van de gemiddelde Nederlander.
Op de vraag of men tweede paasdag wil inruilen voor ramadan reageerde 72 procent negatief en 6 procent positief.
Eén op de vijf (om precies te zijn 19 procent) van de mensen zei het geloof te praktiseren; nog eens 19 procent zei matig praktiserend te zijn en 43 procent zag zich als niet-praktiserend.
In totaal gaf 20 procent van de respondenten aan per maand 4 keer of vaker in kerk of moskee te komen; 55 procent zei daar nooit te verschijnen.
De relatieve onbekendheid met de kernwaarden van het christelijk geloof is één van de drijfveren voor kerken om samen te werken in de context van bijvoorbeeld de Raad van Kerken. De leiding van de kerken realiseert zich dat de groeiende onbekendheid met de onderwerpen van het evangelie om een gezamenlijk antwoord vraagt.