Oecumene in Frankrijk. Hoe het Franse bijbelgenootschap Bibli’O collegae oecumene laat ervaren. Een verkenning met directeur Bernard Coyault.
Het leek de Fransen een leuk idee. Ze hebben een maaltijd georganiseerd in een restaurant gerund door blinden. Het management heeft een list bedacht om de bediening niet gehandicapt te laten overkomen: Het hele restaurant is geblindeerd. De bezoekers zien daardoor net zo weinig als de kelners. De gasten eten in het pikkedonker hun starter, hun diner, hun toetje. De formule is origineel en succesvol. Hele bedrijven komen naar het restaurant, dat de toepasselijke naam ‘Dans le Noir’ kreeg, bij wijze van teambuilding.
Alleen al het doorgeven van de fles wijn in het pikkedonker, vraagt om samenwerking. Je ziet letterlijk geen hand voor ogen. Dus wieber je eerst voorzichtig met je vingers richting buurman of buurvrouw. Je maakt eerst contact alvorens elkaar de fles aan te reiken. De geoefende gast steekt vervolgens één vinger in het glas om te voelen in hoeverre het glas zich vult. Als je dat vergeet, golft de wijn als vanzelf over je polsen.
Het Franse bijbelgenootschap heeft deze locatie uitgekozen om diverse bijbelgenootschappen uit Europa te ontvangen. De directeur Bernard Coyault is één van de gastheren. Hij vertelt de tafelgenoten hoe het Franse bijbelgenootschap werkt. Hij gaat daarbij vooral in op het oecumenische aspect. In Frankrijk kan dat ook moeilijk anders. Het bijbelgenootschap wortelt in de protestantse traditie. Die stroming vertegenwoordigt slechts twee procent van de bevolking. De overgrote meerderheid is rooms-katholiek. Het is dan ook logisch om de basis van de organisatie te verbreden. Twee bisschoppen hebben inmiddels zitting in het bestuur. En een andere bisschop werkt mee in een project om een speciale bijbel voor jongeren te maken. Het zijn ook de Fransen die ruim dertig jaar geleden als eerste bijbelgenootschap met een oecumenische bijbelvertaling op de markt zijn gekomen.
Door het aanstekelijk enthousiasme dat Fransen aangeboren is, komen de tongen in de omgeving van Bernard na enige tijd los. De vergelijking tussen het alternatieve restaurant en de wenselijkheid van de oecumene is snel gemaakt. ‘De samenwerking gaat makkelijker als je leeft in het donker’, beweert één van de deelnemers. ‘Je wordt nauwkeuriger in de communicatie. Je hebt elkaar nodig’. De hele etiquette verschuift. Waar je eerst nog moeite doet om vork en mes te hanteren, merk je al snel dat zoiets in het donker bijna ondoenlijk is. En menig gast, beschermd door de duisternis, neemt de vrijmoedigheid om met de hand verder te eten. Alleen de blinde obers bewegen zich met een grote mate van elegance door de ruimte.
De bezoekers op hun beurt voelen hoe de duisternis hun handicap voedt. De oriëntatie met het oog maakt plaats voor een oriëntatie met het oor. De gasten concentreren zich op de kring van mensen dichtbij. De rest van het restaurant bannen ze uit hun bewustzijn. Ze houden contact met de naaste buren en met de tegenover zittende tafelpartij. Eén van de deelnemers van het bijbelgenootschap heeft het begrepen: ‘Je komt pas tot samenwerking als het echt nodig is. En je concentreert je dan al gauw op datgene wat er toe doet in je eigen omgeving’.
KvdK